Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
Vonnis van de kantonrechter van 3 september 2014
[eiser]
de besloten vennootschap BREMA-AIR II B.V.
De procedure
Het geschil
- Brema-Air II is opvolgend werkgeefster ten opzichte van Brema-Air I, bij wie [eiser] op de datum van faillissement krachtens arbeidsovereenkomst in dienst was;
- de banden tussen de ene en de andere werkgeefster voldoen immers aan de criteria die de Hoge Raad daarvoor in met name het arrest Van Tuinen in 2012 formuleerde;
- de tussenkomst van Interduct Holding B.V. (verder ook: Interduct) als overnemende partij bij de doorstart kan niet beschouwd worden als een doorslaggevende breuk, waar tussen de leiding van Interduct en die van Brema-Air I banden bestonden en al eerder sprake was van samenwerking van deze ‘concurrenten’ bij projecten;
- er bestond een vriendschappelijke relatie van Brema-Air I-directeur [naam directeur Brema Air I] en de latere Brema-directeur [naam directeur Brema Air II 1], die ooit collega’s geweest zijn, terwijl genoemde [naam directeur Brema Air II 1] namens Interduct voorafgaand aan de overname diverse malen het bedrijf bezocht had toen het nog niet in staat van faillissement verkeerde;
- de zuster- of dochterondernemingen Meercox en Bemar Ventilatietechniek hebben voorafgaand aan de integratie in de Interductgroep deel uitgemaakt van Brema-Air I en mede daarop is/zijn de vriendschap en/of samenwerking van [naam directeur Brema Air I] en [naam directeur Brema Air II 1] gebaseerd;
- [naam directeur Brema Air I] heeft het personeel geselecteerd dat in aanmerking kwam om in dienst van Brema over te gaan na of in verband met het faillissement van Brema-Air I en de direct daaropvolgende deal van de curator met Interduct die tot de doorstart leidde;
- het was ook [naam directeur Brema Air I] die per e-mailbericht van vrijdag 5 juli 2013 het (geselecteerde) personeel ‘van harte’ uitnodigde voor een bijeenkomst op maandag 8 juli 2013 waar de nieuwe directeur [naam directeur Brema Air II 1] een ‘kleine toespraak’ zou houden over de ‘succesvol plaatsgevonden doorstart’;
- voor het overige heeft tussen de directies (en het management) van Brema-Air I en de overnamekandidaat Interduct meer dan eens voorafgaand aan de doorstart overleg plaatsgevonden; dit bewerkstelligde dat kennis van de competenties, kennis en vaardigheden van het aanwezige personeel overgebracht is en dat (mede in combinatie met de personeelsselectie door [naam directeur Brema Air I]) sollicitatiegesprekken achterwege gelaten konden worden (daadwerkelijk nagelaten zijn);
- [naam directeur Brema Air I] heeft zich tevens belast met de selectie van personeel dat na 31 augustus 2013 voor de overnemer / het gefuseerde bedrijf Brema) zou blijven werken;
- een aanzienlijk deel van het management (directeur, hoofd bedrijfsbureau en chef tekenkamer) is van Brema-Air I overgegaan naar Brema;
- [eiser] verrichtte bij de opvolgende ondernemingen identieke arbeid in de functie van tekenaar;
- dit opvolgend werkgeverschap in de zin van art. 7:668a lid 2 BW brengt met zich dat ten tijde van aanzegging van niet-verlenging van de relatie met Brema per 1 september 2013 die aanzegging als een op de voet van art. 9 BBA vernietigbare opzegging beschouwd moet worden omdat er laatstelijk sprake is geweest van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur.
- Brema-Air I en Interduct (of de dochter Meercox) waren tot het moment van overneming en in ieder geval vanaf 1992 (splitsing) concurrenten;
- de curator is na het faillissement van Brema-Air I ‘met diverse gegadigden in gesprek getreden’, in verband waarmee Interduct een bod gedaan heeft dat - blijkens bericht d.d. 5 juli 2013 van de curator - ‘het hoogste’ was en dus aanvaard werd, waarna een activa-overdracht plaatsgevonden heeft met inbreng in de op 17 juli 2012 nieuw opgerichte vennootschap Brema-Air II onder directie van de heren [naam directeur Brema Air II 2] en [naam directeur Brema Air II 1] (als onderdeel van Interduct Holding B.V.);
- de heren [naam directeur Brema Air II 1] en [naam directeur Brema Air II 2] hebben ‘in de periode tussen datum faillissement en koop activa’ het besluit ‘moeten nemen’ tot inbreng van de activa in de nieuwe vennootschap en tot splitsing van de activiteiten ‘in de daaropvolgende periode’;
- ‘gekeken’ is door genoemde heren (toen) welke werknemers bij de overgenomen (lopende) projecten betrokken waren en ‘enkel’ hun is ‘zonder nadere (sollicitatie)gesprekken’ een arbeidsovereenkomst ‘tot’ (bedoeld zal zijn tot en met) 31 augustus 2013 aangeboden.
