ECLI:NL:RBLIM:2019:3434

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
11 april 2019
Publicatiedatum
12 april 2019
Zaaknummer
C/03/261638 KG ZA 19/114
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • M.J.H.A. Venner-Lijten
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vaststellen woonplaats in verband met beslagvrije voet en toepassing van artikel 475d Rv

In deze zaak, die zich afspeelt in het civiele recht, hebben eisers in conventie, die beiden in [woonplaats 1] wonen, een kort geding aangespannen tegen gedaagde in conventie, die in Maastricht woont. De eisers vorderen dat de gedaagde geen toepassing meer geeft aan artikel 475e Rv, en dat de beslagvrije voet wordt vastgesteld op € 1.781,02. De achtergrond van de zaak ligt in een eerder vonnis van de kantonrechter, waarbij eisers in conventie veroordeeld zijn tot betaling van € 85.000,00 aan gedaagde in conventie. Gedaagde heeft beslag gelegd op de AOW van eisers, maar stelde de beslagvrije voet op nihil omdat eisers geen bekende woonplaats in Nederland hadden. Eisers hebben echter aangetoond dat zij wel degelijk in [woonplaats 1] verblijven, wat werd bevestigd door een onaangekondigd huisbezoek van de gemeente. De voorzieningenrechter oordeelt dat de eisers voldoende bewijs hebben geleverd van hun woonplaats en dat de beslagvrije voet moet worden vastgesteld op het gevorderde bedrag. Gedaagde in conventie heeft geen spoedeisend belang aangetoond in haar reconventionele vordering, die daarom wordt afgewezen. De kosten van de procedure worden toegewezen aan de eisers in conventie.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
zaaknummer / rolnummer: C/03/261638 / KG ZA 19/114
Vonnis in kort geding van 11 april 2019
in de zaak van

