4.6.Bofix beroept zich op verrekening. Bofix stelt dat [naam maat] in de periode van januari 2016 tot en met februari 2017 werkzaamheden heeft verricht in het fruitbedrijf van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] .
4.6.1.De stelplicht, en bij gemotiveerde betwisting, de bewijslast dat Bofix diensten heeft geleverd aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] , in de zin dat de werknemer [naam maat] van januari 2016 tot en met februari 2017 loonwerk heeft verricht voor [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] , rust op Bofix.
4.6.2.Bofix heeft ter onderbouwing van haar stelling slechts van haar kant afkomstige, eenzijdig opgestelde, stukken ingebracht. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] betwist op haar beurt gemotiveerd dat partijen de afspraak hebben gemaakt dat [naam maat] betaalde werkzaamheden voor haar zou verrichten. Sterker, [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] stelt dat in het geheel geen gebruik is gemaakt van [naam maat] .
4.6.3.Zo stelt [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] dat haar (enige) fruitplantage begin 2016 niet werd geëxploiteerd door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] (maar door Kyki), zodat het feitelijk onmogelijk is om over de periode tot mei 2016 anders dan voor Kyki aldaar werkzaamheden te hebben verricht. Bofix stelt bij antwoord dat Kyki de exploitatie van het fruitbedrijf (al) in januari 2016 stopte en dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] toen (al) de exploitatie heeft overgenomen. Bofix licht dit evenwel op geen enkele wijze toe en onderbouwt dit verder ook niet. Dit had wel op de weg van Bofix gelegen. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] stelt op haar beurt nog dat, indien [naam maat] al enige werkzaamheden heeft verricht, zij dit over de periode tot mei 2016 ten behoeve van Bofix heeft gedaan. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] brengt bij repliek voorts nog een door [naam bestuurder 1] en [naam bestuurder 1] ondertekende intentieverklaring in geding, waaruit is op te maken dat [naam maat] tot augustus 2016 voor Kyki heeft gewerkt. Bofix betwist dit weliswaar maar laat na zelf te onderbouwen waarom de situatie anders zou zijn geweest. Ook uit de verklaring van [naam maat] d.d. 22 juni 2017 is op te maken dat Kyki het fruitbedrijf tot mei 2016 heeft geëxploiteerd. Vaststaat dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] in ieder geval na mei 2016 de exploitatie heeft overgenomen, maar in dit verband is nog gesteld dat circa 12 seizoenarbeiders zijn aangetrokken. Hiermee is dan ook niet gegeven dat [naam maat] vanaf mei 2016 werkzaamheden heeft verricht voor [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] . Bofix stelt uiteindelijk nog dat uit het feit, dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] aanhaalt, dat Kyki in 2016 nog een bestelling heeft gedaan, niet kan worden afgeleid dat Kyki niet per 1 januari 2016 is gestopt met de exploitatie, maar miskent hiermee dat het aan Bofix is om genoegzaam te stellen dat [naam maat] per januari 2016 werkzaamheden voor [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft verricht. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft niet meer te doen dan dit gemotiveerd te betwisten. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] wijst er verder op dat bij de factuur van oktober 2016 al uren tot en met december 2016 in rekening worden gebracht en daarmee nog niet kunnen zijn uitgevoerd. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] wijst voorts op een tegenstrijdigheid in het emailbericht van 20 oktober 2016, in relatie tot de factuur van 16 oktober 2016, dat [naam maat] in oktober 2016 al 2200 gewerkt zou hebben voor de maatschap, terwijl in de factuur 2.200 uren over de periode tot en met december 2016 worden gefactureerd.
4.6.4.[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] wijst verder op het emailbericht van [naam maat] , waaruit is op te maken dat hij (of partijen) destijds ervanuit ging(en) dat ingeval van werkzaamheden - hooguit - een bedrag van € 3.000,00 zou zijn te verrekenen met de uren die hij zou maken. Dit staat in fel contrast met de hier gestelde uren, die erop neerkomen dat hij meer dan fulltime - volgens Bofit: zelfs 16 uren per dag - voor [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] zou hebben gewerkt, terwijl ten eerste [naam maat] zich juist bezig houdt met het voorzien van de machines en andere benodigdheden ten behoeve van de fruitteelt en ten tweede hij daarmee ook zijn functie voor Bofix niet meer zou kunnen uitoefenen. Dit terwijl hij de enige werknemer is van Bofix. De bestuurders/aandeelhouders van Bofix, de accountants, houden zich als zodanig niet bezig met het voorzien van de fruitteeltsector van machines en andere benodigdheden. De stelling van Bofix dat de activiteiten van Bofix ook bestaan uit het leveren van loonwerk, vindt in ieder geval geen steun in de stukken zoals het uittreksel van de Kamer van Koophandel. De dienstverlening ziet op (advies)diensten, hetgeen van geheel andere aard is dan het bemesten van het land en het zelf snoeien van boomgaarden. Ook uit de door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] ingebrachte stukken van de website van Bofix is niet op te maken dat het leveren van loonwerk tot de dienstverlening behoort.
4.6.5.[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] wijst er voorts op dat in het faillissement van de eenmanszaak van [naam maat] ( [handelsnaam] ) destijds een bedrag van € 40.000,00 nodig was voor het aanbieden van een crediteurenakkoord, en dat volgens mededeling van de heren [naam bestuurder 1] en [naam bestuurder 1] Bofix heeft getracht om via facturatie aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] deze benodigde gelden te genereren ten behoeve van het crediteurenakkoord. Volgens [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] is die factuur fictief en wel met voornoemde reden. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] stelt onbetwist die factuur destijds gelijk betwist te hebben. De overige facturen zijn niet erkend.
4.6.6.Voor zover wel moet worden aangenomen dat partijen gesproken hebben over een uurtarief van € 25,00 is daarmee nog niet gegeven dat [naam maat] ook daadwerkelijk werkzaamheden voor [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft verricht. Er is niet onderbouwd dat partijen in september 2016 zouden hebben afgesproken dat het aantal gewerkte uren zou neerkomen op € 66.550,00 incl. btw. De daartoe ingebrachte pro forma factuur geeft die onderbouwing niet. Ook het emailbericht van [naam bestuurder 1] d.d. 20 oktober 2016 geeft die onderbouwing als zodanig niet, nu Bofix in dit verband zelf al aangeeft dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] hierop kenbaar heeft gemaakt dat er geen afspraken zijn gemaakt en ontkent iets verschuldigd te zijn aan Bofix. Hiermee kan niet worden aangenomen dat partijen afspraken hebben gemaakt. Uit de bij conclusie van dupliek in reconventie ingebrachte emailberichten kan niet worden opgemaakt dat [naam maat] de werkzaamheden heeft verricht, laat staan in de omvang als gevorderd.
4.6.7.Bofix heeft de gemotiveerde betwisting niet weten te weerleggen. Daarmee kan niet als vaststaand worden aangenomen dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] Bofix de bedragen in de facturen verschuldigd is uit hoofde van loonwerk. Het beroep op verrekening wordt verworpen.