In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 11 februari 2015 uitspraak gedaan in een geschil tussen de ziektekostenverzekeraar Menzis Zorgverzekeraar N.V. en de gedaagde, Joke Bosch. Menzis had de gedaagde bij dagvaarding van 10 december 2014 in rechte betrokken met een vordering tot betaling van € 1.475,45, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten. Menzis baseerde haar vordering op een overeenkomst van zorgverzekering, waarbij zij stelde dat de gedaagde in betalingsverzuim verkeerde. De gedaagde voerde echter aan dat er een betalingsregeling was getroffen met de incassogemachtigde van Menzis, waar zij zich aan hield. De kantonrechter oordeelde dat Menzis informatie had onthouden over deze regeling, wat leidde tot de conclusie dat de vordering niet-ontvankelijk was. De rechter benadrukte dat Menzis had moeten melden dat er een regeling was getroffen die de opeisbaarheid van de vordering in de weg stond. Hierdoor kreeg Menzis geen herkansing in het debat en werd zij veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan de gedaagde. De kantonrechter concludeerde dat de omstandigheden van de zaak, waaronder de betalingsnood van de gedaagde, een andere benadering van Menzis vereisten.