- met name aan werknemers in algemene dienst en aan hen die ‘(geruime tijd) ziek’ ‘ waren is zo’n aanbod niet gedaan;
- volgens Brema had Interduct ‘
- per 1 september 2013 zijn de projectactiviteiten van Meercox en Brema-Air II (Brema) samengevoegd in Maastricht onder de naam Brema;
- dat de uitnodiging aan de werknemers voor de bijeenkomst van 8 juli 2013 gestuurd is door [naam directeur Brema Air I], is correct, maar betwist wordt dat [naam directeur Brema Air I] ‘de selectie hiervoor gemaakt heeft’;
- [naam directeur Brema Air II 1] heeft tijdens de bijeenkomst op 8 juli 2013 ‘aangegeven dat hij de heer [naam directeur Brema Air I] van vroeger kende, maar dat is alles’;
- [naam directeur Brema Air II 2] stuurde sinds 2008 Meercox aan;
- omdat er door de fusie van Meercox en Brema te veel tekenaars in de nieuwe setting waren, is de ‘functie van (onder andere) [eiser] komen te vervallen’ en is hem per 1 september 2013 geen nieuwe arbeidsovereenkomst aangeboden;
- [naam directeur Brema Air I] is thans nog voor Brema werkzaam, maar onder de vigeur van een overeenkomst van opdracht (managementovereenkomst);
- “Voorafgaand aan de doorstart heeft enkel een oriënterend overleg plaats gevonden over een mogelijke overname van (de activiteiten van) Brema-Air, op initiatief van BDO en de huisbankier”.
.
De feiten
- [eiser], geboren op [geboortedatum], is van 1 mei 1995 tot 5 juli 2013 als tekenaar krachtens arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur in dienst geweest van Brema-Air I tegen een brutoloon van € 2 764,00 per maand.
- Brema-Air I is op 2 juli 2013 in staat van faillissement geraakt en mr. R.J.M.C. Rosbeek te Maastricht heeft als curator op 4 juli 2013 aangekondigd de lopende arbeidscontracten te zullen beëindigen op een termijn van zes weken.
- Op vrijdag 5 juli 2013 heeft de curator overeenstemming bereikt met Interduct Holding B.V. over een doorstart van de onderneming en over de financiële en andere condities daarvan.
- Enige uren daarna (te omstreeks 18:15 uur) hebben [eiser] en andere werknemers in dezelfde positie per e-mail van M.W.[naam directeur Brema Air I], bestuurder van Brema-Air I, naast een bericht over de doorstart een uitnodiging ontvangen om op maandag 8 juli 2013 aanwezig te zijn bij een ‘kleine toespraak’ van de directeur van de Interduct Groep. Bij de groep uitgenodigde werknemers bevond zich geen enkele werknemer in algemene dienst noch enige zieke werknemer.
- Voor die bijeenkomst waren uitsluitend de (95) werknemers uitgenodigd aan wie met directe ingang een arbeidsovereenkomst bij de nieuw te formeren onderneming (later: Brema-Air II B.V., als onderdeel van Interduct Holding B.V.) aangeboden zou gaan worden.
- Van de zijde van de overnemende partij heeft niemand enig op selectie of sollicitatie gericht gesprek met enige werknemer van Brema-Air I gevoerd voorafgaand aan of volgend op het aanbod van een contract voor de bepaalde duur van 5 juli 2013 tot en met 31 augustus 2013.
- [eiser] heeft het hem onder identieke condities als zijn eerdere overeenkomst (met uitzondering van de geldende duur) aangeboden contract aanvaard.
- Het contract met Brema-Air B.V. i.o. is op 8 juli 2013 ondertekend door [eiser] en de nieuwe bestuurder[naam directeur Brema Air II 1].
- De bedongen werkzaamheden van [eiser] zijn dezelfde gebleven.
- Op 29 augustus 2013 heeft [naam directeur Brema Air I] op briefpaper met het logo ‘brema-air’ en namens deze onderneming aan [eiser] medegedeeld dat ‘wij’ het ‘dienstverband tussen ons’ na de laatste werkdag 31 augustus 2013 niet verlengen.
- Brema heeft van dit optreden van [naam directeur Brema Air I] ten opzichte van de werknemers (ook anderen ontvingen brieven als deze) nimmer afstand genomen.
- Via zijn gemachtigde heeft [eiser] hiertegen bij aan Brema gerichte brief van 2 september 2013 gemotiveerd bezwaar aangetekend en duidelijk gemaakt dat de aanzegging van niet-verlenging aangemerkt werd als vernietigbare opzegging.
