De resultaten van de 11 controles zijn vastgelegd in rapportages (foto’s en beschrijvingen van waarnemingen). De resultaten van de waarnemingen die op 18, 21, 22, 23, 24, 29 en 30 januari 2019 zijn gedaan, zijn soms (heel) erg kort.
Bij deze waarnemingen is op 18 januari 2019 een “hele lichte grijze rook” waargenomen. De wind blies op dat moment naar het westen - dus in de richting van de woning van eiser - en in die richting werd “een matige verbrandingslucht” waargenomen. Op 21 en 22 januari 2019 is geen rook waargenomen en op 22 januari 2019 is evenmin een brandlucht waargenomen. De wind blies op dat moment - zo blijkt uit gegevens van het KNMI waarnaar verweerder in het bestreden besluit heeft verwezen - uit respectievelijk het zuid-zuid-westen en het zuiden. Op 23 januari 2019 is weliswaar rook waargenomen, maar is geen geur waargenomen aan zowel de voor- als de achterkant van het perceel. De wind blies op dat moment uit het oost-noord-oosten. Op 24 januari 2019 is evenmin een verbrandingslucht waargenomen; noch aan de voor- en achterzijde van het perceel, noch aan de hekzijde bij de poort van eiser. Op dat moment blies de wind uit het noordwesten, zoals blijkt uit de gegevens van het KNMI. Bij de waarneming die op 25 januari 2019 om 15.09 uur is verricht en waarbij de wind uit het zuid-zuid-westen blies, is geen rook gezien, noch een rookgeur geroken. De resultaten van de waarnemingen die op 25 januari 2019 om 11.02 uur en op 30 januari 2019 zijn gedaan, zijn uitgebreider. Op 25 januari 2019 zag de toezichthouder dat de kop van de schoorsteen ronddraaide. Hij zag op dat moment geen rook, noch rook hij een rookgeur. Ter hoogte van het poortje bij het perceel zagen de toezichthouders dat een grijskleurige rook uit de schoorsteen kwam. Toen de toezichthouders in de richting van de woning van de derde-partij liepen, roken zij bij vlagen een matige rookgeur. Op 30 januari 2019, toen de wind volgens de informatie van het KNMI uit het zuiden blies, hebben de toezichthouders geen rookgeur kunnen waarnemen; evenmin hebben zij rook uit de schoorsteen gezien.
Bij een uitgebreidere controle die op 28 januari 2019 heeft plaatsgevonden, blies de wind uit het westen, in de richting van de woning van eiser. Om 10.15 uur zijn de toezichthouders door de woning van eiser gelopen. Op dat moment werd geen rookgeur waargenomen in de gang, woonkamer en keuken. In de garage/paardenstallen werd een “matige geur van hout gestookte kachel” waargenomen. Deze geur werd ook waargenomen in de achterkamer op de eerste verdieping. Om 10.35 uur werd de kachel opnieuw opgestookt. Dit was waarneembaar doordat er tijdelijke donkere rook uit de afvoerpijp kwam. Dat duurde ongeveer 5 minuten. Na het opnieuw opstoken van de kachel was op de zolderverdieping “een sterke geur waarneembaar van hout gestookte kachel”, in de achterkamer op de eerste verdieping was ook “veel geur waarneembaar”. In de keuken en garage/paardenstallen was de geur niet tot matig waarneembaar. Volgens de toezichthouders is het waarschijnlijk dat de meeste geur op de bovenverdiepingen waarneembaar is als de kachel (opnieuw) wordt opgestookt. Na een aantal minuten valt de rook neer en is de rookgeur ook waarneembaar op de begane grond. Dit duurde ongeveer 5 minuten. In de rapportage is voorts vermeld dat er roetdeeltjes zijn aangetroffen op de kozijndorpels, maar is door de toezichthouders ook aangegeven dat zij niet kunnen vaststellen of die afkomstig zijn van de gestookte houtkachel van de derde-partij. Om 11.18 uur is een bezoek gebracht op het perceel van de derde-partij. Geconstateerd is dat de kachel werd gestookt met droog hout. Het hout dat gestookt wordt ligt droog in grote bakken in het opslagmagazijn en onder de tent. De derde-partij heeft tijdens de controle aangegeven dat de filter van de kachel bij het opstoken dicht geschoven moet worden. Dit verklaart volgens de derde-partij dat bij het (opnieuw) opstoken van de kachel rook en rookgeur (sterker) waarneembaar is.
Bij een uitgebreidere controle die op 31 januari 2019 heeft plaatsgevonden, is in de woning van eiser geen geur waargenomen tussen 10.00 uur en 10.15 uur. Om 10.15 uur werd in het pand van de derde-partij een nieuw houtblok op de kachel gelegd om het effect daarvan te kunnen waarnemen. De wind blies op dat moment uit zuidwestelijke richting. Door de toezichthouders werd rook waargenomen die donkerder van kleur was, op geen van de verdiepingen van de woning van eiser werd een rookgeur waargenomen. Wel waren kleine roetdeeltjes op de randen van de kozijnen te zien. Toen om 10.45 uur nogmaals een houtblok op de kachel werd gegooid, werd nog steeds geen rookgeur waargenomen. Bij de derde-partij werd die dag, om 09.51 uur, waargenomen dat de kachel brandde, ook werd witte rook gezien, maar er werd aan de voorkant van het perceel geen rookgeur geroken. Toen om 10.15 uur een nieuwe houtblok op de kachel werd gelegd, zagen de toezichthouders bij de derde partij buiten zwarte rook. Toen de toezichthouders zo gingen staan dat de rookpluim in hun richting kwam roken ze een matige rookgeur die vlagerig waarneembaar was. Ongeveer 5 minuten nadat het nieuwe houtblok op de kachel was gelegd, was de rookgeur verdwenen en de kleur van de rook weer wit.