3.3Het oordeel van de rechtbank
Inleiding
Op 19 februari 2018 omstreeks 14:30 uur werd [slachtoffer] levensgevaarlijk gewond aangetroffen op het erf van een vakantiewoning gelegen [adres 2] te Vijlen door de eigenaresse van die vakantiewoning. Zij schakelde de hulpdiensten in en het slachtoffer werd overgebracht naar het ziekenhuis. Daardoor en door het adequate medisch ingrijpen heeft [slachtoffer] overleefd.
[slachtoffer] had die dag schoonmaakwerkzaamheden verricht in de vakantiewoning. Toen ze naar buiten liep, werd zij beschoten door een man, die zij - hoewel vermomd - herkende als haar echtgenoot, zijnde de verdachte.
De verdachte heeft aanvankelijk ontkend iets met de beschieting te maken te hebben gehad. Uiteindelijk heeft hij bekend dat hij degene is geweest, die op zijn echtgenote - met wie hij in een echtscheidingsprocedure verwikkeld was – heeft geschoten. Hij ontkent echter de beraming van en opzet op haar dood.
Verder heeft de verdachte bekend de op het hulpgeroep van het slachtoffer afgekomen wandelaars weggejaagd te hebben met zijn geweer. Na de beschieting heeft de verdachte de plaats van het schieten verlaten. Later die dag werd hij bij zijn woning in [woonplaats verdachte] aangehouden door de politie. Mede op aanwijzing van de verdachte heeft de politie in (de tuin van) zijn woning wapens gevonden die in beslag zijn genomen. Het wapen dat hij bij de beschieting heeft gebruikt, heeft de politie niet teruggevonden.
Aan de verdachte is onder parketnummer 03/702007-18 primair tenlastegelegd poging tot moord van [slachtoffer] en subsidiair zware mishandeling van [slachtoffer] met voorbedachten rade.
Onder parketnummer 03/700250-18 is aan de verdachte bedreiging van de wandelaars met een wapen en wapenbezit ten laste gelegd.
De rechtbank zal eerst ingaan op de bewijsmiddelen.
Ten aanzien van het bewijs
Parketnummer 03/702007-18
Aantreffen slachtoffer door de politie
Op 19 februari 2018 omstreeks 14.38 uur ging de politie naar het adres [adres 2] te Vijlen na een melding dat er zou zijn geschoten op genoemd adres en een persoon gewond zou zijn. Op het erf van de vakantiewoning op genoemd adres trof de politie direct naast een boom [slachtoffer] aan die op de grond in de foetushouding lag.
Wat verklaart het slachtoffer[slachtoffer] verklaart als volgt. Zij was op 19 januari 2018 bezig om spullen in haar auto te leggen bij het vakantiehuisje [adres 2] te Vijlen toen zij van achteren een schot hoorde. Ze dacht dat het misschien een jager was. Ze stond op dat moment met haar rug in de richting van de huizen. Ze hoorde dat schot en voelde ook meteen dat ze geraakt was aan haar linkerarm. Kort daarna hoorde ze weer een schot en voelde dat ze wederom werd geraakt, nu in haar long, aan de rechterzijde van haar borst ter hoogte van haar sleutelbeen. Ze voelde meteen bloed stromen, ze voelde het bloed pulseren. Ze wist toen dat het niet om een vergissing ging. Ze draaide zich om en toen zag ze de verdachte. Ze herkende hem meteen en zag ook zijn gezicht. Dit was op een afstand van 6 à 7 meter. Ze herkende de verdachte aan zijn markant figuur met opvallend lange benen. Ze zag dat de verdachte naar haar toe kwam gelopen. Ze zag dat hij heel langzaam maar bedachtzaam liep. Hij liep heel traag. Ze was daar alleen en besefte dat ze aan de goden was overgeleverd. Ze riep nog naar de verdachte: " [verdachte] , niet doen, [verdachte] , niet doen". Dit bleef ze herhalen zolang als ze kon. En toen schoot hij nog een keer. [slachtoffer] heeft gezien dat de verdachte een wapen in zijn handen had. Ze heeft gezien dat hij met dit wapen bezig was. Ze heeft gezien dat hij het wapen ter hoogte van zijn heup vast had en vanuit die positie schoot.Het derde schot heeft ze gekregen toen ze op de grond lag.De kogel van het derde schot zit nog in haar schouderblad. Daarna is ze in elkaar gezakt en heeft ze niets meer gezien.
