Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
[eiser]
STICHTING BEDRIJFSPENSIOENFONDS VOOR HET BAKKERSBEDRIJF
De procedure
De vordering / het geschil
De beoordeling
- Exploot van dagvaarding € 93,80
- Griffierecht € 77,00
- Salaris gemachtigde € 500,00 (2 x € 250,00).
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 11 februari 2015 uitspraak gedaan in een geschil tussen een ex-ondernemer en het Stichting Bedrijfspensioenfonds voor het Bakkersbedrijf (Bpf Bakkers). De eiser, een hartpatiënt die een eenmanszaak in de patisserie en catering heeft gedreven, heeft met succes een dwangbevel van het Bpf Bakkers aangevochten. De eiser had geen personeel in dienst en had zijn onderneming in 2009 beëindigd en zich uitgeschreven bij de Kamer van Koophandel. Het Bpf Bakkers had desondanks een dwangbevel uitgevaardigd, waarbij het fonds aanspraak maakte op premiebetalingen die volgens de eiser onterecht waren. De kantonrechter oordeelde dat het Bpf Bakkers onzorgvuldig had gehandeld door blindelings op het KvK-adres te vertrouwen zonder de GBA-gegevens te controleren. De rechter concludeerde dat de eiser geen verplichtingen had jegens het fonds, aangezien hij geen personeel had en de premieclaim niet gerechtvaardigd was. Het dwangbevel werd vernietigd, en het Bpf Bakkers werd veroordeeld tot restitutie van de betaalde bedragen en de proceskosten. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor pensioenfondsen om zorgvuldig om te gaan met hun informatie en de verplichtingen van ondernemers.