ECLI:NL:RBLIM:2020:4982

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
2 juli 2020
Publicatiedatum
9 juli 2020
Zaaknummer
8438951 AZ VERZ 20-39
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag op staande voet en rechtsgeldigheid van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 2 juli 2020 uitspraak gedaan over de rechtsgeldigheid van een ontslag op staande voet van een werkneemster, hierna aangeduid als [verzoekster], door haar werkgever, de besloten vennootschap VITA NATURA B.V. De werkneemster was sinds 2009 in dienst en had verschillende functies bekleed, waaronder die van leidinggevende callcenter. De werkgever heeft het ontslag gebaseerd op meerdere gedragingen van de werkneemster, waaronder het zonder toestemming overmaken van haar loon naar haar privérekening, het heimelijk meenemen van meerdere potten Glucolin uit de voorraad, en het doorsturen van vertrouwelijke e-mails naar haar privémailadres. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de werkneemster misbruik heeft gemaakt van haar positie door zichzelf een voorschot op het loon toe te kennen en dat zij zonder registratie en toestemming meerdere potten Glucolin heeft meegenomen. Deze gedragingen zijn door de kantonrechter aangemerkt als dringende redenen voor ontslag op staande voet. De verzoekster heeft verzocht om vernietiging van het ontslag, maar de kantonrechter heeft geoordeeld dat het ontslag rechtsgeldig is. De verzoeken van de werkneemster zijn afgewezen, en zij is veroordeeld tot terugbetaling van het voorschot op haar loon en de teruggave van de meegenomen potten Glucolin. De proceskosten zijn eveneens voor haar rekening gekomen.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 8438951 AZ VERZ 20-39
Beschikking van 2 juli 2020
in de zaak van
[verzoekster],
wonend te [woonplaats] ,
verzoekende partij,
gemachtigde W.J.H. Franssen,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
VITA NATURA B.V.,
gevestigd te Kerkrade,
verwerende partij,
gemachtigde mr. S. Habets.
Partijen worden hierna [verzoekster] en Vita Natura genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift met bijlagen 1 t/m 10;
  • het verweerschrift met bijlagen 1 t/m 26;
  • de akte van depot met een usb stick van 5 juni 2020, ingediend door mr. Habets;
  • de pleitaantekeningen van gemachtigde Franssen;
  • de mondelinge behandeling op 17 juni 2020.
1.3
Ten slotte is beschikking bepaald op heden.

2.De feiten

2.1.
Vita Natura houdt zich bezig met de ontwikkeling en verkoop van voedingssupplementen. De organisatie bestaat uit zes medewerkers. [naam bestuurder] (hierna: [naam bestuurder] ), woonachtig in de Verenigde Staten, is bestuurder van deze vennootschap.
2.2.
[verzoekster] is op 5 januari 2009 in dienst getreden als medewerker Verkoop Binnendienst. Met ingang van 5 december 2011 is [verzoekster] werkzaam als leidinggevende callcenter.
2.3.
[verzoekster] heeft als bijlage 1 overgelegd een aanvulling op de arbeidsovereenkomst waarin staat dat zij met ingang van 1 maart 2013 de functie van bedrijfsleider/ vestigingsmanager uitoefent. Onder deze aanvulling staan een handtekening van [naam 1] en de handtekening van [verzoekster] . [verzoekster] is vanaf die datum samen met [naam collega] , die al gevolmachtigd was voor bankzaken, volledig gemachtigd Vita Natura te vertegenwoordigen.
2.4.
In 2016 heeft [naam bestuurder] [verzoekster] toegezegd dat de vader van [verzoekster] het middel Glucolin voor de rest van zijn leven kosteloos van Vita Natura zou ontvangen. Dit was een wederdienst omdat de vader van [verzoekster] reclame voor het middel had gemaakt. [verzoekster] diende, telkens wanneer zij een pot Glucolin voor haar vader meenam, dit te registreren zodat de voorraadadministratie op orde was, maar zij hoefde niet voor het middel te betalen. [verzoekster] kreeg dan een factuur waarop de volledige koopprijs in mindering was gebracht.
2.5.