Letsel
Uit het letselrapport van L.J.H. van Hooren, forensisch Geneeskundige van GGD Zuid Limburg d.d. 7 mei 2018 blijkt dat [slachtoffer] als gevolg van de schotverwondingen meerdere letsels had: 4 huiddeffecten, meerdere ribbreuken, een breuk van het rechter schouderblad, een klaplong, rechts, beschadigingen in beide longen, bloed in de rechter borstholte en een actieve bloeding in de linkeroksel. Door de ambulance-bemanning is op basis van het klinische beeld van een spanningspneumothorax (een klaplong met overdruk tot gevolg) een naald in de borstholte ingebracht om de spanning weg te halen. De spanningspneumothorax is een medische urgentie die potentieel levensbedreigend is. De actieve arteriële bloeding in de linkeroksel is, afhankelijk van de ernst van deze bloedig, potentieel levensgevaarlijk. De bloeddrukdaling reageerde goed op vulling met drie bloedproducten en een zoutoplossing. In hoeverre deze potentieel levensbedreigend geweest is, kan de forensisch geneeskundige niet beoordelen.
Wat verklaren getuigen
Getuige [getuige 1] heeft verklaard dat zij op 19 februari 2018 samen met haar vriend
[getuige 2] tijdens een wandeling in Vijlen een soort van angstgeroep hoorde en direct erna een schot. Het waren een of twee schoten. Daarna leek het alsof iemand om hulp riep. Vlak daarna of gelijktijdig hoorde ze weer een schot. Daarna werd het stil en zij liep met haar vriend over het wandelpad richting de oprit van een vakantiehuisje, alwaar ze links op de oprit bij een boom een persoon in een foetushouding zag liggen. Rechts van de oprit zag ze een persoon staan. Hij droeg een bivakmuts en was geheel in het donker gekleed. De persoon richtte een geweer op haar en haar vriend en gebaarde dat ze weg moesten gaan. Ze liepen toen door en haar vriend belde onderweg de politie.
Ook getuige [getuige 2] heeft verklaard dat hij op 19 februari 2018 omstreeks 14.30 uur in Vijlen samen met zijn vriendin [getuige 1] in de buurt van vakantiewoningen was toen ze een schot hoorden en na ongeveer 10 seconden kort achter elkaar een tweede en een derde schot klonken en mogelijk ook nog een vierde schot. Hierna hoorde hij gillen. Toen ze bij de oprit van een vakantiewoning kwamen, zag hij een vrouw op de grond in de foetushouding liggen die niet meer bewoog. Ze zijn de oprit opgelopen in de richting van de vrouw. Hij zag toen een man bij een auto staan die een geweer vast had en dat geweer op hen richtte. Hij en zijn vriendin zijn toen omgedraaid en hij heeft daarop 112 gebeld.
De getuige [getuige 3] heeft verklaard dat zij op 19 februari 2018 rond 14.30 met haar auto in de richting van haar vakantiehuisje aan de [adres 2] in Vijlen reed. Net voordat ze het zandpad opreed om bij het huisje te komen, zag ze een man achter een boom staan. De man was erg lang en geheel in het zwart gekleed. Ze reed verder naar [adres 2] , haar vakantiewoning. Toen ze uitstapte, zag ze [slachtoffer] liggen. Ze liep naar haar toe en zag bloed aan de sjaal die [slachtoffer] om haar nek had. Zij lag met de rug naar haar toe in de
foetushouding. Ze zag dat [slachtoffer] ook bloed aan haar linkerhand had. Zij heeft zich om haar ontfermd.
Wat heeft de verdachte verklaard
Voor het eerst in het verhoor door de politie op 1 mei 2018 en ter terechtzitting heeft de verdachte verklaard dat hij degene is geweest die 3 keer heeft geschoten op [slachtoffer] op 19 februari 2018 bij het vakantiehuisje aan [adres 2] te Vijlen. De bedoeling was niet om haar te doden maar om haar te laten schrikken door een waarschuwingsschot te geven, langs haar heen. De verdachte verklaart dat hij zich goed had voorbereid.
