28.3.Van overige in de beroepen gemaakte, voor vergoeding in aanmerking komende, kosten is de rechtbank niet gebleken.
- verklaart het beroep AWB 15/372, voor zover ingesteld door [eiser 1] ,
[naam 30] , [naam 31] , [naam 15] , [naam 16] , [naam 32] , [naam 33] , [naam 34] [naam 35] , [naam 36] , [naam 37] , [naam 38] , [naam 17] ,
[naam 18] [naam 39] , [naam 40] , [naam 41] , D. Siepermann ,
[naam 43] , [naam 44] en H.A. [naam 45] , niet ontvankelijk en voor zover
ingesteld door de overige eisers in die beroepszaak gegrond;
- verklaart het beroep AWB 15/374 gegrond;
- verklaart het beroep AWB 15/375, voor zover ingesteld door [eiser 2] , [naam 46] , [naam 10] , [naam 47] , [naam 48] , [naam 49] ,
[eiser 3] , [naam 50] , [naam 51] , [naam 52] , [naam 53] en [naam 54] niet-ontvankelijk en voor zover ingesteld door de overige eisers in die beroepszaak gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit voor zover het betreft de vergunningvoorschriften 8.2., 9.1 tot en met 9.4 en 10.1, aanhef en onder a;
- bepaalt dat de vergunningvoorschriften 9.5 tot en met 9.13 gehandhaafd blijven en worden vernummerd tot vergunningvoorschriften 9.1 tot en met 9.9;
- bepaalt dat voorschrift 8.2 in de omgevingsvergunning wordt opgenomen, luidende:
“Het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau LAr,LT veroorzaakt door de in de inrichting aanwezige toestellen en installaties, door de in de inrichting verrichte werkzaamheden of activiteiten alsmede door het transportverkeer binnen de grenzen van de inrichting, mag ter plaatse van woningen niet meer bedragen dan 40, 35 en 30 dB(A) in respectievelijk de dag-, avond-, en nachtperiode”;
- bepaalt dat voorschrift 8.6 in de omgevingsvergunning wordt opgenomen, luidende:
“Indien uit het onderzoek genoemd in voorschrift 8.4 blijkt dat niet wordt voldaan aan de geluidvoorschriften zoals genoemd in voorschrift 8.2 en 8.3, dient onmiddellijk te worden voorzien in het treffen van bronmaatregelen (bijvoorbeeld geluidabsorberend materiaal aan de binnenkant van de wanden van de luchtwassers) opdat de geluidbelasting zodanig wordt gereduceerd dat aan de voorschriften 8.2 en 8.3 kan worden voldaan.”;
- bepaalt dat voorschrift 8.7 in de omgevingsvergunning wordt opgenomen, luidende:
“De dagperiode is 7.00 tot 19.00 uur, de avondperiode 19.00 uur tot 23.00 uur en de nachtperiode 23.00 uur tot 7.00 uur;
- bepaalt dat de vergunningvoorschriften 10.1, aanhef en onder b tot en met d, worden vernummerd tot vergunningvoorschriften 10.1, aanhef en onder a tot en met c;
- bepaalt dat deze uitspraak in zoverre in de plaats treedt van het vernietigde gedeelte van het bestreden besluit;
- draagt verweerder op het in beroepszaak AWB 15/372 betaalde griffierecht van € 167,- aan [naam 29] , [naam 22] , [naam 24] , [naam 19] , [naam 25] , [naam 28] , [naam 20] en [naam kwekerij] . te vergoeden, met dien verstande dat betaling aan een van hen bevrijdend werkt ten opzichte van de anderen;
- draagt verweerder op het in beroepszaak AWB 15/374 betaalde griffierecht van € 331,- aan Stichting Wakker Dier, Coöperatie Mobilisation for the Environment U.A en Leefmilieu te vergoeden, met dien verstande dat betaling aan een van hen bevrijdend werkt ten opzichte van de anderen;
- draagt verweerder op het in beroepszaak AWB 15/375 betaalde griffierecht van € 331,- aan Vereniging Behoud de Parel en [naam 27] te vergoeden, met dien verstande dat betaling aan een van hen bevrijdend werkt ten opzichte van de ander;
- veroordeelt verweerder in de beroepszaken AWB 15/372 en AWB 15/374 in de proceskosten van [naam 21] [naam 22] , [naam 24] , [naam 19] ,
[naam 25] , [naam 26] , [naam 20] , [naam kwekerij] ., Stichting Wakker Dier, Coöperatie Mobilisation for the Environment U.A en Leefmilieu tot een bedrag van € 9.872,-, met dien verstande dat betaling aan een van hen bevrijdend werkt ten opzichte van de anderen;
- veroordeelt verweerder in beroepszaak AWB 15/375 in de proceskosten van Vereniging Behoud de Parel en [naam 27] tot een bedrag van € 1.488,-, met dien verstande dat betaling aan een van hen bevrijdend werkt ten opzichte van de ander.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.J.G.H. Seerden (voorzitter), en mr. T.M. Schelfhout en mr. E.J. Govaers, leden, in aanwezigheid van mr. A.G.P.M. Zweipfenning, griffier
.
De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 11 augustus 2016.
Afschrift verzonden aan partijen op: 11 augustus 2016
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Als hoger beroep is ingesteld, kan bij de voorzieningenrechter van de hogerberoepsrechter worden verzocht om het treffen van een voorlopige voorziening.