Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie
- de conclusie van repliek in conventie houdende wijziging van eis en van antwoord in reconventie
- de conclusie van dupliek in conventie en van repliek in reconventie
- de conclusie van dupliek in reconventie.
2.De feiten
doen partijen afstand van het recht zich ter zake van deze overeenkomst op enig wilsgebrek te beroepen.
3.Het geschil in conventie en in reconventie
- [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] te veroordelen mee te werken aan een beëindiging met wederzijds goedvinden of opzegging van de arbeidsovereenkomst, op straffe van een dwangsom;
- [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] te veroordelen tot betaling van € 11.407,27 aan transitievergoeding en/of (schade)vergoeding ex artikel 7:611 BW, vermeerderd met rente;
- [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] te veroordelen tot betaling van € 6.775,44 bruto aan vergoeding voor 39 niet genoten vakantiedagen en € 7.752,65 bruto aan wettelijke verhoging over het te laat betaalde loon in 2019;
- [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] te veroordelen tot verstrekking van deugdelijke bruto/netto specificaties van voormelde bedragen, op straffe van een dwangsom;
4.De beoordeling in conventie en in reconventie
“het komt aan op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan deze bepaling mochten toekennen en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. Daarbij kan mede van belang zijn tot welke maatschappelijke kringen partijen behoren en welke rechtskennis van zodanige partijen kan worden verwacht”.Indachtig die norm overweegt de kantonrechter als volgt.
- salaris gemachtigde conventie 720,00 (2 x tarief € 360,00)
- salaris in reconventie