Op 15 december 2017 is tussen Vita Natura en PM Internet Solutions (hierna: E-Tailors) een overeenkomst gesloten tot realisatie van een webapplicatie ter ondersteuning van de interne en externe bedrijfsprocessen tegen een prijs van € 17.000,-. [verzoekster] heeft deze overeenkomst namens Vita Natura ondertekend.
2.6.
E-Tailors heeft (uiteindelijk) in totaal voor een bedrag van € 123.911,49 gefactureerd. Dit bedrag is door Vita Natura voldaan. Vita Natura is in september 2019 door E-Tailors gedagvaard.
2.7.
[naam bestuurder] heeft vanwege deze kostenoverschrijding op 15 november 2019 de aan [verzoekster] verleende volmacht ingetrokken.
2.8.
Op woensdag 19 februari 2020 heeft [verzoekster] op de computer van een andere medewerkster van Vita Natura een e-mail van [naam 2] van RSM gelezen. Uit deze e-mail leidde [verzoekster] af dat [naam bestuurder] van plan was haar te ontslaan. Diezelfde dag heeft [verzoekster] een whatsappbericht aan [naam bestuurder] gezonden waarin zij mededeelt dat zij komende dagen afwezig is vanwege haar verjaardag en een bezoek aan een wellnessresort. Tevens heeft [verzoekster] in een volgend whatsappbericht melding gemaakt van een probleem waarover [verzoekster] [naam bestuurder] wil spreken. Op donderdag 20 februari 2020 heeft [verzoekster] een e-mail aan [naam bestuurder] verzonden, waarin zij [naam bestuurder] op de hoogte brengt van de problemen met E-Tailors.
2.9.
Toen [verzoekster] op donderdag 20 februari 2020 zag dat haar loon niet was voldaan, heeft zij via Paypal het loon over februari en maart (als voorschot) op haar bankrekening laten overmaken. Met deze overboeking is een bedrag van € 137,50 aan kosten gemoeid. Het loon over februari 2020 heeft [verzoekster] aan Vita Natura terugbetaald toen dit door Vita Natura alsnog aan haar werd voldaan. Het loon over maart heeft [verzoekster] niet terugbetaald.
2.10.
Op vrijdag 21 februari 2020 heeft [verzoekster] tussen 1:32 uur en 4:34 uur een groot aantal e-mails met zakelijke gegevens van Vita Natura en partijen waarmee Vita Natura samenwerkte doorgezonden aan het privémailadres van [verzoekster] . Onder deze gegevens bevonden zich in elk geval inloggegevens van de arbodienst, correspondentie met E-Tailors en inloggegevens met betrekking tot de telecommunicatiesystemen van Vita Natura.
2.11.
Diezelfde nacht heeft [verzoekster] samen met haar dochter om 5:31 uur het pand van Vita Natura betreden. [verzoekster] heeft toen een boodschappentas met spullen meegenomen, waaronder zich in elk geval meerdere potten Glucolin bevonden. [verzoekster] heeft de onttrekking van de potten Glucolin aan de voorraad niet geregistreerd. [verzoekster] en haar dochter hebben het pand om 6:22 uur verlaten. Van dit bezoek van [verzoekster] en haar dochter zijn camerabeelden van de beveiligingscamera’s in het geding gebracht, welke beelden zicht geven op de toegangsdeur en de hal van het pand.
2.12.
[verzoekster] heeft vervolgens om 7:49 uur een e-mail gezonden aan Vita Natura waarin zij zich ziek meldt.
2.13.
[naam bestuurder] heeft [verzoekster] bij brief van 3 maart 2020 uitgenodigd om op 5 maart 2020 om 9:00 uur te komen praten over haar handelwijze en het zonder overleg overmaken van het loon over maart. [verzoekster] heeft laten weten dat zij vanwege haar gezondheidstoestand niet kon komen praten.
2.14.
