ECLI:NL:RBLIM:2020:9691

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
9 december 2020
Publicatiedatum
9 december 2020
Zaaknummer
03/659223-18
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een vader voor seksueel misbruik van zijn dochters

Op 9 december 2020 heeft de Rechtbank Limburg in Roermond een vonnis uitgesproken in een strafzaak tegen een vader, die beschuldigd werd van seksueel misbruik van zijn twee dochters, die op het moment van de feiten jonger dan twaalf jaar waren. De zaak kwam aan het licht toen een van de dochters, toen elf jaar oud, haar moeder vertelde dat haar vader haar had verkracht. Dit leidde tot verklaringen van haar tweelingzus, die aangaf dat de seksuele handelingen al langer plaatsvonden. De rechtbank heeft de betrouwbaarheid van de verklaringen van de dochters beoordeeld, mede op basis van een deskundigenrapport van een rechtspsycholoog. De rechtbank oordeelde dat er voldoende steunbewijs was voor de beschuldigingen, waaronder medische rapporten en getuigenverklaringen. De verdachte ontkende de beschuldigingen en stelde dat het een wraakactie was van de moeder vanwege een echtscheiding. De rechtbank achtte de verklaringen van de dochters geloofwaardig en legde de verdachte een gevangenisstraf van vijf jaar op. Daarnaast werden schadevergoedingen toegewezen aan de benadeelde partijen, waaronder de dochters en hun moeder, voor de immateriële schade die zij hadden geleden door het misbruik.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Roermond
Strafrecht
Parketnummer: 03/659223-18
Tegenspraak
Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 9 december 2020
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboortegegevens] 1979,
wonende te [adres] .
De verdachte wordt bijgestaan door mr. S.M. Kurvers, advocaat, kantoorhoudende te Roermond.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 15 juli 2020. De verdachte en zijn raadsvrouw zijn verschenen. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt.
Daarnaast zijn de vorderingen tot schadevergoeding behandeld die de benadeelde partijen [naam slachtoffer] [1] , [naam slachtoffer 2] [2] en [naam slachtoffer 3] [3] hebben ingediend. De benadeelde partij [naam slachtoffer 3] is ter terechtzitting verschenen en heeft gebruik gemaakt van haar spreekrecht. De benadeelde partijen [naam slachtoffer] en [naam slachtoffer 2] zijn niet ter terechtzitting verschenen. De vorderingen zijn ter terechtzitting toegelicht door mr. G.G.J. Geerlings, advocaat, kantoorhoudende te Roermond, ten deze waarnemende voor mr. F.A. Dronkers, raadsman van de benadeelden, die zich partij hebben gesteld.
Omdat tijdens de beraadslaging de rechtbank is gebleken dat het onderzoek niet volledig is geweest, heeft de rechtbank op 29 juli 2020 het onderzoek ter terechtzitting heropend en geschorst voor onbepaalde tijd, teneinde nader onderzoek te laten verrichten door een deskundige, te weten een rechtspsycholoog, naar de betrouwbaarheid van de getuigen [naam slachtoffer 2] en [naam slachtoffer] in hun verklaringen ten aanzien van het aan de verdachte tenlastegelegde.
De rechtbank is op 16 november 2020 in het bezit gesteld van het onderzoeksrapport
d.d. 6 november 2020 van drs. J. van der Sleen, rechtspsycholoog.
Op 25 november 2020 is het onderzoek terechtzitting hervat. De verdachte en zijn raadsvrouw zijn verschenen. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat de verdachte:
1.al dan niet meermalen met zijn 11 jarige dochter [naam slachtoffer] handelingen heeft gepleegd, die (primair) mede hebben bestaan uit het seksueel binnendringen, dan wel (subsidiair) ontuchtig waren;
2.al dan niet meermalen met zijn 11 jarige dochter [naam slachtoffer 2] handelingen heeft gepleegd, die (primair) mede hebben bestaan uit het seksueel binnendringen, dan wel (subsidiair) ontuchtig waren.