1.[eiser in conventie, gedaagde in reconventie sub 1] ,

2.
[eiseres in conventie, gedaagde in reconventie sub 2],
beiden wonend te [woonplaats 1] ,
eisers in conventie,
gedaagden in reconventie,
advocaat mr. C.R.N. de Boer,
tegen
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie],
wonend te [woonplaats 2] en domicilie kiezend te Maastricht ten kantore van deurwaarder mr. R.J.V.M. Batta,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat mr. A.J.L.J. Pfeil.
Partijen zullen hierna [eisers in conventie, gedaagden in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 14 maart 2019 met producties,
  • de brief van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] van 18 maart 2019, met producties,
  • de mondelinge behandeling van 19 maart 2019, met de producties overgelegd door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] ,
  • de aanvullende producties van [eisers in conventie, gedaagden in reconventie] van 22 en 25 maart 2019,
  • de brief van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] van 25 maart 2019, met producties,
  • de conclusie van eis in reconventie,
  • de aanvullende producties van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] van 27 maart 2019,
  • de mondelinge behandeling van 28 maart 2019 met de pleitnota van [eisers in conventie, gedaagden in reconventie] en de pleitnotitie van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] .
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eisers in conventie, gedaagden in reconventie] zijn bij vonnis van de kantonrechter van 26 juli 2017 bij verstek veroordeeld om aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] te betalen een bedrag van € 85.000,00 inzake schadevergoeding. Tegen dit vonnis zijn geen rechtsmiddelen aangewend, zodat de verschuldigdheid en de hoogte van de vordering in rechte vast staant.
2.2.
[eisers in conventie, gedaagden in reconventie] bevonden zich lang niet in Nederland, zodat tenuitvoerlegging van het vonnis voor [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] lastig was. Op enig moment heeft [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] beslag kunnen leggen op de AOW en enkele andere rentes van [eisers in conventie, gedaagden in reconventie] . Zij heeft daarbij, omdat [eisers in conventie, gedaagden in reconventie] geen bekende woon- of verblijfplaats in Nederland hadden, althans in Duitsland woonden, op grond van artikel 475e RV de beslagvrije voet op nihil gesteld.
2.3.
[eisers in conventie, gedaagden in reconventie] hebben zich toen achtereenvolgens in [woonplaats 3] en in [woonplaats 1] ingeschreven. De deurwaarder heeft vastgesteld dat [eisers in conventie, gedaagden in reconventie] in januari 2018 feitelijk niet verbleven in [woonplaats 3] , althans hij trof geen eigendommen van [eisers in conventie, gedaagden in reconventie] aan, maar slechts spullen van de verhuurder, zodat geen beslag kon worden gelegd. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] heeft daarom geen aanleiding gezien om de beslagvrije voet aan te passen. De deurwaarder heeft in april 2018 vastgesteld dat [eisers in conventie, gedaagden in reconventie] feitelijk niet verbleven in [woonplaats 1] , althans hij trof nauwelijks spullen aan, zodat beslag geen zin had, laat staan dat zonder meer vastgesteld kon worden dat deze eigendom van [eisers in conventie, gedaagden in reconventie] waren. Wederom heeft [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] geen aanleiding gezien om de beslagvrije voet aan te passen.
2.4.
Bij vonnis van de voorzieningenrechter van 18 juni 2018 met kenmerk 250121 / KG ZA 18-271, is [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] in het gelijk gesteld inzake de toepassing van artikel 475e Rv. [eisers in conventie, gedaagden in reconventie] hadden naar het oordeel van de voorzieningenrechter, kort gezegd, niet aannemelijk gemaakt dat zij hun woonstede van Duitsland ( [woonplaats 4] ) naar Nederland ( [woonplaats 1] ) hadden verplaatst.
2.5.
Bij beschikking van de kantonrechter van 22 augustus 2018 met kenmerk 7060056 OV VERZ 18-56 zijn [eisers in conventie, gedaagden in reconventie] niet ontvankelijk verklaard in hun verzoek om de beslagvrije voet vast te stellen, als bedoeld in artikel 475e Rv. Kort gezegd was de kantonrechter van oordeel dat [eisers in conventie, gedaagden in reconventie] tegenstrijdige stellingen innamen inzake hun woonplaats.
De kantonrechter heeft daarnaast op verzoek van [eisers in conventie, gedaagden in reconventie] bij wijze van obiter dictum in r.o. 4.4. van de beschikking het volgende overwogen:
“In geval van een inhoudelijke beoordeling van het verzoek zou de kantonrechter, ten overvloede overwegend, toch ook nog niet zijn toegekomen aan vaststelling van de beslagvrije voet zoals door [eiser in conventie, gedaagde in reconventie sub 1] en [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie sub 2] verzocht. Immers, bij de berekening van de beslagvrije voet (bijlage 28 bij verzoekschrift) zijn [eiser in conventie, gedaagde in reconventie sub 1] en [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie sub 2] uitgegaan van een netto-verzamelinkomen van € 1.557,19. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] heeft echter de juistheid van (de hoogte van) dat inkomen gemotiveerd betwist, concrete vragen opgeworpen (er zou nog een Oranje Spaarrekening zijn, er zou premie zijn betaald voor een Zwitsers pensioen, er zou een tweede bankrekening zijn bij de ING Bank, etc., zie pleitnotitie). Verzoekers hebben geen aanvullende bewijsstukken overgelegd waaruit daadwerkelijk blijkt dat er niet meer inkomen en/of vermogen is dan zoals opgegeven in de berekening, en waaruit blijkt dat de kritiek en de vragen van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] elke relevantie ontberen. Verzoekers zullen bij juridische vervolgstappen echt nog iets moeten doen met die kritiek en die vragen van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] , is de inschatting van de kantonrechter. (…) “
2.6.
[eisers in conventie, gedaagden in reconventie] zijn op vrijdag 8 maart 2019 in het kader van een aanvraag aanvullende bijstand en een schulphulptraject door twee medewerkers van de gemeente [woonplaats 1] bezocht op het adres aan de [adres] , te [woonplaats 2] , alwaar [eisers in conventie, gedaagden in reconventie] ook staan ingeschreven. Dat bezoek was onaangekondigd.
Mevrouw [naam klantmanager schuldhulp] , klantmanager schuldhulp bij de gemeente [woonplaats 1] heeft over dit bezoek, op verzoek van de raadsman van [eisers in conventie, gedaagden in reconventie] , op 8 maart 2019 onder meer het volgende op schrift gesteld:
“Het huis is geheel ingericht. Wij hebben gevraagd om in de koelkast te mogen kijken en daar staat een voorraad eten, zoals beleg, tomaten, boter, frisdrank etc. Op de aanrecht staat een plateau met kruiden voor bereiding van de warme maaltijd. De kasten zijn ingericht met servies, potten en pannen etc.
Wij mogen ook de badkamer op de eerste verdieping bekijken. Daar staat de wasmachine en droger die net hebben gelopen. Verzorgingsprodukten voor beiden (tandpasta, zeep, shampoo etc.)
Naast de badkamer is de slaapkamer waarop een tweepersoonsbed staat opgedekt met dekbedden en een kledingkast waarin hun kleding hangt.
De woning is mooi verzorgd.
(…)
Mijn collega en ik zijn in ieder geval overtuigd dat zij in dit appartement daadwerkelijk verblijven.”

