ECLI:NL:RBLIM:2017:685

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
24 januari 2017
Publicatiedatum
25 januari 2017
Zaaknummer
C/03/226586 / KG ZA 16-504 A
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling in kort geding met betrekking tot pandrecht op vordering

In deze zaak, die op 24 januari 2017 door de Rechtbank Limburg is behandeld, heeft de vennootschap MITEX GROUP LTD een kort geding aangespannen tegen een aantal gedaagden, die in conventie en reconventie betrokken zijn. De kern van het geschil betreft een geldvordering van MITEX op de gedaagden, die voortvloeit uit een overeenkomst van geldlening. MITEX vordert een bedrag van € 713.775,47, vermeerderd met rente en buitengerechtelijke incassokosten. De gedaagden hebben verweer gevoerd en stellen dat MITEX niet bevoegd is om de vordering te innen, omdat er een pandrecht rust op de vordering, dat aan Perycom en Naga is verleend. De voorzieningenrechter heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat het pandrecht op de vordering aan de gedaagden is meegedeeld, waardoor Perycom en Naga als pandhouders inningsbevoegd zijn. Dit betekent dat MITEX niet bevoegd is om de vordering te innen. De voorzieningenrechter heeft ook geoordeeld dat MITEX onvoldoende spoedeisend belang heeft aangetoond voor haar vordering. De vorderingen van MITEX zijn afgewezen, en zij is veroordeeld in de proceskosten. In reconventie hebben de gedaagden een schadevergoeding gevorderd, maar ook deze vordering is afgewezen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
zaaknummer / rolnummer: C/03/226586 / KG ZA 16-504
Vonnis in kort geding van 24 januari 2017
in de zaak van
de vennootschap naar het recht van de Britse Maagdeneilanden,
MITEX GROUP LTD,
gevestigd te Wan Chai, Hong Kong,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
verweerster in het incident,
advocaat mr. A.L. Stegeman,
tegen

1.[gedaagde in conventie, eiser in reconventie, eiser in het incident sub 1] ,

wonende te [woonplaats] ,
2.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het incident sub 2],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagden in conventie,
eisers in reconventie,
eisers in het incident,
advocaat mr. G.J.A. van Dinter.
Partijen zullen hierna Mitex en [gedaagden in conventie, eisers in reconventie, eisers in het incident] c.s. worden genoemd.

