Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
MAIN ENERGIE B.V.
“ [handelsnaam] ”
1.De procedure
2.Het geschil
[adres 3]noemt. Blijkens alle stukken moet er dan ook van uitgegaan worden dat ME met een andere afnemer van energie dan [gedaagde] te maken had / heeft en nu dus bij de verkeerde persoon aanklopt. De aan het adres [adres 2] gerichte facturen en aanmaningen hebben [gedaagde] ook nimmer bereikt. Enig ander contact (per telefoon of e-mail) heeft - voorafgaand aan dagvaarding - evenmin plaatsgevonden. ME of de deurwaarder heeft nooit de moeite genomen om eens zorgvuldig uit te zoeken hoe het nu werkelijk in elkaar steekt. Pas bij dagvaarding is [gedaagde] op haar goede adres benaderd, maar geheel ten onrechte. [gedaagde] concludeert dat ME buiten rechte de zaak bij een andere aanpak snel opgelost zou hebben. De vordering moet als volstrekt ongerechtvaardigd stranden. Zij dringt aan op een kostenveroordeling.
3.De beoordeling
- Een beweerdelijk op 24 februari 2012 op de naam [gedaagde] en/of [handelsnaam] ingevuld formulier voor een zakelijke overeenkomst met ME voor het leveringsadres [adres 2] [vestigingsplaats 1] wijkt voor wat het vermelde adres betreft, af van het zaakadres [adres 3] dat deze onderneming volgens inschrijving bij de Kamer van Koophandel aanhoudt.
- Hetzelfde formulier bevat geen huis- noch zaakadres van de ondernemer/eigenaar [gedaagde] ( [adres 1] in [woonplaats] dan wel een ouder adres in [vestigingsplaats 2] , [vestigingsplaats 3] of elders; zie de KVK Handelsregisterhistorie).
- Het op het contractformulier (althans in de overgelegde kopie) onduidelijk ingevulde e-mailadres spoort niet met het door [gedaagde] gebruikte e-mailaccount.
- Er is een bankrekeningnummer ingevuld dat niet hoort bij de door enige bank aan [gedaagde] of haar onderneming toegewezen rekening maar dat vermoedelijk toebehoort aan (de kopie is ook hier vaag) ene [naam] .
- Het door de invuller van het formulier vermelde telefoonnummer behoort niet aan [gedaagde] toe noch aan [handelsnaam] (zie KvK-opgave van het nummer [telefoonnummer] dat gebruikt wordt voor de onderneming aan de [adres 3] ).
- De handtekening is niet die van [gedaagde] (zoals oppervlakkige vergelijking met de handtekening onder de beide procestukken van [gedaagde] aantoont).
- [gedaagde] heeft nooit laten weten dat ME het adres
- De ‘betaalhistorie’ van merendeels geslaagde incasso’s van ME over een reeks van jaren vermeldt gebruik van de rekening [bankrekeningnummer] waarvan niet gebleken is dat deze op naam van [gedaagde] dan wel [handelsnaam] staat.
- De naam van de werkelijke betaler (en dus de eigenlijke contractant van ME en afnemer van door haar geleverde energie) had dus betrekkelijk eenvoudig vast te stellen moeten zijn, maar is niet vastgesteld.
- Geen enkele factuur of aanmaning aan het (ook nog eens foutieve zaak-) adres [adres 2] [vestigingsplaats 1] is door ME dan wel haar gemachtigde aan het huisadres van [gedaagde] gestuurd, zodat van ontvangst door [gedaagde] niet heeft kunnen blijken.