In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Limburg op 14 november 2016 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een advocaat, aangeduid als [eiser], en de besloten vennootschap MEDIA GROEP LIMBURG B.V. (MGL). De advocaat vorderde een verbod op de publicatie van een artikel waarin zijn naam werd genoemd naar aanleiding van een beslissing van het hof van discipline, dat hem op 4 april 2016 had geschrapt van het tableau. De advocaat stelde dat de publicatie zijn persoonlijke levenssfeer zou schenden, terwijl MGL het recht op vrijheid van meningsuiting in het geding bracht. De voorzieningenrechter oordeelde dat het belang van het publiek om geïnformeerd te worden over de beroepsuitoefening van de advocaat zwaarder weegt dan het recht van de advocaat op eerbiediging van zijn persoonlijke levenssfeer. De rechter concludeerde dat de informatie al openbaar was gemaakt en dat de publicatie van het artikel niet onrechtmatig was. De vorderingen van de advocaat werden afgewezen, en hij werd veroordeeld in de proceskosten van MGL.