3.Het geschil

in conventie
3.1.
[eisers in conventie, gedaagden in reconventie] vorderen bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad
1) [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] te veroordelen om, ingaande de eerste dag na betekening van het in dezen te wijzen vonnis, geen toepassing meer te geven aan het bepaalde in artikel 475e Rv, en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] te veroordelen om een correcte beslagvrije voet toe te passen ten aanzien van de door de gedaagde ten laste van [eisers in conventie, gedaagden in reconventie] gelegde beslagen,
en/of
2) te bepalen dat, voor wat betreft de veroordeling onder 1, de beslagvrije voet
€ 1.781,02 bedraagt, althans een beslagvrije voet vast te stellen in goede justitie te bepalen,
3) [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] te veroordelen tot terugbetaling aan [eisers in conventie, gedaagden in reconventie] hetgeen zij over een in goede justitie te bepalen periode aan bedragen onder de beslagvrije voet heeft ingehouden, dit op grond van het in het lichaam van de dagvaarding onder punten 37 tot en met 41 aangevoerde, te vermeerderen met de wettelijke rente, vanaf datum waarop enig bedrag is ingehouden, tot de dag der algehele voldoening,
4) [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] te veroordelen in de kosten van de procedure.
3.2.
[eisers in conventie, gedaagden in reconventie] leggen aan de vordering ten grondslag dat hun woonplaats daadwerkelijk [woonplaats 1] is en zij onderbouwen dit met onder andere facturen van gas/elektra, gemeentelijke en waterschapsbelasting, internet, meldingen aan de verhuurder en met bonnetjes van boodschappen. [eisers in conventie, gedaagden in reconventie] stellen zich op het standpunt dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] dan ook de beslagvrije voet moet toepassen.
[eisers in conventie, gedaagden in reconventie] stellen spoedeisend belang bij en recht op de gevraagde voorziening te hebben.
3.3.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] voert verweer. Zij stelt zich, kort gezegd, op het standpunt dat [eisers in conventie, gedaagden in reconventie] informatie over hun vermogenspositie achterhouden. Volgens [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] verzwijgen [eisers in conventie, gedaagden in reconventie] buitenlandse pensioenaanspraken en vermogen in het buitenland, alsmede geven zij geen inzicht in het bestaan van meerdere bankrekeningen in Nederland.
in reconventie
3.4.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] vordert in reconventie – kort gezegd – dat gedaagden hoofdelijk worden veroordeeld om binnen vijf dagen na betekening van het vonnis in dit kort geding een gedetailleerd overzicht, gestaafd met schriftelijke bewijsstukken, te verstrekken aan de advocaat van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] althans de deurwaarder die het vonnis betekent, met betrekking tot het woonverleden en de woonlasten vanaf 2012, de inkomstenbronnen vanaf 2014, het vermogen vanaf 2014 en alle wijzigingen van € 500 of meer daarin, een en ander op straffe van een dwangsom en met veroordeling van [eisers in conventie, gedaagden in reconventie] in de kosten van het geding.

