In deze zaak vorderden de eisers, huisartsen die deel uitmaakten van een maatschap, schadevergoeding van de IT-dienstverlener. De eisers stelden dat na een niet-volledige installatie van een software-update en het terugzetten van een back-up, alle gegevens van hun huisartsenpraktijk verloren waren gegaan. De dagelijkse back-ups op externe schijven bleken onbruikbaar te zijn. De rechtbank diende te beoordelen of de IT-dienstverlener tekortgeschoten was in zijn verplichtingen, met name of hij verantwoordelijk was voor het maken van bruikbare back-ups en of hij fouten had gemaakt bij het terugzetten van de back-up.
De rechtbank oordeelde dat de IT-dienstverlener niet expliciet de verplichting had om te zorgen voor bruikbare back-ups, aangezien de dienst 'Internet Backup' niet was afgenomen door de eisers. Wel lag er een verantwoordelijkheid bij de IT-dienstverlener om een back-up te maken vóór de installatie van de update, maar de IT-dienstverlener stelde dat ook deze back-up onbruikbaar zou zijn geweest. De rechtbank gaf de IT-dienstverlener de gelegenheid om zich nader uit te laten over de gang van zaken en of hij voldoende zorgvuldig had gehandeld bij het terugzetten van de back-up.
De zaak werd aangehouden voor verdere beoordeling, waarbij de rechtbank ook de mogelijkheid van deskundigenonderzoek overwoog. De eisers moesten hun reactie op de akte van de IT-dienstverlener binnen vier weken indienen. Het vonnis werd uitgesproken op 11 januari 2017.