In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Limburg op 29 april 2015, stond de vordering van de eiser in conventie centraal, die de vernietiging van de arbeidsovereenkomst met de gedaagde in conventie eiste. De eiser, eigenaar van een onderneming, stelde dat de gedaagde bij het aangaan van de arbeidsovereenkomst opzettelijk informatie over zijn geschiktheid voor de functie had verzwegen. De gedaagde, die als chauffeur werkzaam was, had zich eerder ziek gemeld en de eiser vorderde terugbetaling van het loon dat hij had betaald na een eerdere veroordeling in kort geding. De kantonrechter oordeelde dat niet voldoende bewijs was geleverd dat de gedaagde relevante informatie over zijn gezondheid had verzwegen. De vordering tot vernietiging van de arbeidsovereenkomst werd afgewezen, evenals de vordering tot terugbetaling van het loon. In reconventie vorderde de gedaagde betaling van achterstallig loon en vergoeding van niet-genoten verlofdagen. De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde recht had op de gevorderde bedragen, inclusief wettelijke verhogingen en rente. De eiser werd veroordeeld tot betaling van de proceskosten. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van zowel werkgever als werknemer in het kader van arbeidsovereenkomsten en de noodzaak van transparantie over geschiktheid voor de functie.