Uitspraak
RECHTBANK limburg
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 11 augustus 2017 in de zaken tussen
[eiser 1] en [eiser 2], te [woonplaats], eisers
Procesverloop
procedure 1: AWB 17/323 + 17/324).
procedure 2: AWB 17/640 + 17/641).
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep in beide procedures gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit in procedure 1;
- verklaart het bezwaar van eisers tegen de brief van 26 juli 2016 niet-ontvankelijk en bepaalt dat deze uitspraak in zoverre in de plaats treedt van het vernietigde bestreden besluit;
- draagt verweerder op binnen 2 weken na de dag van verzending van deze uitspraak een besluit te nemen op het handhavingsverzoek van eisers;
- bepaalt dat verweerder aan eisers een dwangsom van € 100,- verbeurt voor elke dag waarmee hij de hiervoor genoemde termijn overschrijdt, met een maximum van € 10.000,-;
- stelt de hoogte van de door verweerder aan eisers verschuldigde dwangsom in procedure 2 vast op € 1260,-;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 168,- in alle zaken aan eisers te vergoeden;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eisers tot een bedrag van € 1485,- per eiser.
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 11 augustus 2017.