Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.Het verdere verloop van de procedure
- het vonnis van 10 januari 2018 in het incident en in de hoofdzaak;
- de conclusie van antwoord in reconventie;
- de akte overlegging van een productie van Noordhollandsche van 1816;
- het proces-verbaal van comparitie van 8 mei 2018.
2.De feiten
in conventie en in reconventie
wederrechtelijk verkregen of te verkrijgen voordeel, zoals diefstal, verduistering, bedrog, oplichting, valsheid in geschrifte of poging(en) daartoe;
wederrechtelijke benadeling van anderen, zoals vernieling of beschadiging, mishandeling, afpersing en afdreiging (chantage) of enig misdrijf gericht tegen de persoonlijke vrijheid of tegen het leven of poging(en) daartoe;
een ontzegging van de rijbevoegdheid;
overtreding van de Wet wapens en munitie, de opiumwet of de wet economische delicten? (…)”
3.Het geschil
in conventie
Opiumwet, waarnaar in het aanvraagformulier is gevraagd.
4.De beoordeling
verdachte(cursivering door de rechtbank) is gehoord. Noordhollandsche van 1816 heeft niet gesteld, laat staan onderbouwd, in welke hoedanigheid [eiser] is gehoord in verband met de ontdekking. Dat laat open de mogelijkheid dat [eiser] enkel als getuige is gehoord. Daaruit volgt dat het niet vermelden van de ontdekking van de hennepkwekerij in het pand aan de [adres 2] in het aanvraagformulier niet als niet voldoen aan de mededelingsplicht kan worden gekwalificeerd.
[verzekeraar x]door Reaal zou zijn geweigerd als verzekerde en
niet[eiser] zelf, zodat de vraag onder het kopje “Andere verzekering(en)” niet in strijd met de waarheid is ingevuld, omdat niet aan [eiser] een verzekering zou zijn geweigerd, moet worden gepasseerd. Voor alle betrokkenen, [eiser] , Reaal en [verzekeraar x] was immers duidelijk dat [verzekeraar x] bij de aanvraag gericht aan Reaal optrad namens [eiser] en niet namens zichzelf. Er werden immers enkel belangen van [eiser] verzekerd. De verklaringen van [verzekeraar x] in de aanvraag gericht aan Noordhollandsche van 1816 moeten derhalve aan [eiser] worden toegerekend.
iedereverzekering, dus ook indien het exact dezelfde verzekering betreft, bij een andere verzekeringsmaatschappij. In de vraag wordt immers ook vermeld “een verzekering van welke aard dan ook.” Dat Reaal de aanvraag voor eenzelfde soort verzekering als [eiser] bij Noordhollandsche van 1816 heeft afgesloten, heeft geweigerd, valt dus ook onder de weigering van “een andere verzekering” als bedoeld in het aanvraagformulier. Dat de aanvraag is opgesteld door [verzekeraar x] en enkel door [eiser] is ondertekend, is evenmin relevant. Door de ondertekening verklaart [eiser] immers dat hij als aanvrager gehouden mag worden aan wat in die aanvraag is vervat. Bovendien geldt ook in dit verband dat [eiser] werd vertegenwoordigd door [verzekeraar x] en dat verklaringen door [verzekeraar x] aan [eiser] kunnen worden toegerekend.
9.297,00(3,0 punten × tarief € 3.099,00);
1.549,50(1,0 punt × factor 0,5 × tarief € 3.099,00)