1.De procedure

1.1.
Op 17 november 2016 is in deze zaak een tussenvonnis uitgesproken. De voorzieningenrechter verwijst naar dat tussenvonnis voor het verloop van de procedure tot die datum.
1.2.
Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
  • een brief van Mitex van 6 januari 2017, met de producties 28-30,
  • een brief van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie, eisers in het incident] c.s. van 6 januari 2017, met de productie 26,
  • de mondelinge behandeling op 10 januari 2017,
  • de akte vermeerdering van eis van Mitex,
  • de pleitnota van mr. Stegeman,
  • de pleitnota van mr. Van Dinter.
1.3.
Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1.
Sabey Ltd (hierna: Sabey) en Mitex zijn vennootschappen naar het recht van de Britse Maagdeneilanden. Sabey is statutair gevestigd op Tortola, Britse Maagdeneilanden. Mitex is statutair gevestigd te Wan Chai, Hong Kong. [naam bestuurder Sabey] (hierna: [naam bestuurder Sabey] ) is (middellijk) bestuurder van Sabey. [naam bestuurder Mitex] (hierna: [naam bestuurder Mitex] ) is bestuurder van Mitex.
2.2.
Op 6 mei 2008 hebben [naam bestuurder Sabey] namens Sabey en [gedaagden in conventie, eisers in reconventie, eisers in het incident] c.s. een overeenkomst ondertekend waarbij Sabey aan [gedaagden in conventie, eisers in reconventie, eisers in het incident] c.s. een bedrag van (maximaal) € 475.000,-- ter leen heeft verstrekt tegen een jaarlijkse rente van 5% over de hoofdsom, met een looptijd van twintig maanden. De looptijd van de lening is herhaaldelijk verlengd, laatstelijk tot (in elk geval) 31 december 2019, althans 31 december 2024. Ten aanzien van de rente is onder meer bepaald dat deze per kwartaal achteraf zal worden voldaan of zal worden opgeteld bij de hoofdsom. Volgens de overeenkomst wordt de hoofdsom met de verschuldigde rente ineens opeisbaar indien, kort gezegd, [gedaagden in conventie, eisers in reconventie, eisers in het incident] c.s. in gebreke blijft met de betaling van hoofdsom en rente en indien ‘conservatoir derden beslag gelegd is op een substantieel gedeelte van de activa van’ [gedaagden in conventie, eisers in reconventie, eisers in het incident] c.s.
2.3.
In juni 2007 en op 1 juni 2008 hebben [naam bestuurder Sabey] namens R.I.G. Investments B.V. (hierna: RIG) ‘and all its present and future group companies, directors and employees’ en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, eiser in het incident sub 1] namens Perycom Management B.V. (hierna: Perycom) een ‘
consulting agreement’ ondertekend. De overeenkomsten betreffen het verlenen van diensten door Perycom als consultant ten behoeve van RIG (en haar vennootschappen, bestuurders en werknemers).
Artikel 3.02 ‘C
ompensation: success fee’ van de overeenkomst, zoals later gewijzigd, luidt:
‘The success fee consists of 1% of the percentage, that RIG Group holds in the EWT Group, of the market value of EWT Group calculated at the moment of the listing of the EWT Group at a Stock exchange or of the total sales price of the EWT Group in case of a sale to a third party or a pro rata sale by RIG.(example: sales value or introduction value 250.000.000m Euro; success fee is then 1% of RIG’s percentage , say 40% , in EWTH Group or in shares sold by RIG would be 1.000.000 Euro), with a maximum compensation under this clause of 1.500.000 Euro. This fee is also due if a listing or (pro rata) sale ) takes
place within 12 months after the termination of this agreement. Furthermore Perycom is entitled to an additional annual success fee of 1% of the consolidated net profit after tax of RIG , to be calculated and paid on an annual basis, for the first time over the year 2007.’
2.4.
Bij brief van 18 juli 2012 heeft Perycom RIG in gebreke gesteld met betrekking tot betaling van openstaande facturen tot een bedrag van € 134.676,05 en tot betaling van € 135.975,12 exclusief btw voor nog niet gefactureerde, maar wel verschuldigde
consulting fee. Bij de brief is een overzicht gevoegd.
2.5.
Op 22 augustus 2012 hebben [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, eiser in het incident sub 1] namens Perycom en Naga Investments B.V. enerzijds en [naam bestuurder Sabey] namens Sabey, RIG en Yajur Investments B.V. (hierna: Yajur) anderzijds een zogenoemde ‘pandakte vorderingen (openbaar) ondertekend.
De pandakte luidt onder meer als volgt:
‘NEMEN IN AANMERKING:
  • Perycom en Naga hebben uit diverse rechtsverhoudingen, waaronder en consulting agreement d.d. maart en juni 2007 en een overeenkomst van geldlening, maar niet tot deze rechtsverhoudingen beperkt, vorderingen op RIG en op vennootschappen waarin RIG en of het bestuur van RIG vertegenwoordigingsbevoegd is of waarmee RIG op enigerlei wijze in groeps en/of concernverband staat;