- Op deze aanschrijving is per brief van 6 september 2013 gereageerd door het kantoor van de curator, althans door de eveneens aan de Maastrichtse vestiging van ‘Boels Zanders Advocaten’ verbonden advocate mr. M. Callemeijn, die namens Brema en onder verwijzing naar jurisprudentie omtrent opvolgend werkgeverschap het standpunt verdedigde dat de arbeidsovereenkomst van [eiser] wel degelijk van rechtswege geëindigd was ‘op 31 augustus aanstaande’(…).
- Bij e-mailbericht van 29 augustus 2013 (prod.17 bij repliek) had curator Rosbeek aan verschillende werknemers in de positie waarin ook [eiser] verkeerde, als zijn opvatting gegeven dat ‘de nieuwe werkgever niet verplicht (was) om u een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd aan te bieden’, waaraan hij toevoegde dat dit volgens hem voortvloeide uit het arrest Van Tuinen (“Brema-Air II BV is immers niet als opvolgend werkgever te beschouwen nu de aandeelhouder/bestuurder daadwerkelijk een willekeurige derde is die niet aan uw voormalige werkgever, mijn failliet, was gelieerd”).
- Van dit bericht aan de werknemers die zich met vragen tot hem gewend hadden, heeft de curator een ‘copie conform’ aan zijn kantoorgenote mr. Callemeijn gestuurd, die op dat moment kennelijk al de belangen van de overnemer behartigde.
- [naam directeur Brema Air I] heeft zich, naast de heren [naam directeur Brema Air II 1] en [naam directeur Brema Air II 2], nog geruime tijd als bestuurder van de overnemer en/of de nieuw gevormde vennootschap Brema gedragen, maar zou recentelijk van Brema ([naam directeur Brema Air II 1] en [naam directeur Brema Air II 2]) te horen gekregen hebben dat de managementovereenkomst op basis waarvan hij laatstelijk functioneerde, niet voortgezet zou worden, zodat hij ‘op korte termijn’ geen ‘deel meer (zal) uitmaken van de Interduct Groep’ (dupliek 28 mei 2014).
De beoordeling
toende bank die Brema-Air I financierde, niet kunnen overtuigen van de haalbaarheid. Toen [naam directeur Brema Air I] echter op of na 26 juni 2013 het personeel inlichtte over de faillissementsaanvraag en de wenselijkheid van voortzetting van alle lopende projecten, heeft hij expliciet geduid op Interduct als degene die ‘voldoende’ in voortzetting geïnteresseerd was (aldus ook dezelfde prod.6).
kanzijn bij de uiteindelijke selectie en vrijwel zeker (in onbekende omvang en op onzichtbare wijze) meegewogen
zalzijn. Eerstens is per 5 juli 2013 (bericht [naam directeur Brema Air I] aan uit te nodigen personen) of 8 juli 2013 (datum personeelsbijeenkomst over doorstart) immers al geselecteerd op betrokkenheid bij lopende projecten en afwezigheid van ziekte: daarmee is de groep werknemers die door ziekte of andere oorzaken ‘op de bank of in bed’ beland was, uitgeselecteerd op basis van informatie die rechtstreeks van [naam directeur Brema Air I] kwam en/of uit de administratieve bestanden en de personeelsadministratie van Brema-Air I. Mogelijk is over een dergelijke vorm van selectie zelfs al voorafgaand aan de faillissementsaanvraag tussen de betrokken partijen gesproken, gelet op de mededelingen die [naam directeur Brema Air I] aan zijn personeel deed over Interduct als serieuze overnamekandidaat en zijn uitlatingen tegenover de curator over ‘het te hoge aantal over te nemen personeelsleden’. Het feit dat niet helemaal langs de lijn ‘wel of niet aan project te koppelen’ geselecteerd is, voegt een extra element van selectie toe en laat de mogelijkheid open dat [naam directeur Brema Air I] in een enkel geval subjectieve afwegingen heeft laten meewegen. Dat er geen enkele vorm van gesprek met of sollicitatie bij de nieuwe werkgever heeft plaatsgevonden, maakt de beoordeling bovendien in sterke mate arbitrair. Werknemers werd immers niet een gelijke en faire kans of mogelijkheid tot beïnvloeding geboden en alle macht werd - op gezag van het nieuw aantredende bestuur - bij zittend bestuurder [naam directeur Brema Air I] gelegd, die voor de selectie niet gebonden was aan objectieve ontslag- of selectiecriteria.
- Kosten expoloot en verschotten: € 94,79
- Griffierecht: € 213,00
- Salaris gemachtigde: € 900,00 (3 x € 300,00).