Bij brief van 5 maart 2020 is [verzoekster] op staande voet ontslagen. Aan dit ontslag zijn de volgende gedragingen ten grondslag gelegd die volgens Vita Natura ieder op zichzelf en/of in onderling verband een dringende reden in het leven roepen:
- [verzoekster] heeft geen opheldering verschaft over de overschrijding van de met E-Tailors afgesproken prijsafspraak en [naam bestuurder] niet geïnformeerd over de juridische procedure met E-Tailors;
- [verzoekster] heeft de facturen van E-Tailors alsook van een ander bedrijf (DreiK) voor een disproportioneel bedrag goedgekeurd en, ondanks waarschuwingen van de boekhouding, de onrendabele samenwerking met deze bedrijven, niet beëindigd;
- [verzoekster] heeft op 20 februari 2020 zonder overleg met [naam bestuurder] en de boekhouding het loon over februari en maart overgemaakt naar haar privérekening;
- [verzoekster] heeft daarvan een bedrag van € 1.965,- niet terugbetaald om dat zij zekerheid wilde hebben voor de betaling van loon over maart;
- [verzoekster] heeft in de nacht van 21 februari 2020 e-mails met een zakelijke inhoud, waaronder inloggegevens, doorgezonden naar haar privé e-mailadres, waardoor deze buiten de beveiligde omgeving van Vita Natura zijn gebracht. Daarnaast heeft [verzoekster] een grote hoeveelheid e-mails uit haar e-mail inbox verwijderd, waaronder zich e-mails bevonden die [verzoekster] aan haar privé e-mailadres had doorgemaild;
- Het bezoek van [verzoekster] , samen met haar dochter, aan het bedrijfspand van Vita Natura op 21 februari 2020 in de vroege ochtend, met de kennelijke bedoeling spullen, waaronder producten van Vita Nature, mee te nemen en het gegeven dat [verzoekster] dit niet nadien heeft gemeld. [verzoekster] heeft met dit gedrag de verdenking op zich geladen dat zij zich, zonder toestemming van Vita Natura, zaken van Vita Natura heeft toegeëigend;
- [verzoekster] heeft zichzelf, zonder toestemming, een loonsverhoging gegeven ter compensatie van het verlies aan netto-inkomen vanwege een hogere bijtelling voor het privégebruik van de leaseauto, waardoor zij zich zelf ten koste van Vita Natura heeft verrijkt.
Volgens Vita Natura zijn er geen persoonlijke feiten die de gedragingen van [verzoekster] kunnen rechtvaardigen. Het vertrouwen van Vita Natura is hierdoor op zeer ernstige wijze geschaad. Als leidinggevende heeft [verzoekster] , aldus Vita Natura, een voorbeeldfunctie, ook op het gebied van integriteit en betrouwbaarheid.
2.15.
[verzoekster] heeft op 7 april 2020 een verzoekschrift ingediend tot vernietiging van het ontslag op staande voet.

3.Het geschil

3.1.
[verzoekster] verzoekt de kantonrechter primair om Vita Natura, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, binnen twee dagen na het wijzen van de beschikking te veroordelen tot:
a. toelating tot het werk op straffe van een dwangsom;
b. loondoorbetaling vanaf 5 maart 2020 tot het einde van het dienstverband, te vermeerderen met de wettelijke verhoging ingevolge artikel 7:625 BW;
c. betaling van de buitengerechtelijke kosten;
d. betaling van de wettelijke rente over de onder b en c genoemde bedragen.
3.2.
Subsidiair verzoekt [verzoekster] de kantonrechter om Vita Natura, kort gezegd, te veroordelen tot betaling van een billijke vergoeding, een gefixeerde schadevergoeding, de wettelijke verhoging en buitengerechtelijke kosten, een en ander te vermeerderen met wettelijke rente.
3.3.
Primair en subsidiair verzoekt [verzoekster] de kantonrechter om Vita Natura te veroordelen in de proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
3.4.
Daarnaast verzoekt [verzoekster] Vita Natura bij wijze van voorlopige voorziening voor de duur van de procedure te veroordelen tot loondoorbetaling, te vermeerderen met de wettelijke verhoging en rente, alsmede betaling van buitengerechtelijke kosten.
3.5.
[verzoekster] legt aan haar verzoek ten grondslag, dat zij onvoldoende gekwalificeerd was voor haar functie als leidinggevende/vestigingsmanager en dat [naam bestuurder] , die voornamelijk in de Verenigde Staten verbleef, haar aan haar lot heeft overgelaten. [verzoekster] betwist dat zij zichzelf een loonsverhoging heeft toegekend. De ontstane problemen met E-Tailors en DreiK kunnen haar daarom niet aangerekend worden. [verzoekster] was bang dat Vita Natura haar loon niet (meer) zou betalen; daarom heeft zij zelf het loon over februari en maart 2020 overgemaakt naar haar bankrekening. [verzoekster] heeft in de nacht van 21 februari 2020 snel een groot aantal e-mails verzonden van haar werkmail naar haar privémailadres. Zij heeft dit gedaan zodat zij aan kon tonen dat zij niet had gedisfunctioneerd. Verder was [verzoekster] gerechtigd om het middel Glucolin (gratis) mee te nemen. Bovendien heeft zij enkel haar persoonlijke bezittingen meegenomen.
