Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- het tussenvonnis van 5 december 2018,
- het B-8 formulier met de producties 12 tot en met 19 van [eiser] ,
- de akte houdende overleggen producties met de producties 12 tot en met 14 van [gedaagde] ,
- het proces-verbaal van comparitie van 16 april 2019,
- de akte houdende overleggen productie tevens conclusie na deskundigenbericht van [gedaagde] ,
- de conclusie na deskundigenbericht en akte inbreng beslagstukken van [eiser] met producties 20 tot en met 23,
- het proces-verbaal van voortzetting van comparitie van 16 januari 2020,
- de brieven van partijen naar aanleiding van het proces-verbaal van 16 januari 2020,
- het B-16 formulier met opmerkingen proces-verbaal van [gedaagde] ,
- het B-16 formulier met opmerkingen proces-verbaal van [eiser] .
2.De feiten
01 May 2013de datum
01 May 2017en eveneens een bedrag van
360000 Euro. De derde promissory note vermeldt in plaats van
01 May 2018en het bedrag
120000Euro.
3.Het geschil
4.De beoordeling
Toepasselijk recht
Promissory note” is te lezen;
on first demand” is vermeld;
Riyadh, Kingdom of Saudi Arabia”, vermelden en de door [eiser] - om hem moverende redenen - vermelde (fictieve) data van dagtekening in de promissory notes door [gedaagde] zijn bekrachtigd door de ondertekening van de promissory notes;
“uit den wisselbrief tegen den acceptant voorspuiten”door een tijdsverloop van drie jaren, te rekenen vanaf de vervaldatum.
on first demand” van de drie promissory notes. Dit betekent dat de vervaldatum van iedere promissory note de dag is waarop betaling op grond van deze promissory note wordt gevorderd. [eiser] heeft op
on first demand” betaling gevorderd voor de twee promissory notes met datum 1 mei 2013 en 1 mei 2017 (2.5.) en bij dagvaarding van 6 augustus 2018 ook betaling gevorderd van de derde promissory note met datum 1 mei 2018. De rechtsvorderingen uit hoofde van de promissory notes zijn derhalve tijdig - binnen het tijdsverloop van drie jaren nadat de bedragen voor het eerst zijn gevorderd - in deze procedure ingesteld. Het verweer kan dan ook niet slagen.
10.846,50(3,5 punten × tarief VII € 3.099,00)