3.De beoordeling van het bewijs

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich ter terechtzitting, zoals verwoord in het ter terechtzitting overgelegde schriftelijke requisitoir, op het standpunt gesteld dat het onder 1. primair en onder 2. primair aan de verdachte tenlastegelegde bewezen is. De officier van justitie heeft zich daarvoor gebaseerd op de door [naam slachtoffer] en [naam slachtoffer 2] afgelegde verklaringen. Hij acht deze verklaringen betrouwbaar en bruikbaar voor het bewijs. Daartoe heeft hij aangevoerd dat de verklaringen betrouwbaar kunnen worden geacht, nu de getuigen consistent, authentiek en gedetailleerd hebben verklaard en de verklaringen over en weer steun vinden in elkaar. Daarnaast heeft drs. J. van der Sleen in haar rapport geconcludeerd dat er geen grote problemen in het dossier te vinden zijn; noch met betrekking tot de inhoud, noch in de ontstaansgeschiedenis van de verklaringen van [naam slachtoffer] en [naam slachtoffer 2] .
Daarnaast bevat het onderliggend dossier voldoende steunbewijs voor het tenlastegelegde. De officier van justitie heeft daarbij gewezen op de aangifte en verklaringen van de moeder van [naam slachtoffer] en [naam slachtoffer 2] , de medische stukken, de foto’s en de Whats-appberichten betreffende een Macdonalds-bezoek, de verklaringen van de getuigen [getuige 1] en [getuige 2] en tot slot de diverse waarnemingen van emoties en gedragsveranderingen. Het door de verdachte geschetste alternatieve scenario, dat het een wraakactie is van moeder en/of de meisjes, omdat de verdachte wilde scheiden en er een minnares op na hield, acht de officier van justitie op basis van het dossier niet aannemelijk en dient naar zijn inzicht dan ook terzijde te worden geschoven.
De officier van justitie acht het onder 1. primair ten tenlastegelegde bewezen, met uitzondering van het:
  • (eerste gedachtestreepje) duwen en/of brengen van de penis van verdachte in de anus en
  • (tweede gedachtestreepje) duwen en/of brengen van de vinger in de vagina en
  • (derde gedachtestreepje) duwen en/of brengen van de tong in de vagina en/of tussen de schaamlippen.
De verdachte dient van deze onderdelen te worden vrijgesproken.
De officier van justitie acht het onder 2. primair tenlastegelegde bewezen, met uitzondering van het tweede en derde gedachtestreepje. De verdachte dient van deze onderdelen te worden vrijgesproken.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw van de verdachte heeft op verschillende gronden, zoals verwoord in de ter terechtzitting overgelegde pleitnota’s, algehele vrijspraak bepleit. Daartoe is onder meer aangevoerd dat de voor de verdachte belastende verklaringen van [naam slachtoffer] en [naam slachtoffer 2] niet gebruikt kunnen worden voor het bewijs. Gesteld wordt dat zij niet als betrouwbare getuigen kunnen worden gekwalificeerd, nu hun verklaringen over het aan de verdachte tenlastegelegde te weinig gedetailleerd en veelal tegenstrijdig zijn. Weliswaar heeft drs. J. van der Sleen in haar rapport geconcludeerd dat er ‘geen grote problemen’ bestaan ten aanzien van de verklaringen van [naam slachtoffer] en [naam slachtoffer 2] , de twijfel over de betrouwbaarheid van de verklaringen en de schuld van verdachte is door het rapport echter onvoldoende weggenomen. Het bewijs biedt onvoldoende grond voor de overtuiging dat de verdachte het aan hem tenlastegelegde heeft begaan. Bovendien geeft het rapport geen eenduidige conclusie in belastende of ontlastende zin. De verdachte heeft stellig ontkend; de aangifte is een wraakactie van moeder, omdat de verdachte van haar wilde scheiden en ervoor heeft gekozen om verder te gaan met zijn vriendin.
Mocht de rechtbank de verklaringen van [naam slachtoffer 2] en [naam slachtoffer] wel betrouwbaar achten, heeft de verdediging aangevoerd dat niet kan worden bewezen dat de verdachte de onder 1. en onder 2. verweten gedragingen heeft verricht, omdat de verklaringen van [naam slachtoffer] en [naam slachtoffer 2] onvoldoende steun vinden in de overige bewijsmiddelen. Daardoor is niet voldaan aan het bewijsminimum van artikel 342, lid 2, van het Wetboek van Strafvordering. Alles is te herleiden naar één bron, te weten [naam slachtoffer] en [naam slachtoffer 2] .