3.6.
Vita Natura stelt dat het heimelijk meenemen van de potten Glucolin een zeer ernstig vergrijp is. Daarnaast heeft [verzoekster] ander zaken van Vita Natura meegenomen. Ten aanzien van het loon had [verzoekster] navraag kunnen doen bij de boekhouding. Het was [verzoekster] niet toegestaan zelfstandig haar loon over te maken. Deze en de overige voorvallen maken dat sprake is van een rechtsgeldig gegeven ontslag op staande voet.
3.7.
Voor zover het ontslag op staande voet geen stand houdt, verzoekt Vita Natura om ontbinding van de arbeidsovereenkomst primair vanwege ernstig verwijtbaar handelen, subsidiair een verstoorde arbeidsverhouding en meer subsidiair vanwege ongeschiktheid tot het verrichten van de bedongen arbeid. Er is volgens Vita Natura geen grond [verzoekster] een transitievergoeding of billijke vergoeding toe te kennen.
3.8.
Vita Natura verzoekt de kantonrechter voorts te veroordelen tot:
1. betaling van € 1.965,- (voorschot maart) en € 137,50 (kosten overboeking loon februari en maart);
2. retournering van een Apple MacBook Air 13 (2017) met toebehoren na betekening van het vonnis op straffe van een dwangsom van € 500,- per dag of dagdeel dat [verzoekster] daarmee in gebreke blijft dan wel vergoeding van de schade van € 998,99 vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 5 maart 2020 tot de dag der algehele voldoening;
3. retournering van de door [verzoekster] (en/of haar dochter) meegenomen bedrijfseigendommen van Vita Natura binnen 48 uren na betekening van het vonnis op straffe van een dwangsom van € 500,- per dag of dagdeel dat [verzoekster] daarmee in gebreke blijft dan wel een vergoeding van de schade van ten minste € 330,- vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 21 februari 2020 tot de dag der algehele voldoening;
4. betaling van de proceskosten.

4.De beoordeling

4.1.
Hoewel een verzoek tot vernietiging van het ontslag op staande voet ontbreekt onder het ‘petitum’ van het verzoekschrift staat dit wel in de aanhef van het verzoek. Het verzoek van [verzoekster] om toelating tot het werk en loondoorbetaling kan enkel worden toegewezen indien het ontslag op staande voet wordt vernietigd. Aldus impliceren deze verzoeken dat ook om vernietiging van het ontslag op staande voet is verzocht en in die zin zal de kantonrechter dit verzoek dan ook beoordelen.
4.2.
Volgens vaste rechtspraak fixeert de opgegeven dringende reden de ontslaggrond en bepaalt deze de rechtsstrijd, zowel ten aanzien van de feiten als ten aanzien van de verwijten. Dit betekent dat de kantonrechter in het kader van de beoordeling van de rechtsgeldigheid van het ontslag op staande voet, enkel in gaat op de in de ontslagbrief van 5 maart 2020 benoemde verwijten. De overige verwijten van Vita Natura komen eventueel aan de orde indien het ontslag geen stand houdt en de vraag moet worden beantwoord of er grond is om de arbeidsovereenkomst te ontbinden.
4.3.
Indien van een door de werkgever als "dringende reden" voor het ontslag aan de werknemer medegedeeld feitencomplex, na betwisting door de werknemer, slechts een gedeelte in rechte komt vast te staan, zal het ontslag niettemin kunnen gelden als te zijn verleend om een dringende, onverwijld meegedeelde reden, indien (a) het vorenbedoelde gedeelte op zichzelf beschouwd wel kan gelden als een dringende reden voor ontslag op staande voet, (b) de werkgever heeft gesteld en ook aannemelijk is, dat hij de werknemer ook op staande voet zou hebben ontslagen, indien hij - anders dan hij blijkens de ontslagaanzegging meende - daarvoor niet meer grond zou hebben gehad dan in rechte is komen vast te staan en (c) dit laatste voor de werknemer in het licht van de gehele inhoud van die aanzegging en de overige omstandigheden van het geval ook duidelijk moet zijn geweest (HR 1 september 2006, ECLI:NL:HR:2006:AX9387).
