In deze zaak heeft de kantonrechter op 9 september 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen STICHTING WONEN LIMBURG en een gedaagde partij, die op een geheim adres woont. De eisende partij, Wonen Limburg, vorderde ontbinding van de huurovereenkomst, ontruiming van het gehuurde en betaling van achterstallige huurpenningen. De gedaagde had een huurachterstand van zes maanden, die opliep tot € 5.745,12. De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde tekortgeschoten was in zijn betalingsverplichtingen en dat er geen feiten of omstandigheden waren die de tekortkoming rechtvaardigden. De kantonrechter ontbond de huurovereenkomst en veroordeelde de gedaagde tot ontruiming van het gehuurde binnen veertien dagen na betekening van het vonnis. Daarnaast werd de gedaagde veroordeeld tot betaling van de huurachterstand en de proceskosten. De vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten werd afgewezen, omdat niet was komen vast te staan dat de gedaagde de veertiendagenbrief had ontvangen. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.