In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 10 januari 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen Stichting Destion en de bewindvoerder van [X]. De eisende partij, Stichting Destion, vorderde ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning van [X] vanwege een huurachterstand. De huurprijs bedroeg € 566,73 per maand, en de huurachterstand was opgelopen tot € 3.331,95 per eind december 2017. De bewindvoerder van [X] voerde verweer en vroeg om uitstel van de ontbinding, omdat er wijzigingen waren in de privé-situatie van [X] en er een aanvraag voor huurtoeslag was gedaan. De kantonrechter oordeelde echter dat de huurachterstand toewijsbaar was en dat de ontbinding van de huurovereenkomst en de ontruiming moesten worden toegewezen. De bewindvoerder werd veroordeeld tot betaling van de huurachterstand, de wettelijke rente en de proceskosten. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.