  • Yajur Investments B.V. heeft uit hoofde van een overeenkomst van geldlening op 6 juli 2009 aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, eiser in het incident sub 1] en/of [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het incident sub 2] te [woonplaats] een lening verstrekt, thans pro resto groot € 135.000,00;
  • Sabey Ltd heeft uit hoofde van een overeenkomst van geldlening op 1 mei 2008 aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, eiser in het incident sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het incident sub 2] te [woonplaats] een lening verstrekt van
€ 475.000,00;
- Perycom en Naga wensen ter securering van hun vorderingen op RIG en/of de groeps en/of de concernvennootschappen een pandrecht te verkrijgen op de vorderingen van Yajur en Sabey op [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, eiser in het incident sub 1] en/of [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het incident sub 2] .
KOMEN OVEREEN:
De gesecureerde vordering
1. De in deze akte bedoelde verpanding strekt tot zekerheid voor de voldoening van al hetgeen RIG en/of alle vennootschappen waarin RIG en of het bestuur van RIG vertegenwoordigingsbevoegd is of waarmee RIG op enigerlei wijze in groeps en/of concernverband staat aan Perycom of te eniger tijd verschuldigd zijn of zullen zijn, uit welken hoofde ook, zulks zoals blijkt uit de administratie van Perycom.
2. De in deze akte bedoelde verpanding strekt tot zekerheid voor de voldoening van al hetgeen RIG en/of alle vennootschappen waarin RIG en of het bestuur van RIG vertegenwoordigingsbevoegd is of waarmee RIG op enigerlei wijze in groeps en/of concernverband staat aan Naga of te eniger tijd verschuldigd zijn of zullen zijn, uit welken hoofde ook, zulks zoals blijkt uit de administratie van Naga.
Verleende pandrecht
3. Yajur en Saba verpanden hierbij aan Perycom alle huidige en toekomstige vorderingen of gedeelten daarvan die Yajur en Sabey nu of te eniger tijd op [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, eiser in het incident sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het incident sub 2] hebben of zullen hebben, al dan niet opeisbaar, onder voorwaarde of tijdsbepaling, alles in de ruimste zin, welke verpanding door Perycom wordt aanvaard.
4. Yajur en Saba verpanden hierbij aan Naga huidige en toekomstige vorderingen of gedeelten daarvan die Yajur en Sabey nu of te eniger tijd op [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, eiser in het incident sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het incident sub 2] hebben of zullen hebben, al dan niet opeisbaar, onder voorwaarde of tijdsbepaling, alles in de ruimste zin, welke verpanding door Perycom wordt aanvaard.
(..)
Verrekening
8. Yajur en Sabey verlenen aan Perycom en Naga de bevoegdheid om, ondanks het ontbreken van wederzijds schuldenaarschap hun vorderingen op RIG en/of alle vennootshappen waarin RIG en of het bestuur van RIG vertegenwoordigingsbevoegd is of waarmee RIG op enigerlei wijze in groeps en/of concernverband staat te verrekenen met al hetgeen [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, eiser in het incident sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, eiseres in het incident sub 2] op dit moment of in de toekomst, al dan niet opeisbaar, onder voorwaarde of tijdsbepaling, alles in de ruimste zin verschuldigd zijn aan Yajur en Sabey. De verrekende vorderingen zullen tot hun gemeenschappelijlc beloop teniet gaan.’
De pandakte is ‘voor gezien’ ondertekend door [gedaagden in conventie, eisers in reconventie, eisers in het incident] c.s.
2.6.
RIG is op 5 oktober 2012 in staat van faillissement verklaard. Perycom heeft op 23 november 2012 aan de curator meegedeeld dat haar vordering op RIG en groepsvennootschappen € 1.157.591,61 bedraagt. De curator heeft de vordering voor een bedrag van € 136.820,55 geplaatst op de lijst van voorlopige erkende schuldvorderingen.
2.7.
[gedaagden in conventie, eisers in reconventie, eisers in het incident] c.s. heeft op de onder 2.2 genoemde geldlening geen rente betaald. De rente is opgeteld bij de hoofdsom.
2.8.
Volgens ongedateerde verklaring, ondertekend door [naam bestuurder Sabey] namens Sabey en [naam bestuurder Mitex] namens Mitex, is de vordering van Sabey uit hoofde van de geldlening op 1 juli 2014 overgedragen aan Mitex. Bij brieven van 8 augustus 2014 heeft mr. J.E. Stam, destijds advocaat te Naarden, van de overdracht mededeling gedaan aan [gedaagden in conventie, eisers in reconventie, eisers in het incident] c.s., onder gelijktijdige opeising van de tot dan verschuldigde rente ten bedrage van € 170.426,85.
2.9.
[naam bestuurder Sabey] is op 8 juli 2015 in staat van faillissement verklaard.
2.10.
De onder 2.5 genoemde pandakte is op 27 juni 2016 geregistreerd bij de Belastingdienst te Rotterdam.
2.11.
Ingevolge het vonnis in het incident van 17 november 2016 heeft Mitex ten behoeve van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie, eisers in het incident] c.s. een bankgarantie doen stellen door ING Bank voor een bedrag van
€ 15.000,-.