3.3
Het oordeel van de rechtbank [4]
3.3.1
Inleiding
In zedenzaken is het vaak zo dat er bij de seksuele handelingen maar twee personen aanwezig zijn, het veronderstelde slachtoffer en de veronderstelde dader. In veel gevallen is het dan ook nog zo dat de (belastende) verklaring van het slachtoffer lijnrecht staat tegenover de (ontkennende) verklaring van de verdachte. Ook in deze zaak is dit (deels) het geval. In de wet is bepaald dat het bewijs dat de verdachte een strafbaar feit heeft begaan niet uitsluitend kan worden aangenomen op basis van één bewijsmiddel, zoals de verklaring van één getuige (in dit geval de verklaring van het slachtoffer). De verklaring moet in ieder geval steun vinden in tenminste één bewijsmiddel uit een andere bron. De vraag of er voldoende steunbewijs aanwezig is, indien de bewezenverklaring zwaar leunt op de verklaring van één getuige, is sterk afhankelijk van de omstandigheden van het concrete geval. Toch zijn daarvoor wel enige regels in de jurisprudentie geformuleerd. Zo moet het steunbewijs ‘voldoende steun’ geven aan de verklaring van de getuige, dat wil zeggen dat het steunbewijs op relevante wijze in verband dient te staat met de inhoud van de verklaring van die getuige. Hierbij is het in beginsel niet voldoende dat andere personen ‘van horen zeggen’ verklaren over hetgeen het slachtoffer tegen hen verteld heeft, omdat de bron van de verklaring dan nog steeds alleen het slachtoffer is. In sommige gevallen kan een verklaring van een getuige, die niet ter plaatse aanwezig is geweest terwijl het strafbare feit werd gepleegd, wel als steunbewijs worden aangenomen. Dit kan als de getuigenverklaring ook een eigen waarneming inhoudt ten aanzien van de emotionele of fysieke toestand van de aangeefster (vlak) nadat het strafbare feit is gepleegd. Er is volgens bestendige jurisprudentie ook sprake van steunbewijs als de verklaringen van aangeefsters elkaar over en weer ondersteunen voor wat betreft de aard van de aan de verdachte verweten en door hem gepleegde handelingen en de wijze waarop die plaatsvonden.
In dit verband heeft advocaat-generaal Hofstee in zijn conclusie voor HR 12 november 2013 [5] opgemerkt dat eigen waarnemingen van getuigen, die weliswaar niet het kernverwijt (bijvoorbeeld de seksuele handelingen) bevestigen, binnen de context van de gebeurtenissen voldoende zelfstandig onderscheidend kunnen zijn om als objectief gegeven, in combinatie met andere omstandigheden, een rol van betekenis te kunnen spelen als steunbewijs naast de verklaring van het slachtoffer.
Met toepassing van het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat er voldoende bewijs is dat de verdachte op 23 juni 2018 handelingen heeft gepleegd met zijn dochter [naam slachtoffer] , geboren op [datum] 2007, toen zij jonger was dan 12 jaar en dat die handelingen mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van [naam slachtoffer] . De rechtbank is tevens van oordeel dat er voldoende bewijs is dat de verdachte meermalen handelingen heeft gepleegd met zijn dochter [naam slachtoffer 2] , geboren op [datum] 2007, toen zij jonger was dan 12 jaar en dat die handelingen mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van [naam slachtoffer 2] .
De rechtbank baseert haar oordeel op de verklaringen van [naam slachtoffer 2] en [naam slachtoffer] , de verklaringen van hun moeder, de bevindingen van de politie en de verklaring van [getuige 2] .
De rechtbank zal eerst de bewijsmiddelen weergeven en daarna haar oordeel toelichten. De rechtbank zal het tenlastegelegde onder 1. en onder 2. gezamenlijk bespreken.