4.De beoordeling in conventie

Spoedeisend belang

4.1.
De spoedeisendheid vloeit voort uit de aard van de zaak.
De woonplaats
4.2.
De voorzieningenrechter is van oordeel dat [eisers in conventie, gedaagden in reconventie] in dit kort geding genoegzaam hebben aangetoond dat zij daadwerkelijk hun vaste woon- en verblijfplaats hebben in [woonplaats 1] aan de [adres] . Voor de voorzieningenrechter is daarvoor het verslag van de medewerker schuldhulp van de gemeente [woonplaats 1] van doorslaggevend belang (zie rechtsoverweging 2.6). Het betrof immers een onaangekondigd huisbezoek en de medewerkers troffen normale bewoningsactiviteiten aan, zoals het doen van de was en het aanwezig hebben van levensmiddelen ten behoeve van de brood- en warme maaltijd. Een andere aanwijzing wordt gevonden in het niet langer hanteren van een postbusadres, hetgeen na toelichting door [eisers in conventie, gedaagden in reconventie] ter kort geding zitting niet gemotiveerd is betwist.
4.3.
Deze vaststelling betekent dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] vanaf heden niet langer toepassing mag geven aan het bepaalde in artikel 475e Rv. Artikel 475d Rv moet worden toegepast om de beslagvrije voet te bepalen.
Inkomens- en vermogenspositie
4.4.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] betoogt dat [eisers in conventie, gedaagden in reconventie] informatie achterhouden over hun inkomens- en vermogenspositie. Zo voert [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] aan dat [eiser in conventie, gedaagde in reconventie sub 1] ooit in loondienst was en ruim een ton per jaar verdiende; het is onwaarschijnlijk dat er geen vermogen is. Zij stelt dat [eisers in conventie, gedaagden in reconventie] pensioenrechten hebben in Zwitserland, dat er een of meer verzwegen bank- c.q. spaarrekeningen zijn en dat er maandelijks € 880,00 wordt ontvangen. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] merkt op dat in deze procedure niet alle bankafschriften vanaf mei 2018 zijn overgelegd, terwijl hieruit gegevens zouden moeten blijken die van belang zijn om een beslagvrije voet te kunnen bepalen. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] stelt ook dat niet blijkt waarvan huur of woonlasten worden betaald. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] stelt dat [eisers in conventie, gedaagden in reconventie] slechts zo’n € 100,00 per maand zouden overhouden om van te leven, terwijl ze driemaal zoveel uitgeven aan boodschappen.
4.5.
[eisers in conventie, gedaagden in reconventie] ontkennen dat er enig vermogen uit vorige dienstbetrekking of zelfstandig ondernemerschap is. De firma waarbij [eiser in conventie, gedaagde in reconventie sub 1] in dienst was in Zwitserland, verkeert in liquidatie c.q. is failliet. Uit niets blijkt dat daaruit vermogen aan [eiser in conventie, gedaagde in reconventie sub 1] toe te rekenen is. De gegevens die [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] in geding heeft gebracht, wijzen volgens [eisers in conventie, gedaagden in reconventie] eerder op het tegendeel. [eiser in conventie, gedaagde in reconventie sub 1] ontvangt ook geen Zwitsers pensioen; een en ander kan onder meer worden afgeleid uit het feit dat van Zwitserse zijde geen restitutie van inleg plaatsvindt.
[eisers in conventie, gedaagden in reconventie] betalen contant, zoals volgens hen ook blijkt uit de vele bonnetjes van de boodschappen. Zij komen aan deze contanten doordat zij juwelen, vulpennen, horloges en andere waardevolle spullen hebben beleend en verkocht via marktplaats. De € 880,00 is geen regulier maandelijks inkomen, maar een eenmalige storting. Er is in 2019 driemaal een kasstorting gedaan, steeds een ander bedrag. De raadsman van [eisers in conventie, gedaagden in reconventie] heeft deze informatie staande de kort gedingzitting vernomen van een medewerker van de Sociale Verzekeringsbank. Het door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] op de valreep als productie 17 ingebrachte bericht van deurwaarder Batta is volgens [eisers in conventie, gedaagden in reconventie] dan ook onjuist, althans volledig.
Er is beslag gelegd onder ING en ING heeft aangegeven dat het beslag op de verschillende rekeningen van [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie sub 2] voor zo’n € 180 doel trof. Er is, zo stellen [eisers in conventie, gedaagden in reconventie] niet(s) meer.
4.6.
De voorzieningenrechter is voorshands van oordeel dat [eisers in conventie, gedaagden in reconventie] de door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] opgeworpen vragen en bezwaren thans in voldoende mate gemotiveerd en afdoende hebben weerlegd. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] weet haar vraagtekens en vermoedens niet, althans onvoldoende concreet te onderbouwen. Op basis van hetgeen [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] naar voren heeft gebracht, is met andere woorden niet aannemelijk geworden dat [eisers in conventie, gedaagden in reconventie] op dit moment over andere vaste bronnen van inkomen en vermogen beschikken dan hun respectievelijke AOW en pensioen.
4.7.
De voorzieningenrechter zal dan ook de beslagvrije voet vaststellen als gevorderd, nu niet is gebleken dat deze opstelling en berekening onjuist of onvolledig is.
Terugvordering
4.8.
De voorzieningenrechter is voorshands van oordeel dat er geen termen zijn om [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] te veroordelen tot terugbetaling. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] heeft immers tot op heden terecht en op goede grond toepassing mogen geven aan artikel 475e Rv.
Proceskosten
4.9.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] zal als de in het ongelijk gestelde partij in conventie veroordeeld worden in de kosten van het geding aan de zijde van [eisers in conventie, gedaagden in reconventie] tot op heden begroot op
€ 1.160,01 (€ 99,01 exploot van dagvaarding, € 81,00 griffierecht onvermogenden en
€ 980,00 salaris advocaat).