3.Het geschil

In conventie
3.1.
Mitex vordert, kort gezegd, dat de voorzieningenrechter [gedaagden in conventie, eisers in reconventie, eisers in het incident] c.s. bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, hoofdelijk veroordeelt tot betaling van een bedrag van € 713.775,47, vermeerderd met de rente over dit bedrag van 5% per jaar vanaf 1 september 2016 tot aan de dag der algehele voldoening, alsook dat de voorzieningenrechter [gedaagden in conventie, eisers in reconventie, eisers in het incident] c.s. veroordeelt tot betaling van een bedrag van € 5.343,88 aan buitengerechtelijke incassokosten, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening, een en ander met een hoofdelijke veroordeling van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie, eisers in het incident] c.s. in de kosten van de procedure.
3.2.
Mitex heeft haar eis vermeerderd met de vordering om [gedaagden in conventie, eisers in reconventie, eisers in het incident] c.s. hoofdelijk te veroordelen tot teruggaaf van de onder 2.11 genoemde bankgarantie, op straffe van verbeurte van een dwangsom.
3.3.
[gedaagden in conventie, eisers in reconventie, eisers in het incident] c.s. voert verweer.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang voor de beslissing, ingegaan.
In reconventie
3.5.
[gedaagden in conventie, eisers in reconventie, eisers in het incident] c.s. vordert, kort gezegd, dat de voorzieningenrechter Mitex bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, veroordeelt tot betaling van € 15.000, met rente en kosten.
3.6.
Mitex voert verweer.
3.7.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang voor de beslissing, ingegaan.