4.4.
Vita Natura heeft allereerst aan het ontslag op staande voet ten grondslag gelegd de problematiek met E-Tailors en DreiK en het onvoldoende informeren van [naam bestuurder] door [verzoekster] . In dat verband is allereerst van belang welke functie [verzoekster] uitoefende en wat haar verantwoordelijkheden waren. Volgens [verzoekster] bekleedde zij de functie leidinggevende/vestigingsmanager. Volgens Vita Natura bekleedde [verzoekster] deze functie niet, maar gedroeg zij zich wel als zodanig. Vita Natura stelt dat de functie van [verzoekster] die van leidinggevende callcenter was. In de ontslagbrief van 5 maart 2020 staat echter dat [verzoekster] ‘als leidinggevende van onze locatie in Kerkrade’ een voorbeeldfunctie heeft. Hieruit kan worden afgeleid dat [verzoekster] wel degelijk leidinggevende van de vestiging Kerkrade was. Los van de vraag of [verzoekster] leidinggevende was van de vestiging Kerkrade, is duidelijk dat [verzoekster] vergaande bevoegdheden had. Hiervoor pleit dat [verzoekster] , net als haar collega [naam collega] , volledig gevolmachtigd was rechtshandelingen aan te gaan namens Vita Natura en [verzoekster] de overeenkomst met E-Tailors heeft ondertekend. Gelet op haar functie en de wijze waarop zij betrokken was in de kwestie E-Tailors had [verzoekster] [naam bestuurder] over de extreme overschrijding van de prijsafspraak met E-Tailors en de sinds september 2019 lopende procedure moeten informeren. Pas op 20 februari 2020 heeft [verzoekster] [naam bestuurder] daarover geïnformeerd. Dit valt [verzoekster] aan te rekenen. Dat [verzoekster] zich nu op het standpunt stelt niet geschikt te zijn voor de functie ( [verzoekster] stelt overigens niet dat het toezien op de facturatie van E-Tailors niet onder haar verantwoordelijkheden viel), vormt geen rechtvaardiging voor haar nalaten. [verzoekster] had zich - desnoods met behulp van [naam collega] of een andere medewerker van de boekhouding - op de hoogte kunnen stellen van de gefactureerde en betaalde bedragen en ook zonder gedegen boekhoudkundige kennis had zij kunnen constateren dat sprake was van een ruime overschrijding van de oorspronkelijk prijsafspraak. Desondanks is de kantonrechter van oordeel dat Vita Natura onvoldoende gemotiveerd heeft gesteld dat dit nalaten van [verzoekster] een dringende reden in het leven roept. [naam bestuurder] lijkt zelf weinig toezicht te hebben gehouden, maar heeft zich volledig verlaten op [verzoekster] . Dat het volgens Vita Natura op afstand moeilijk toezicht houden is, is een omstandigheid die niet voor rekening van [verzoekster] komt. Pas toen het al te laat was heeft zij RSM ingeschakeld, waaruit volgt dat het wél mogelijk was om toezicht te houden op afstand. Er zijn voorts geen gespreksverslagen van functioneringsgesprekken met [verzoekster] . Tot slot is de gedeelde verantwoordelijkheid van [verzoekster] en [naam collega] onduidelijk, waardoor ook onduidelijk is of het debacle met E-Tailors alleen [verzoekster] valt aan te rekenen.
4.5.
Vervolgens heeft Vita Natura het op 20 februari 2020 zonder instemming overmaken van het loon over februari en maart ten grondslag gelegd aan het ontslag. Het loon over maart heeft zij vervolgens onder zich gehouden. Naar het oordeel van de kantonrechter had [verzoekster] dit niet zonder instemming van [naam bestuurder] mogen doen, temeer daar de aan [verzoekster] verleende volmacht door [naam bestuurder] op 15 november 2019 was ingetrokken. Dat volgens [verzoekster] de 20ste de betaaldag was kan geen rechtvaardiging zijn voor deze handelwijze. [verzoekster] had zich er bewust van moeten zijn dat sprake was van een belangenconflict en had eerst navraag moeten doen en instemming van [naam bestuurder] moeten vragen.