3.3.2
De bewijsmiddelen
Aangifte en aanvullende verklaringen/bevindingen
Op 14 juli 2018 deed [naam slachtoffer 3] aangifte van ontucht namens de slachtoffers [naam slachtoffer] en [naam slachtoffer 2] , beiden geboren op [datum] 2007, gepleegd door haar toenmalige man [verdachte] , de vader van de slachtoffers. Destijds woonde het gezin aan de [adres] te Swalmen. [naam slachtoffer 3] heeft onder meer het volgende verklaard: [6]
U vraagt naar de volgende dag, 13 juli 2018. [verdachte] was naar het werk. Ik werd om 8:30 uur wakker door de meiden. Ik zei: Kom ga maar lekker douchen we gaan er een leuke dag van maken. [naam slachtoffer] ging als eerste douchen. Toen [naam slachtoffer] klaar was is [naam slachtoffer 2] gaan douchen. [naam slachtoffer] kwam bij mij zitten. [naam slachtoffer] vroeg: Wanneer gaan we weer naar opa en oma? Ik reageerde daar een beetje gepikeerd op en zei: Waarom zeg je dat, ik heb nu een weekje vakantie en heb me erop verheugd om met jullie leuke dingen te doen. Je geeft me het gevoel met deze vraag dat je liever bij opa en oma bent dan bij mij. [naam slachtoffer] zei toen: Nee, dat ligt aan jou maar ik voel me gewoon veilig bij opa en oma. Ik zei toen: Ik vind het fijn dat jij je veilig voelt bij opa en oma, maar voel jij je dan niet veilig thuis of bij mij. [naam slachtoffer] zei toen: Als jij er niet bent niet, als we met papa zijn. Mijn hart begon te kloppen en ik kreeg rillingen. Ik voelde aan de houding en toon van de stem van [naam slachtoffer] dat er iets ging komen. Ik zei: Hoe bedoel je dat? [naam slachtoffer] zei toen: Eigenlijk heeft hij mij gewoon verkracht. Haar hele houding en stem was zoals ik haar nog nooit had gezien, doodsbang. Ik vroeg: Hoe bedoel je verkracht, wat is er dan gebeurd? [naam slachtoffer] zei: Toen jij was werken en [getuige 1] naar [naam 1] was toen deed papa dat bij mij eerst in de douche en toen boven. [naam slachtoffer] zat tegen mij aan en hield mij vast. Ik heb kort gevraagd wat er dan gebeurd was. [naam slachtoffer] zei dat ze onder de douche zijn doelie in haar mond moest doen en hij deed met zijn mond daar bij mij zo. Hierbij wees [naam slachtoffer] naar haar vagina. En ze zei dat hij ook met zijn handen daar zo zat. Ik vroeg of [naam slachtoffer 2] daarbij was. [naam slachtoffer] zei dat in de douche was met haar alleen en boven was [naam slachtoffer 2] erbij. Ik vroeg toen: Wat bedoel je met verkracht? [naam slachtoffer] zei toen boven deed hij ook met zijn doelie bij daarin. En wees daarbij weer op haar vagina. [naam slachtoffer] zei dat dit pijn deed en dat ze had gezegd dat hij moest stoppen maar dat hij doorging. Ik vroeg: Ging hij met zijn doelie daar echt naar binnen? [naam slachtoffer] zei: Ja, hij heeft mij gewoon verkracht. Ik vroeg: En [naam slachtoffer 2] dan? [naam slachtoffer] zei: [naam slachtoffer 2] ook dat was met ons samen. […] Ik ben toen met de kinderen naar het politiebureau in Roermond gereden. [naam slachtoffer] zei toen: Dat heeft hij bij [naam slachtoffer 2] ook al gedaan toen zij acht was.
[naam slachtoffer 3] verklaarde verder in haar aangifte: [7]
[naam slachtoffer 2] heeft sinds haar achtste heeft ze last van bloedverlies. Dit was aan het einde van de vakantie. We zijn toen bij een kinderarts geweest. Daar werd niet geconstateerd dat ze al in de menstruatie zat. Ze was iets rood bij de schaamlippen daar heeft ze toen een miconazol zalf gekregen. Ze zat die periode ook niet lekker in haar vel.