4.De beoordeling

In conventie
4.1.
[gedaagden in conventie, eisers in reconventie, eisers in het incident] c.s. heeft onder meer aangevoerd dat de zaak niet spoedeisend is en dat Mitex niet bevoegd is om enige vordering uit hoofde van de geldlening te innen. De voorzieningenrechter ziet aanleiding om deze verweren het eerst te bespreken.
Inningsbevoegdheid
4.2.
Rust op een vordering een pandrecht, dan is ingevolge art. 3:246 lid 1 BW de pandhouder bevoegd in en buiten rechte nakoming daarvan te eisen en betalingen in ontvangst te nemen. Deze bevoegdheden blijven bij de pandgever, zolang het pandrecht niet aan de schuldenaar van de vordering is medegedeeld.
4.3.
Blijkens de onder 2.5 genoemde pandakte is op 22 augustus 2012 op de vordering van Sabey uit hoofde van de onderhavige geldlening een pandrecht gevestigd ten behoeve van Perycom en Naga. Voor het antwoord op de vraag wie bevoegd is in en buiten rechte nakoming van de vordering te eisen en betalingen in ontvangst te nemen, is bepalend of (en wanneer) het pandrecht aan [gedaagden in conventie, eisers in reconventie, eisers in het incident] c.s. is meegedeeld. [gedaagden in conventie, eisers in reconventie, eisers in het incident] c.s. hebben de pandakte op 22 augustus 2012 voor gezien ondertekend, waaruit moet worden opgemaakt dat het pandrecht op die datum aan hen is meegedeeld. Uit het feit dat de akte ‘pandakte vorderingen (openbaar)’ is genoemd, mag worden afgeleid dat onmiddellijke mededeling van het pandrecht aan [gedaagden in conventie, eisers in reconventie, eisers in het incident] c.s. – en daarmee het openbaar worden van het pandrecht – overeenstemde met de bedoeling van de partijen. De conclusie is dat vanaf het vestigen van het pandrecht op 22 augustus 2012 Perycom en Naga als pandhouders inningsbevoegd zijn en dat Sabey niet inningsbevoegd is.
4.4.
De overdacht van de vordering uit hoofde van de geldlening door Sabey aan Mitex die volgens Mitex in 2014 heeft plaatsgevonden, heeft geen gevolgen voor het pandrecht en evenmin voor de bevoegdheid van Perycom en Naga om de nakoming van de vordering te eisen en betalingen in ontvangst te nemen.
4.5.
Mitex heeft nog aangevoerd dat Perycom (en Naga) geen vorderingen hebben voor de voldoening waarvan het pandrecht tot zekerheid strekt, zodat het pandrecht is tenietgegaan.
4.6.
Het ligt op de weg van Mitex om feiten of omstandigheden te stellen en zo nodig aannemelijk te maken waaruit volgt dat het pandrecht van Perycom en Naga is tenietgegaan. In dit verband is in de eerste plaats van belang dat de artikelen 2 en 3 van de pandakte de administratie van Perycom en Naga aanwijzen als bewijs voor het bestaan van de vorderingen voor de voldoening waarvan het pandrecht tot zekerheid strekt. Daarnaast geldt dat de vorderingen erg ruim zijn omschreven, namelijk al hetgeen RIG en/of alle vennootschappen waarvoor RIG en of haar bestuur vertegenwoordigingsbevoegd is of waarmee RIG op enigerlei wijze in groeps- en/of concernverband staat, aan Perycom verschuldigd is of te eniger tijd verschuldigd zijn of zullen zijn, uit welken hoofde ook. Gelet op deze omschrijving zal niet snel kunnen worden aangenomen dat een vordering van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie, eisers in het incident] c.s. die op enigerlei wijze met RIG of haar bestuur in verband is te brengen, buiten het pandrecht valt.
4.7.
Blijkens de gedingstukken heeft Perycom zich op het standpunt gesteld dat zij een vordering heeft op RIG of vennootschappen waarvoor RIG of haar bestuur vertegenwoordigingsbevoegd is of waarmee RIG op enigerlei wijze in groeps- of concernverband staat. Bij brief van 18 juli 2012 heeft Perycom opgegeven dat de vordering € 270.651,17 bedraagt en bij brief van 23 november 2012 € 1.157.591,61. De curator in het faillissement van RIG (en daarmee verbonden vennootschappen) heeft de vordering op de lijst van voorlopig erkende schuldvorderingen geplaatst tot een bedrag van € 136.820,55.
Er zijn dus duidelijke aanwijzingen dat in elk geval Perycom een (substantiële) vordering heeft voor de voldoening waarvan het pandrecht tot zekerheid strekt.
4.8.
Hiertegenover heeft Mitex onvoldoende aannemelijk kunnen maken dat die vordering niet bestaat of is tenietgegaan. Weliswaar heeft Mitex gesteld dat de vorderingen van Perycom zijn verrekend met een schuld van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie, eiser in het incident sub 1] (c.s.) aan Yajur uit hoofde van een geldlening van € 225.000, maar het is vooralsnog niet aannemelijk geworden dat de vordering van Perycom (volledig) is tenietgegaan door verrekening met een vordering van Yajur op [gedaagden in conventie, eisers in reconventie, eisers in het incident] c.s.
4.9.
Gelet op het voorgaande moet vooralsnog worden aangenomen dat Mitex niet bevoegd is om in en buiten rechte de vordering uit hoofde van de onderhavige geldlening op te eisen en betalingen in ontvangst te nemen. Reeds hierom is er geen grondslag voor toewijzing van de vordering in kort geding.
Spoedeisend belang
4.10.
De voorzieningenrechter voegt daaraan toe dat Mitex onvoldoende aannemelijk heeft kunnen maken dat zij een spoedeisend belang heeft bij haar vordering. Enerzijds is niet aannemelijk dat Mitex op korte termijn gelden van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie, eisers in het incident] c.s. nodig heeft, mede in aanmerking genomen dat Mitex niet op terugbetaling van de geldlening heeft mogen rekenen omdat de looptijd daarvan nog niet is verstreken. Ook is de vrees voor verlies van verhaalsmogelijkheden niet aannemelijk vanwege het enkele feit dat conservatoir beslag is gelegd op het woonhuis van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie, eisers in het incident] c.s. Ook om deze reden is er dus geen toereikende grondslag om in kort geding een voorlopige voorziening te treffen.