Hij had eerder een tracker onder haar auto geplaatst om te zien waar ze was. Daardoor wist hij dat [slachtoffer] in het vakantiehuisje [adres 2] te Vijlen schoon maakte. Via zijn meegenomen iPhone kon hij zien waar haar auto zich bevond. De vrijdag voor 19 februari 2018 heeft hij nog gekeken of het vakantiehuisje verhuurd was en nu dit het geval was, ging hij er van uit dat [slachtoffer] er op maandag 19 februari 2018 zou schoonmaken.
Het wapen had de verdachte al weken in de kofferbak van zijn auto liggen. Ook had hij kogels bij zich, in dezelfde rugzak waar hij het geweer in had. Er zat één kogel in het geweer en een stuk of 80 in een doosje erbij. Het wapen was niet doorgeladen.
Hij had verwacht dat [slachtoffer] nog een keer bij hun boerderij in België zou komen, maar ze kwam niet. Daarom heeft hij gepland dat hij die maandag in Vijlen bij het vakantiehuisje zou zijn, die maandag zou het gebeuren.
De dag van tevoren had hij nog in België bij zijn boerderij met het geweer geschoten. Hij heeft tegen de houten achterdeur geschoten van de stal. De hulzen ving hij op. Daar had hij over nagedacht, zodat geen huls achter zou blijven van dat waarschuwingsschot. Hij wilde zich verzekeren dat het wapen goed functioneerde. Hij heeft verklaard een goed schutter te zijn.
De verdachte heeft verklaard dat hij zich op 19 februari 2018 verstopt heeft in het schapenhok bij het vakantiehuisje in Vijlen. De bewoners (bezoekers) van het huisje kwamen eerst naar buiten. Intussen was ook [slachtoffer] gearriveerd die het huisje binnenging.
De verdachte heeft gewacht met de rolkraag omhoog tegen de kou. Hij heeft zijn rugzak neergezet en het wapen in elkaar gezet. Hij had oude handschoenen aan, met “kapotte/open” vingers en daardoor kon hij het wapen makkelijk (her)laden met kogels.
Toen kwam [slachtoffer] aanlopen. De verdachte stond bij de struik bij de glijbaan. Het was de eerste keer dat [slachtoffer] weer naar buiten kwam, nadat ze het huisje binnen was gegaan.
Toen heeft hij tussen [slachtoffer] auto en haar door geschoten, het waarschuwingsschot.
Hij stond toen zelf tussen de twee bomen, een meter of zes van [slachtoffer] vandaan.
[slachtoffer] draaide zich weg toen hij schoot en ze begon te schreeuwen. Daarna zag ze hem staan en schrok ze zich helemaal rot. Toen is ze weggelopen en achter een boom gaan staan. Daar is ze blijven schreeuwen. Toen moest hij opnieuw laden en richtte hij het wapen op haar schouder. Ze kwam steeds een beetje achter de boom vandaan. Hij had 80 patronen bij zich. Hij had haar helemaal kunnen doorzeven. Hij had gewoon het hele doosje meegenomen met de bedoeling dat er eentje afging. Hij ontkent dat hij nog een vierde (genade)schot heeft af willen vuren en dat het wapen toen weigerde, zoals de politie heeft gesuggereerd.
Hij heeft op de schouder van [slachtoffer] gericht. Als hem wordt voorgehouden door de politie hoe het kan dat [slachtoffer] achter de boom is kunnen gaan staan – waarvoor ze over een omheining moest klimmen – verklaart de verdachte dat hij drie keer heeft geschoten, het waarschuwingsschot en daarna twee keer toen zij achter de boom stond eerst, aan de ene kant en daarna aan de andere kant langs de boom. Toen, de derde keer, heeft hij haar rechts in haar schouder geschoten. Ter terechtzitting heeft de verdachte – voor het eerst – nog verklaard dat het eerste schot per ongeluk afging doordat hij met zijn handschoen achter de trekker bleef haken.
Toen kwamen wandelaars en heeft hij zijn wapen gepakt met twee handen en hun laten zien waar ze mee te maken hadden en gebaard: weg hier. Toen zijn de wandelaars vertrokken.
Hij is naar [slachtoffer] gelopen. Ze ademde normaal, beetje rochel en was bewusteloos. Op de rug zag hij een bebloed gaatje en hij wist dat hij haar had geraakt. Toen heeft hij de rugzak opgehaald en met een mes de tracker van haar auto gehaald. Die tracker is in de rugzak gegaan. De verdachte heeft verklaard dat hij zich er van bewust was dat [slachtoffer] het leven had kunnen laten door de afgevuurde kogels met zijn geweer.