Op 13 juli 2019 tijdens het informatief gesprek zeden met de politie heeft aangeefster [naam slachtoffer 3] het volgende verklaard: [8]
Op het moment van het gesprek met [naam slachtoffer] kwam [naam slachtoffer 2] uit de douche en [getuige 1] was boven. Ze vroeg toen aan [naam slachtoffer 2] : ‘Heeft hij dat ook bij jou gedaan? [naam slachtoffer 2] zei: ‘ja’. [naam slachtoffer 2] vroeg toen ze uit de douche kwam wat er met [naam slachtoffer] was, omdat ze zag dat [naam slachtoffer] overstuur was. [naam slachtoffer 3] heeft er verder niet met haar dochters over heeft gesproken en is meteen naar de politie gereden. Toen ze op de parkeerplaats bij de politie stond, heeft ze de meldkamer gebeld. Vervolgens heeft moeder gezegd tegen de politie dat er penetratie had plaatsgevonden, zodat de kinderen het niet zouden snappen. [getuige 1] vroeg hierop in de auto wat er nou was. Ze heeft uiteindelijk tegen [getuige 1] in de auto gezegd: ’Papa heeft [naam slachtoffer] en [naam slachtoffer 2] verkracht’. [naam slachtoffer 2] reageerde gelaten. Ze reageerde door te zeggen: ‘Sorry mama’ en ‘Sorry dat ik het je niet heb verteld’. Verder verklaarde moeder dat ze ook aan [naam slachtoffer] had gevraagd of het vaker was gebeurd, waarop [naam slachtoffer] antwoordde: ‘Nee, dit was de eerste keer’. [naam slachtoffer] zei dat ze die dag ook naar de McDonalds waren geweest. Moeder had die avond inderdaad een app gekregen van [verdachte] met een foto dat hij met de meisjes bij McDonalds zat. Ze kan zich dit nog kan herinneren omdat ze blij was dat hij iets leuks met de kinderen was gaan doen. [getuige 1] was er niet bij, hij was toen in Venlo bij een vriendje logeren. Verder verklaarde ze dat [naam slachtoffer] met 'doelie' penis bedoelt. Dat doelie penis is in de taal Farsi.
Op 23 mei 2019 heeft aangeefster [naam slachtoffer 3] voorts verklaard: [9]
De datum dat [getuige 1] bij zijn vriendje [naam 1] is blijven slapen is vrijdag 22 t/m zondag 24 juni 2018 geweest. Ik heb daar nog appjes en spraakberichten van. […] De schoolprestaties bij [naam slachtoffer 2] zijn in groep 4 omlaag gegaan. Ze kreeg toen een remedial teacher. Bij [naam slachtoffer] was dit niet aan de hand. […] Verbalisant [naam 2] heeft op 16 november 2018 gerelateerd dat aangeefster [naam slachtoffer 3] een foto heeft doorgestuurd, die zij op 23 juni 2018 van de verdachte heeft ontvangen die hij klaarblijkelijk bij een filiaal van Mac Donalds heeft gemaakt. [10] De foto waar aangeefster over verklaart, bevindt zich in het dossier. Hierop zijn twee foto’s te zien met afbeeldingen van [naam slachtoffer] en [naam slachtoffer 2] , waarbij de datum: ‘zaterdag 23 juni 18:10 uur’ zichtbaar is. [11]
Verbalisant [naam 2] relateert het volgende: [12]
Op 13 juli 2018 omstreeks 18:15 uur heb ik moeder [naam slachtoffer 3] in het bijzijn van de kinderen verteld dat papa op last van de officier van justitie was aangehouden door de politie. Ik hoorde dat [naam slachtoffer] meerdere keren zei dat ze bang was, dat ze bang was dat papa boos was. Verder hoorde ik dat zowel [naam slachtoffer] als [naam slachtoffer 2] zeiden dat ze erg opgelucht waren. Ik hoorde dat [naam slachtoffer] zei dat ze erg opgelucht was, dat ze het verteld had. Ik hoorde dat ze het volgende zei: ‘Papa zei altijd dat ik het niet aan mama mocht vertellen omdat mama dan heel erg boos op mij zou worden. Maar mama is helemaal niet boos’.
Verklaringen [naam slachtoffer] en [naam slachtoffer 2]
[naam slachtoffer] en [naam slachtoffer 2] worden direct die ochtend dat moeder met beide dochters aan het politiebureau komt (13 juli 2018), door de politie gesproken. [naam slachtoffer] heeft tijdens het gesprek met de politie onder meer verklaard: [13]
Ik vind het een beetje moeilijk om te vertellen. Omdat ik het niet fijn vind wat er is gebeurd. Ik vind het niet prettig om te vertellen. Wij waren thuis en dan is mama weg. En mijn broer ook. En toen was ik in de douche en toen kwam mijn vader er ineens bij. En dat vond ik niet fijn. Toen deed hij allemaal rare dingen met mij. Ik wilde toen weggaan, maar ik moest daar blijven. Toen ging ik uit de douche, maar ik moest ook huilen, want ik vond het niet leuk. Want het deed pijn wat hij deed. Ik zei stoppen, maar toen ging hij door. Daarna zijn we naar Mcdonalds gegaan en toen we terugkwamen toen moest ik naar boven en toen was mijn zusje er ook bij. En toen moest ik ook dingen doen. Ik moest aan zijn geslachtsdeel zitten. En toen zei hij ook dat dit tussen ons moest blijven, omdat mama anders boos zou worden. Ik kan niet goed slapen hierdoor. Ik heb steeds nachtmerries. Ik ben heel erg bang dat hij dat nog een keer doet. Ik wil hem gewoon niet meer zien. [naam slachtoffer 2] zei een jaar geleden tegen mij dat hij ook wel eens naar [naam slachtoffer 2] haar kamer kwam. Toen hadden wij nog allebei apart een kamer. [naam slachtoffer 2] was 8 jaar oud en [naam slachtoffer 2] heeft hem afgewezen. [naam slachtoffer 2] moest toen heel erg huilen en ze mistte mama. Ik ben nu wel bang dat papa boos wordt, want ik mag dit niet vertellen.
