ECLI:NL:RBLIM:2015:7956
Rechtbank Limburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Huurbeëindiging wegens druggerelateerde activiteiten door medebewoner
In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 23 september 2015 uitspraak gedaan in een geschil tussen Woningstichting De Voorzorg en een gedaagde partij, die als huurder betrokken was bij druggerelateerde activiteiten in de gehuurde woning. De eisende partij, Woningstichting De Voorzorg, vorderde ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning, alsook schadevergoeding wegens huurachterstand en kosten van herstel na een politie-inval. De gedaagde partij erkende de huurachterstand, maar betwistte de aansprakelijkheid voor de schade die voortvloeide uit de sluiting van de woning door de gemeente Heerlen voor een periode van twaalf maanden.
De rechtbank oordeelde dat de gedaagde partij, ondanks haar verweer, aansprakelijk was voor de huurachterstand en de kosten van herstel van de deur die door de politie was ingetrapt. De kantonrechter wees de vorderingen van de eisende partij voor ontbinding en ontruiming af, omdat de huurovereenkomst reeds door de gedaagde was opgezegd en de woning op 1 november 2014 was ontruimd. De rechtbank concludeerde dat de gedaagde niet verantwoordelijk kon worden gehouden voor de schade die voortvloeide uit de sluiting van de woning, aangezien de verhuurder onvoldoende actie had ondernomen om de schade te beperken.
De rechtbank heeft de gedaagde veroordeeld tot betaling van de achterstallige huur en schadevergoeding, maar de proceskosten werden gecompenseerd. Dit vonnis benadrukt de verantwoordelijkheden van zowel huurders als verhuurders in situaties van huurbeëindiging en de gevolgen van criminele activiteiten in gehuurde woningen.