Daarna is hij terug naar zijn auto gegaan die in de nabijheid in het bos stond geparkeerd en is vertrokken. Onderweg heeft hij de valse kentekens verwijderd, de wieldoppen op zijn velgen gedaan, zich omgekleed en de kleding, de GPS-tracker, het wapen en zijn iPhone weggegooid. Uiteindelijk is hij die dag door de politie aangehouden.
Door de politie zijn twee notitieblaadjes aangetroffen zowel in de woning van de verdachte als in zijn auto.Uit onderzoek blijkt dat ze uit één blad komen.
Op het notitieblaadje, in de woning van de verdachte aangetroffen, is vermeld:
“
kleren in was. Gezicht wassen / Handy mee”;
Op de notitieblaadjes, in de auto van de verdachte aangetroffen, is vermeld:
“
voor aankomst nr plaat / spiegel”;
“Daar: handschoenen aan & gaan, suzi uitbouw, sleutels? ;
“Later: Weg. Aanstekers + water/ carwash, Gezicht wassen / handy mee, RADIO”.
De verdachte verklaart deze notities te hebben geschreven als geheugensteun. Hij verklaart altijd notities te maken voor alles.
Overwegingen ten aanzien van het bewijs
De rechtbank stelt vast dat de lezingen van aangeefster en de verdachte over de toedracht bij het vakantiehuisje in Vijlen deels niet met elkaar overkomen. De rechtbank acht de verklaring van aangeefster betrouwbaar, omdat zij - anders dan de verdachte - vanaf het begin nagenoeg steeds consistent heeft verklaard en zal die verklaring dan ook bezigen voor bewijs. De verklaring van de verdachte zal de rechtbank eveneens volgen, voor zover die wordt ondersteund door de verklaring van aangeefster, de bevindingen van de politie en de verklaringen van de getuigen.
Opzet op de dood van [slachtoffer] ?
De rechtbank stelt op grond van bovengenoemde bewijsmiddelen vast dat [slachtoffer] levensgevaarlijk gewond is geraakt door toedoen van de verdachte. De verdachte heeft (in elk geval) drie maal geschoten in de richting van [slachtoffer] , waarbij de kogels telkens het (boven)lichaam van [slachtoffer] hebben geraakt en waardoor zij levensgevaarlijk gewond is geraakt. Zij had hierbij het leven kunnen laten. De verdachte heeft [slachtoffer] twee maal van achteren beschoten waarbij zij werd geraakt. Toen zij zich daarna omdraaide, liep de verdachte langzaam en bedachtzaam naar [slachtoffer] toe, waarna hij nog een keer op haar heeft geschoten en haar wederom heeft geraakt.
Het is een feit van algemene bekendheid dat door het (meermaals) schieten met een vuurwapen op het (boven)lichaam van een persoon - in welk lichaamsdeel zich vitale organen bevinden - deze persoon het leven kan laten. De verdachte wist dit ook, zo heeft hij verklaard.
Conclusie ten aanzien van opzet
De rechtbank acht op basis van de hiervoor genoemde bewijsmiddelen en hetgeen ze daarover heeft overwogen, bewezen dat de verdachte heeft geprobeerd [slachtoffer] opzettelijk van het leven te beroven.
Voorbedachten rade?
De vraag is vervolgens of de verdachte met voorbedachten rade heeft gehandeld.
De Hoge Raad heeft in zijn uitspraak van, onder meer, 27 oktober 2015 overwogen dat voor een bewezenverklaring van het bestanddeelvoorbedachten rade moet komen vast te staan dat de verdachte zich gedurende enige tijd heeft kunnen beraden op het te nemen of het genomen besluit en dat hij niet heeft gehandeld in een ogenblikkelijke gemoedsopwelling, zodat hij de gelegenheid heeft gehad na te denken over de betekenis en de gevolgen van zijn voorgenomen daad en zich daarvan rekenschap te geven. De vaststelling dat de verdachte voldoende tijd had om zich te beraden op het te nemen of het genomen besluit vormt weliswaar een belangrijke objectieve aanwijzing dat met voorbedachten rade is gehandeld, maar behoeft de rechter niet ervan te weerhouden aan contra-indicaties een zwaarder gewicht toe te kennen.