[naam slachtoffer 2] heeft tijdens het gesprek met de politie onder meer verklaard: [14]
Ik wil het niet vertellen, omdat ik het niet leuk vind om te vertellen. Papa heeft iets heel vervelends bij mij gedaan.
Kort daarna zijn [naam slachtoffer] en [naam slachtoffer 2] gehoord in een zogenoemde kindvriendelijke verhoorstudio. Daarna hebben nog meerdere verhoren van [naam slachtoffer] en [naam slachtoffer 2] plaatsgevonden. Op 19 juli 2018 heeft [naam slachtoffer] onder meer verklaard: [15]
Free recall
Op de vraag waar getuige over kwam praten, verklaarde getuige: ‘Over mijn vader, wat hij met mij heeft gedaan’. Op de vraag om daar alles over te vertellen verklaarde de getuige: ‘Wij waren thuis, mama was werken en [getuige 1] was bij een vriendje. Ik ging douchen, en [naam slachtoffer 2] was boven Netflix aan het kijken. Toen ik op de badkamer was, vroeg papa of ik het erg vond dat hij erbij kwam. Ik dacht dat het een grapje was. Ik vond dit niet fijn. Ik moest op mijn knieën gaan zitten en met mijn mond aan zijn geslachtsdeel. Toen zei hij wil jij ook voelen? Ik moest huilen, en wilde dit niet. Toen heeft hij ook bij mij. Toen deed hij met zijn geslachtsdeel in mijn geslachtsdeel. Hij deed steeds verder, dat deed pijn. Daarna plaste hij over mij. Ik vroeg toen aan pap waarom hij dat deed. Papa zei dat hij dat niet wist. Toen vroeg ik het nog een keer, en toen zei papa als opa of oom dat bij mij zouden doen dat ik dat tegen papa moest zeggen. Ik vond het dom dat hij dat deed, ik ben slim genoeg om te weten dat het niet mag en opa en ooms dat niet doen. Toen ben ik mij gaan afdrogen en kwam papa weer bij mij. Wij zijn toen naar Mac Donalds gegaan en bij terugkomst heb ik de cake/ taart die nog in de oven stond versierd. Papa kwam toen weer bij mij en vroeg of ik dat met mijn mond weer wilde doen bij hem en zei dat ik mee naar boven moest komen. Ik zei dat ik dat niet wilde. Ik moest dat heel lang doen met mijn mond en toen kwam [naam slachtoffer 2] binnen. Ik moest huilen, [naam slachtoffer 2] zag dat en moest ook huilen. [naam slachtoffer 2] moest dat ook doen. Ik wil niet meer op die kamer komen, omdat ik dat eng vind. […] Ik wilde dat toen tegen mama vertellen. Papa zei dan dat mama boos zou worden. Hij zei doe dat, ik zei nee, en toch deed hij het. Alsof ik tegen een muur praatte. De dag erna zaten [naam slachtoffer 2] en ik op het bankje in de gang. Papa duwde met zijn vinger in mijn nek, ik kon moeilijk ademen. Ik was bang dat papa mij iets aan zou doen. Pap zei dat hij het tegen mama had gezegd, hij zei dat hij mijn keel door zou snijden. Ik dacht dat mama het al wist omdat papa dat zei. De volgende dag kwam opa op bezoek en vroeg ik aan opa om daar te slapen als mama nachtdienst had. Dat kon niet. Toen brak ik. Ik wil niet dat het nog een keer gebeurt. Als papa nog een keer op mijn kamer komt dat spring ik uit het raam. Toen zijn we naar de politie gegaan en zit papa nu vast. Bij [naam slachtoffer 2] was het ook gebeurd toen ze 8 jaar was, maar zij durfde het niet te vertellen’.
