ECLI:NL:RBLIM:2020:2392
Rechtbank Limburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toewijzing van een dwangakkoord in het kader van de wettelijke schuldsaneringsregeling met betrekking tot alimentatie en schuldenlast
In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 25 februari 2020 uitspraak gedaan in een verzoek tot toelating tot de wettelijke schuldsaneringsregeling en tot vaststelling van een schuldregeling (dwangakkoord) van de verzoeker. De verzoeker, die in financiële problemen verkeert, heeft een verzoek ingediend om een dwangakkoord te laten opleggen aan zijn schuldeisers, waaronder ING Bank en een tweede verweerster. De totale schuldenlast van de verzoeker bedraagt € 147.028,28, waarvan een aanzienlijk deel aan ING Bank is verschuldigd. De verzoeker heeft een minnelijk akkoord aangeboden, waarbij hij gedurende 36 maanden een bedrag van € 900,54 per maand zal sparen om zijn schulden af te lossen.
De rechtbank heeft de procedure beoordeeld, waarbij de verzoeker werd bijgestaan door zijn partner en een schuldhulpverlener. De verweerster sub 1, ING Bank, heeft geweigerd in te stemmen met het aangeboden akkoord, met de stelling dat de verzoeker in een wettelijke schuldsaneringsregeling nihilstelling van zijn kinderalimentatie kan aanvragen, wat zijn afbetalingscapaciteit zou verhogen. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de verzoeker aannemelijk heeft gemaakt dat hij niet in aanmerking komt voor gefinancierde rechtsbijstand in België, waar hij zou moeten procederen voor de nihilstelling van de alimentatie.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat het belang van de verzoeker en de overige schuldeisers zwaarder weegt dan het belang van de verweerster sub 1. De rechtbank heeft het verzoek tot het opleggen van het dwangakkoord toegewezen, waarbij de verzoeker gedurende 36 maanden een bedrag zal sparen en het gereserveerde bedrag ter beschikking zal stellen aan de schuldeisers. De rechtbank heeft tevens bepaald dat het vonnis uitvoerbaar bij voorraad is, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk van kracht is, ongeacht eventuele hoger beroep procedures.