5.De beoordeling in reconventie

5.1.
De voorzieningenrechter is van oordeel dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] geen enkel spoedeisend belang heeft gesteld bij haar vordering, zodat deze alleen daarom al moet worden afgewezen.
5.2.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] zal als de in het ongelijk gestelde partij in reconventie veroordeeld worden in de kosten van het geding aan de zijde van [eisers in conventie, gedaagden in reconventie] tot op heden begroot op
€ 980,00 aan salaris advocaat.

6.De beslissing

De voorzieningenrechter
in conventie
6.1.
veroordeelt [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] om, ingaande de eerste dag na dagtekening van dit vonnis, geen toepassing meer te geven aan het bepaalde in artikel 475e Rv, en bepaalt dat, de beslagvrije voet € 1.781,02 bedraagt,
6.2.
veroordeelt [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] in de kosten van het geding, aan de zijde van [eisers in conventie, gedaagden in reconventie] tot op heden begroot op € 1.160,01,
6.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
6.4.
wijst het meer of anders gevorderde af,
In reconventie
6.5.
wijst de vordering af,
6.6.
veroordeelt [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] in de kosten van het geding aan de zijde van [eisers in conventie, gedaagden in reconventie] tot op heden begroot op € 980,00,
6.7.
verklaart dit vonnis wat de proceskostenveroordeling betreft uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.J.H.A. Venner-Lijten en in het openbaar uitgesproken. [1]

Voetnoten

1.type: EvB