Vermeerderde eis: teruggaaf bankgarantie
4.11.
De vermeerderde eis ziet op het geval dat de vorderingen van Mitex worden toegewezen. Dat geval doet zich niet voor, zodat de eis moet worden afgewezen.
Conclusie en proceskosten
4.12.
De conclusie is dat de vorderingen moeten worden afgewezen.
4.13.
De voorzieningenrechter zal Mitex veroordelen in de proceskosten, die van het incident daaronder begrepen, omdat zij in het ongelijk is gesteld. In de omstandigheden van het geval ziet de voorzieningenrechter aanleiding om in de hoofdzaak bij de toepassing van het liquidatietarief uit te gaan van het tarief dat past bij het gevorderde bedrag (tarief VII).
Proceskostenspecificatie:
vast recht: € 1.548,-
salaris hoofdzaak: € 2.580,-
salaris incident € 816,-
---------------------
Totaal € 4.944,-
In reconventie
4.14.
[gedaagden in conventie, eisers in reconventie, eisers in het incident] c.s. heeft aangevoerd dat Mitex onrechtmatig jegens hem heeft gehandeld door een bij voorbaat kansloze procedure aanhangig te maken. De procedure was bij voorbaat kansloos omdat Mitex niet bevoegd was de vordering uit hoofde van de geldlening te innen. De schade bestaat volgens [gedaagden in conventie, eisers in reconventie, eisers in het incident] c.s. (onder meer) uit de daadwerkelijk gemaakte kosten van rechtsbijstand. In dit verband vordert [gedaagden in conventie, eisers in reconventie, eisers in het incident] c.s. een voorschot op de schadevergoeding van € 15.000,-. Mitex heeft weersproken dat zij onjuiste feiten en omstandigheden naar voren heeft gebracht.
4.15.
De vordering zoals [gedaagden in conventie, eisers in reconventie, eisers in het incident] c.s. die hebben ingesteld, is alleen toewijsbaar in geval van misbruik van procesrecht of onrechtmatig handelen. Daarvan is pas sprake als het instellen van de vordering, gelet op de evidente ongegrondheid ervan, in verband met de betrokken belangen van de wederpartij achterwege had behoren te blijven. Hiervan kan eerst sprake zijn als eiser zijn vordering baseert op feiten en omstandigheden waarvan hij de onjuistheid kende dan wel behoorde te kennen of op stellingen waarvan hij op voorhand moest begrijpen dat deze geen kans van slagen hadden. Bij het aannemen van misbruik van procesrecht of onrechtmatig handelen door het aanspannen van een procedure past terughoudendheid, gelet op het recht op toegang tot de rechter dat mede gewaarborgd wordt door art. 6 EVRM (HR 6 april 2012, ECLI:NL:HR:2012:BV7828).
4.16.
In dit geval staat vast dat [gedaagden in conventie, eisers in reconventie, eisers in het incident] c.s. op voorhand en met nadruk Mitex erop heeft gewezen dat ingevolge de verpanding van de vordering uit hoofde van de geldlening niet zij, maar Perycom en Naga inningsbevoegd waren. Mitex had daarom behoren na te gaan of zij inningsbevoegd was. Uit de dagvaarding (onder 25-27) en de pleitnota van Mitex (onder 26-31) blijkt dat Mitex zich inningsbevoegd heeft geacht omdat volgens haar sprake was van een zogenoemd stil pandrecht en niet van een openbaar pandrecht. Mitex heeft daartoe aangevoerd dat het pandrecht niet aan [gedaagden in conventie, eisers in reconventie, eisers in het incident] c.s. was meegedeeld. Het was haar echter bekend dat [gedaagden in conventie, eisers in reconventie, eisers in het incident] c.s. de pandakte ‘voor gezien’ heeft ondertekend en dat de partijen bij de pandakte daaraan de vermelding ‘openbaar’ hebben gegeven. Dat kan niets anders betekenen dan dat het pandrecht aan [gedaagden in conventie, eisers in reconventie, eisers in het incident] c.s. is meegedeeld, zodat Mitex had moeten weten dat zij niet inningsbevoegd was indien het pandrecht nog bestaat. Daar staat tegenover dat dit anders kan zijn, als het pandrecht inmiddels was tenietgegaan. Ook op dat tenietgaan heeft Mitex een beroep gedaan. Naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter kan onder deze omstandigheden en gelet op de over en weer ingenomen standpunten niet worden gezegd dat de vorderingen van Mitex evident ongegrond zijn, mede in het licht van de terughoudendheid die in dit kader past.
4.17.
De conclusie is dat de vordering in reconventie moet worden afgewezen.
4.18.
De kosten van de reconventie komen ten laste van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie, eisers in het incident] c.s., omdat hij in het ongelijk is gesteld. De voorzieningenrechter begroot die kosten, voor zover tot op heden aan de zijde van Mitex gevallen, op nihil, omdat niet is gebleken dat ten aanzien van het verweer in reconventie werkzaamheden zijn verricht die een vergoeding rechtvaardigen.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
in conventie:
5.1.
wijst de vorderingen af,
5.2.
veroordeelt, uitvoerbaar bij voorraad, Mitex in de proceskosten, tot op heden aan de zijde van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie, eisers in het incident] c.s. begroot op € 4.944,-, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf de vijftiende dag na betekening van dit vonnis en te vermeerderen met het nasalaris ten bedrage van € 131,- zonder betekening van dit vonnis en € 199,- na betekening van dit vonnis in het geval dat Mitex niet binnen 14 dagen na dit vonnis de proceskosten heeft voldaan,
in reconventie:
5.3.
wijst de vorderingen af,
5.4.
veroordeelt, uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagden in conventie, eisers in reconventie, eisers in het incident] c.s. in de proceskosten, tot op heden aan de zijde van Mitex begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. drs. W.J.J. Los en in het openbaar uitgesproken op
24 januari 2017. [1]

Voetnoten

1.type: WL