Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
alsmede te [vestigingsplaats 2] aan de [adres 3]
1.De procedure
2.De feiten
“ Het PPF is in beginsel bereid de zaak te steunen, (…), echter op voorwaarde dat de te vergoeden kosten van tijd tot tijd worden vastgesteld, afhankelijk van het verloop van de procedure. Kort en goed: het PPF zou graag van u een concrete kostenbegroting van u ontvangen van de door u genoemde kosten in de aanvraag, derhalve (i) griffierecht en betekeningskosten, (ii) inschatting proceskostenveroordeling en (iii) eigen bijdrage. Vooralsnog is het PPF in beginsel bereid om de eigen bijdrage te vergoeden op voorwaarde dat de kosten hiervoor redelijk zijn; ten aanzien van andere kosten behoudt het PPF zich uitdrukkelijk alle rechten voor; op dit moment kan hierover nog niet definitief worden beslist.
- ‘eigen bedrage cliënte: enkele honderden euro’s’;
- ‘griffierecht: eveneens enkele honderden euro’s (procedure richt zich op aansprakelijkheid, dus van onbepaalde waarde)’;
- ‘kosten deurwaarder: zeg: € 100,00’;
- ‘kosten i.v.m. voorlopig getuigenverhoor: enkele honderden euro’s’;
- ‘proceskosten: is afhankelijk van de duur van het gerechtelijke traject’.
“ In aansluiting op uw verzoek bij brief van 29 december 2008 en eerdere correspondentie bericht ik u dat de Stichting Proefprocessenfonds Clara Wichmann in haar vergadering van 16 februari 2010 heeft besloten uw aanvraag af te wijzen.
“Later dan in mijn bedoeling pak ik hierbij – ervan uitgaande dat u nog betrokken bent bij het Proefprocessenfonds Clara Wichmann – de draad op.
“Het bestuur van de Stichting Proefprocessenfonds Clara Wichman heeft uw zaak nogmaals bekeken. Indertijd hebben wij uw aanvraag afgewezen, hierin speelde een rol dat het moeilijk was om met u over de zaak van gedachten te wisselen. Ondanks het feit dat wij de casus van uw cliënt indertijd ter wille waren, en het feit dat wij ons normaliter precies voor de kosten waar u cliënt nu voor staat garant hadden gesteld, kunnen wij nu achteraf helaas niet meer tot vergoeding van deze kosten overgaan. (..)”
“ (..) De aanvraag is ingediend op 29-12-2008. De zaak was soort van aangenomen (22-09-2009 zie onderstaande mail) en paar maanden later weer afgewezen, wegens slecht contact. In november is er nog contact geweest 2009. In maart 2010 is de zaak alsnog afgewezen wegens slecht contact.
3.Het geschil
4.De beoordeling
precies voor de kosten waar uw cliënt nu voor staat (cursivering aangebracht door de kantonrechter)garant hadden gesteld, kunnen wij achteraf helaas niet meer tot vergoeding van deze kosten overgaan”. Hieruit valt onder meer af te leiden dat PPF [eiseres] ten volle tegemoet zou zijn gekomen in het bewuste deel van de proceskosten (de aan de zijde van het Bisdom geliquideerde kosten) tot betaling waarvan [eiseres] nu juist veroordeeld was. Met andere woorden: had [gedaagde] de verzochte informatie verstrekt en was er sprake geweest van betere communicatie, dan had het in de lijn der verwachting gelegen dat PPF zich ter zake van de onderhavige procedure garant verklaard had voor het volle bedrag aan kosten bij verlies dat op € 5.234,00 bleek uit te komen. Er is dan ook sprake van causaal verband tussen enerzijds de schade en anderzijds de toerekenbare tekortkoming van [gedaagde], zodat [gedaagde] gehouden is om de schade in de volledige gestelde omvang aan [eiseres] te vergoeden. Met zijn stelling dat op [eiseres] een schadebeperkingsplicht rustte, miskent [gedaagde] zijn eigen rol te dezen, waar het gaat om schade die juist ontstaan is door een aan hem toerekenbare tekortkoming. Om die reden bestaat er geen grond om de vergoedingsplicht te verminderen door de schade over [gedaagde] en [eiseres] te verdelen op de wijze als bepaald in art. 6:101 BW.
€ 500,00(2 x € 250,00)