Uitspraak
4.De rechtbank overweegt als volgt.
10.Het beroep is ongegrond.
11.Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 8 december 2017.
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de rechtbank Limburg op 8 december 2017 uitspraak gedaan in een beroep van eiser tegen zijn strafontslag. Eiser, die werkzaam was bij de gemeente Venlo, had zijn dienstverband per 15 juli 2016 verloren. De rechtbank verklaarde het beroep van eiser niet-ontvankelijk, omdat hij te laat beroep had ingesteld tegen het ontslag. De termijnoverschrijding werd niet verschoonbaar geacht, waardoor het strafontslag in rechte vaststond. De rechtbank oordeelde verder dat eiser verwijtbaar werkloos was geworden, omdat hij zich tijdens de proeftijd schuldig had gemaakt aan plichtsverzuim. Dit leidde tot de conclusie dat eiser geen recht had op (algemene) bijstand vanwege de hoogte van zijn vermogen.
De rechtbank behandelde ook de afwijzing van eisers verzoek om bijzondere bijstand. De rechtbank oordeelde dat verweerder niet had onderzocht of het bezwaren of de verkoop van de eigen woning van eiser redelijkerwijs kon worden verlangd. Eiser had in beroep aangevoerd dat er geen dringende reden voor zijn ontslag was, en dat verweerder onvoldoende onderzoek had gedaan naar de feiten. De rechtbank concludeerde echter dat er wel degelijk sprake was van een dringende reden, en dat eiser niet aannemelijk had gemaakt dat hij toestemming had voor het meenemen van gemeente-eigendommen. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees de proceskostenveroordeling af.