4.6.
Vita Natura verwijt [verzoekster] (1) dat zij een grote hoeveelheid e-mails heeft doorgezonden naar haar privémailadres, waardoor vertrouwelijke gegevens buiten de beveiligde netwerkomgeving van Vita Natura zijn gebracht en dat [verzoekster] (2) e-mails heeft verwijderd uit haar inbox, waaronder e-mails die zij aan haar privémailadres heeft doorgezonden. [verzoekster] stelt dat zij dit heeft gedaan ter onderbouwing van haar functioneren. De kantonrechter is van oordeel dat waar het gaat om het e-mailverkeer dat ziet op de kwestie E-Tailors de handelwijze van [verzoekster] ergens nog te begrijpen is, maar het doorzenden van inloggegevens van onder meer de Arbodienst is niet te rechtvaardigen. Vita Natura heeft echter onvoldoende gemotiveerd gesteld dat deze handelwijze een dringende reden vormt. Vita Natura stelt immers niet dat zij is geschaad door het doorzenden en verwijderen van het e-mailverkeer en/of dat [verzoekster] de gegevens heeft misbruikt.
4.7.
Vita Natura verwijt [verzoekster] het meenemen van zaken in de nacht van 21 februari 2020. Vast staat dat [verzoekster] , samen met haar dochter, op 21 februari 2020 in de nacht/vroege ochtend meerdere potten Glucolin heeft meegenomen uit de voorraad van Vita Natura. Op de camerabeelden is te zien dat [verzoekster] minimaal zes potten meeneemt.
4.8.
[verzoekster] stelt dat haar dit was toegestaan omdat haar vader reclame had gemaakt voor Vita Natura. Ter onderbouwing verwijst zij naar een bericht van 14 november 2016 met de volgende mededeling van [naam bestuurder] : “Ein recht herzliches Dankeschön an deinem Papa. Er erhält das Glucolin selbstverständlich auf Lebenszeiten kostenlos von uns.” [verzoekster] heeft verder aangevoerd dat het middel enkel bij Vita Natura te krijgen is. Indien zij dit via de website van Vita Natura had moeten aanschaffen had zij de potten Glucolin niet gratis kunnen krijgen. Verder heeft [verzoekster] aangevoerd dat zij in paniek heeft gehandeld.
4.9.
Vita Natura heeft ter zitting gesteld dat het verschil met de vorige keren dat zij dit middel meenam is, dat zij normaliter één pot meenam en dat dit werd geregistreerd, zodat er geen verschillen ontstonden in de voorraadadministratie. Verder kreeg zij in deze gevallen een factuur met daarop een korting van 100%.
4.10.
De kantonrechter overweegt als volgt. Zoals ook onder het feitenverloop is opgenomen staat vast dat [verzoekster] toestemming had om periodiek een pot Glucolin mee te nemen ten behoeve van haar vader die diabetes heeft. [verzoekster] heeft de door Vita Natura geschetste gebruikelijke gang van zaken bij het meenemen van een pot Glucolin niet betwist. Anderzijds heeft Vita Natura de strekking van het bericht van [naam bestuurder] van 14 november 2016 niet betwist. Opvallend is echter dat [verzoekster] op 21 februari 2020 niet één pot Glucolin heeft meegenomen, maar minimaal zes potten. Verder heeft [verzoekster] dit niet geregistreerd of gemeld, ook na 21 februari 2020 niet. Gesteld noch gebleken is dat [verzoekster] naar believen potten Glucolin mocht meenemen. Ook heeft [verzoekster] het meenemen van een voorraadje Glucolin heimelijk gedaan. [verzoekster] kwam immers in de nacht/vroege ochtend en heeft de hoeveelheid meegenomen potten niet vooraf of nadien geregistreerd.
4.11.
Dat [verzoekster] zich tot slot een loonsverhoging heeft gegeven zonder overleg met [naam bestuurder] of de boekhouding en zich op die wijze ten koste van Vita Natura heeft verrijkt, acht de kantonrechter, mede gelet op de betwisting van deze stelling door [verzoekster] , onvoldoende onderbouwd met alleen de door Vita Natura overgelegde twee loonstroken.