Uit de hiervoor aangehaalde bewijsmiddelen stelt de rechtbank vast dat de verdachte reeds weken tevoren een geweer met kogels in de kofferbak van zijn auto had liggen, enkel bedoeld voor [slachtoffer] , hij de schoonmaaklocatie van [slachtoffer] in Vijlen tevoren heeft verkend, de dag tevoren het wapen heeft getest op functioneren, haar op 19 februari 2018 volgde via een tracker onder haar auto, die dag zijn kentekenplaten heeft afgeschermd met tevoren gefabriceerde valse kentekens, zich op 19 februari 2018 in de kou op de locatie [adres 2] te Vijlen schuil heeft gehouden in afwachting van de komst van [slachtoffer] en een geschikt moment om te handelen, waarbij hij zicht had op de vakantiewoning waar [slachtoffer] binnen aan het poetsen was, zijn geladen wapen heeft klaargezet, nog meer kogels bij zich had en als [slachtoffer] dan de vakantiewoning uit komt en er verder niemand ter plaatse (meer) aanwezig is, hij eerst een maal van achteren op haar schiet, waarna hij het wapen herlaadt, haar wederom van achteren beschiet, langzaam en bedachtzaam op [slachtoffer] toeloopt als zij zich naar hem toe heeft omgedraaid en als zij hem smeekt haar verder niets meer aan te doen, opnieuw het wapen herlaadt, en nog een keer op haar schiet. Vervolgens laat hij haar levensgevaarlijk gewond achter, zonder de hulpdiensten in te schakelen. Eerst verwijdert hij nog de tracker onder [slachtoffer] auto. Daarna ontdoet de verdachte zich van zijn wapens, kogels en IPhone, verwijdert de valse kentekens en kleedt zich om.
Conclusie ten aanzien van voorbedachten rade
Uit de voorgaande gang van zaken leidt de rechtbank af dat de verdachte meer dan eens de nodige tijd heeft gehad zich te beraden op zijn handelen. Niet aannemelijk is geworden dat de verdachte op enig moment in een situatie heeft verkeerd dat hij heeft gehandeld in een ogenblikkelijke gemoedsopwelling, zodat hij de gelegenheid heeft gehad na te denken over de betekenis en de gevolgen van zijn voorgenomen daad en zich daarvan rekenschap te geven. Omstandigheden die wijzen op een contra-indicatie en tot een ander oordeel zouden moeten leiden, zijn de rechtbank niet gebleken noch aannemelijk geworden. De verklaring van de verdachte in dit verband, dat hij die dag enkel een waarschuwingsschot wilde lossen om [slachtoffer] te doen schrikken, acht de rechtbank, in het licht van alle hiervoor genoemde feiten en omstandigheden, volstrekt onaannemelijk. Niet alleen heeft de verdachte het schieten op [slachtoffer] voorbereid maar ná het eerste schot heeft hij bovendien tot twee maal toe het wapen herladen en opnieuw op haar geschoten. Tussen het eerste en het tweede schot en het tweede en het derde schot heeft hij dan ook niet alleen gelegenheid gehad om in rust over het volgende schot na te denken maar heeft hij die keuze ook welbewust gemaakt. Uit het herladen en schieten, en ook uit zijn gedrag ná het schieten (het verjagen van de getuigen en het uitwissen van de sporen) blijkt dat de verdachte tot kalm beraad in staat was.
Dat betekent dat de rechtbank op grond van voornoemde bewijsmiddelen en hetgeen zij daarover heeft overwogen, wettelijk en overtuigend bewezen acht, dat de verdachte op
19 februari 2018 heeft geprobeerd [slachtoffer] te vermoorden door meermaals met een geweer op haar (boven)lichaam te schieten.
Evenals de officier van justitie en de verdediging, acht de rechtbank alle aan de verdachte tenlastegelegde feiten onder dit parketnummer bewezen, gelet op:
- de verklaring van de verdachte ter terechtzitting;
- het proces-verbaal van verhoor aangever [getuige 1];
- het proces-verbaal van aangever [getuige 2];
- de verklaring van de verdachte ter terechtzitting;
- het proces-verbaal van bevindingen;
- het proces-verbaal Wet wapens, munitie en explosieven;
- de verklaring van de verdachte ter terechtzitting;
- het proces-verbaal sporenonderzoek;
- het proces-verbaal Wet wapens, munitie en explosieven;