Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord
- de conclusie van repliek
- de conclusie van dupliek.
2.De feiten
- [eiser] geen zelfstandig belang heeft bij de vordering;
- [eiser] misbruik maakt van recht door deze vordering in een afzonderlijke procedure in te stellen;
- De overeengekomen finale kwijting alle rechtsverhoudingen tussen partijen betreft.
4.De beoordeling
Dominee)heeft de Hoge Raad beslist dat de eiser zijn declaratoire vordering tot erkenning van een recht alleen mag splitsen van een vordering tot veroordeling tot een prestatie als bijzondere omstandigheden dat rechtvaardigen.
Europeesche/Ohra)en HR 27 maart 2015 (NL:HR:2015:760). In deze arresten lijkt de hiervoor geschetste strenge leer aanzienlijk te worden afgezwakt. A-G Spier wijst in de conclusie voor het arrest van 27 maart 2015 op het gevaar van excessief formalisme. Vertaald naar deze casus, niet ontvankelijkheid verklaring van [eiser] op grond van het feit dat hij de vordering met betrekking tot de strekking van de kwijting niet mag splitsen van de vordering tot vaststelling van de aansprakelijkheid leidt immers enkel tot een nieuwe procedure waarbij het weer over dezelfde vraag zal gaan, de strekking van de kwijting. Daar heeft niemand wat aan. Een benadering die de kantonrechter zeer aanspreekt. De Hoge Raad lijkt daarin mee te gaan, althans legt de lat voor het geven van (enkel) een declaratoir oordeel aanmerkelijk lager dan aanvankelijk het geval was.
- het onderdeel van de gemaakte afspraken “finale kwijting betreffende alle vorderingen uit het dienstverband” is afkomstig van ISL;
- de onderhandelingen tussen partijen zijn opgestart naar aanleiding van de vraag of het dienstverband van [eiser] was beëindigd door het verstrijken van de bepaalde tijd, of dat er een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd tot stand gekomen was;
- in de gevoerde gesprekken is de kwestie van de letselschadeaanspraak nimmer aan de orde gesteld.
- dagvaarding € 108,54
- griffierecht 83,00
- salaris gemachtigde