4.12.
Resumerend komt de kantonrechter tot de volgende beoordeling van de vraag of het ontslag op staande voet rechtsgeldig is. Naar het oordeel van de kantonrechter staat vast dat [verzoekster] zichzelf, zonder instemming, nadat haar volmacht was ingetrokken, een voorschot op het loon over maart 2020 heeft toegekend. Hierdoor heeft zij misbruik gemaakt van haar positie. Daarnaast heeft [verzoekster] heimelijk, in de vroege ochtend, zonder registratie, minimaal zes potten Glucolin uit de voorraad van Vita Natura meegenomen. Hoewel [verzoekster] toestemming had om voor haar vader, als tegenprestatie voor het maken van reclame, periodiek een pot Glucolin mee te nemen, is niet komen vast te staan dat [verzoekster] zich, zonder daarvoor toestemming te vragen, naar believen hoeveelheden Glucolin mocht toe-eigenen. Dat het [verzoekster] duidelijk was dat haar dit niet was toegestaan volgt uit het gegeven dat zij het onttrekken van de potten Glucolin uit de voorraad ook niet heeft gemeld of geregistreerd. Deze twee gedragingen vormen dringende redenen voor een ontslag op staande voet. Door Vita Natura is gesteld en het is naar het oordeel van de kantonrechter ook aannemelijk dat Vita Natura [verzoekster] ook op staande voet had ontslagen op grond van alleen deze gedragingen. De essentie van het eerste verwijt is immers misbruik van haar positie en de essentie van het andere verwijt wederrechtelijke toe-eigening is. Het moet voor [verzoekster] in het licht van de gehele inhoud van de opgegeven ontslaggronden en de overige omstandigheden van het geval ook duidelijk zijn geweest dat Vita Natura ook tot het ontslag op staande voet was overgegaan op basis van enkel de hiervoor beschreven gedragingen.
4.13.
Het voorgaande betekent dat het ontslag op staande voet stand houdt. De verzoeken van [verzoekster] zullen worden afgewezen. [verzoekster] zal het voorschot op het loon over maart 2020 moeten terugbetalen alsmede de daaraan verbonden kosten van € 137,50. Het verzoek van Vita Natura tot teruggave van de Apple MacBook Air 13 (2017) met toebehoren dan wel de geleden schade zal worden afgewezen nu [verzoekster] onbetwist heeft gesteld dat zij deze laptop niet (meer) in haar bezit heeft.
[verzoekster] zal wel worden veroordeeld tot teruggave van de zes potten Glucolin op straffe van een dwangsom. Omdat Vita Natura niet voldoende heeft aangetoond dat [verzoekster] andere bezittingen van Vita Natura onder zich heeft, kan een veroordeling tot teruggave van de bedrijfseigendommen - ook omdat onduidelijk is wat wordt bedoeld - niet worden toegewezen.
De kantonrechter zal, gelet op de waarde van de potten Glucolin, de dwangsommen matigen en deze ook maximeren.
4.14.
Hetgeen hiervoor is overwogen en beslist, brengt mee dat [verzoekster] geen belang meer heeft bij het treffen van de verzochte voorlopige voorziening. Deze zal dan ook worden afgewezen.
4.15.
[verzoekster] zal worden veroordeeld in de proceskosten. Deze worden begroot op € 721,- aan salaris gemachtigde.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
veroordeelt [verzoekster] tot betaling van € 2.102,50;
5.2.
veroordeelt [verzoekster] tot teruggave van zes potten Glucolin binnen 48 uren na betekening van deze beschikking op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 50,- per dag of dagdeel dat [verzoekster] daarmee in gebreke blijft met een maximum van € 500,- dan wel vergoeding van de schade van € 330,- vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 5 maart 2020 tot de dag der algehele voldoening;
5.3.
veroordeelt [verzoekster] tot betaling van de proceskosten, aan de zijde van Vita Natura tot op heden vastgesteld op € 721,--;
5.4.
verklaart de onderdelen 5.1 tot en met 5.4 van deze beslissing uitvoerbaar bij voorraad;
5.5.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. P.H.M. Kuster en is in het openbaar uitgesproken.
BM