ECLI:NL:RBLIM:2016:6102
Rechtbank Limburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A.W.P. Letschert
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van Wob-verzoek met betrekking tot motorclubs
In deze zaak heeft de rechtbank Limburg op 14 juli 2016 uitspraak gedaan in een beroep tegen de niet-ontvankelijk verklaring van een verzoek om openbaarmaking van informatie op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). Eiser had op 2 mei 2014 een verzoek ingediend bij de korpschef van politie om informatie over vermoedens van strafbare feiten met betrekking tot motorclubs. Het verzoek werd door verweerder buiten behandeling gesteld, omdat het te algemeen geformuleerd was. Eiser werd verzocht om het verzoek te preciseren, maar dit leidde niet tot een adequate reactie. Verweerder verklaarde het bezwaar van eiser niet-ontvankelijk en subsidiair ongegrond, wat leidde tot het onderhavige beroep.
Tijdens de zitting op 21 april 2016 was eiser niet aanwezig, terwijl hij eerder had aangegeven verhinderd te zijn. De rechtbank constateerde dat eiser in totaal eenentwintig beroepen had ingediend, allemaal gerelateerd aan de Wob, en dat er vragen waren gerezen over de relatie tussen eiser en zijn gemachtigde. De rechtbank oordeelde dat het Wob-verzoek zo geformuleerd was dat het misbruik van recht vertoonde, omdat het verzoek niet concreet genoeg was en de procedure onnodig vertraagde. De rechtbank concludeerde dat eiser en zijn gemachtigde de bevoegdheid om een Wob-verzoek in te dienen voor een ander doel hadden aangewend, wat leidde tot de niet-ontvankelijk verklaring van het beroep.
De rechtbank verklaarde het beroep niet-ontvankelijk, waarbij zij de lange tijdsduur sinds het verzoek en het niet verschijnen van eiser in overweging nam. De uitspraak werd gedaan door rechter A.W.P. Letschert, in aanwezigheid van griffier A.W.C.M. Frings, en werd openbaar uitgesproken op 14 juli 2016.