Doorvragen op het incident
Op doorvragen van de verhoorder op hoe vaak het gebeurd was verklaarde getuige: ‘één keer in de douche en na Mac Donalds nog een keer. Twee keer op dezelfde dag. Dit was voor de vakantie, mijn broer was bij een vriend slapen’. Verder verklaarde de getuige: ‘Normaal douche ik met de deur dicht, maar niet op slot. Er komt dan niemand binnen. Wij hebben de douche in het bad. De douche is beneden. Papa kwam op de badkamer en vroeg of ik het erg vond als hij erbij kwam. Hij was zich al aan het uitkleden. Hij vroeg of ik het erg vond, ik zei toen nee. Toen vroeg hij dat nog een keer. Ik zag dat papa zich al aan het uitkleden was. Ik had papa nog nooit naakt gezien. Pap deed toen met zijn vinger voor de mond en zei shhht. Ik wilde schreeuwen, maar deed dit niet. Papa waste in de douche eerst mijn haren. Toen moest ik op mijn knieën zitten, dit deed ik. Ik had geen keus. Anders had hij mij geduwd. Ik moest doen alsof het een ijsje was. Ik zat met mijn gezicht voor zijn geslachtsdeel. Met dit geslachtsdeel doet hij plassen. Ik moest aan zijn geslachtsdeel zitten, Papa stuurde met zijn hand mijn hoofd. Ik moest toen kokhalzen. Zijn geslachtsdeel was vies en hard. Ik weet niet hoelang dit was, hij zei op een gegeven moment dat ik mocht stoppen. Toen moest ik op mijn knieën gaan zitten en omdraaien. Toen ging pap met zijn geslachtsdeel in mij. Dat deed pijn. Ik keek toen niet naar achteren. Pap zat op zijn knieën achter mij. Hij had zijn geslachtsdeel met beide handen vast. Ik had toch even gekeken. Hij ging naar voren en naar achteren met zijn lichaam. Dat deed pijn in mijn geslachtsdeel. Ik weet niet meer hoe ver dit was. Ik zei nog auw dit doet pijn, en dat hij moest stoppen. Hij zei niets en ging verder. Pap vroeg in de douche of ik het ook wilde voelen. Ik moest gaan staan en papa zat op zijn knieën. Toen moest ik met mijn benen uit elkaar. Pap zat met zijn hoofd ter hoogte van mijn geslachtsdeel. Pap zat toen op zijn hurken. Nadat papa in bad zijn geslachtsdeel uit mij had gehaald, plaste hij over mijn rug. Hij vroeg of ik het fijn vond. De plas voelde warm. Daarna ging papa uit de douche en heb ik mezelf nog afgespoeld. Ik had de plas zelf niet gezien. Daarna zijn we naar de Mac Donalds gegaan. Bij thuiskomst ging papa op het bed van papa en mama liggen. Ik moest toen op het bed op mijn knieën zitten en voorover bukken. Papa zei dat ik het toen weer met mijn mond moest doen. Ik had op dat moment mijn kleren aan en papa had zijn broek en onderbroek uit. Pap zei doe dat met je mond, dat duurde ik denk 10 minuten of meer. [naam slachtoffer 2] kwam toen naar boven. Pap zei toen tegen mij doe maar voor hoe het moet. [naam slachtoffer 2] zat toen op het bed naast mij. Ik zei toen dat ik het niet voor wilde doen. Papa vroeg dat nog een keer, waarop [naam slachtoffer 2] zei dat ik het niet hoefde voor te doen. Toen ging [naam slachtoffer 2] dat doen. [naam slachtoffer 2] wist hoe het moest, van 8 jaar geleden. Ik wilde toen weg en ik zag dat [naam slachtoffer 2] aan het geslachtsdeel van papa zat. Ik moest blijven zitten tot het genoeg was. Pap zei dat we het tegen niemand mochten zeggen en wij hebben het er nooit meer over gehad. [naam slachtoffer 2] had mij al een keer verteld dat ze verkracht was geworden door papa. Dit was toen we op de badkamer bij opa en oma waren. Ik vroeg toen wat hij dan deed. [naam slachtoffer 2] wilde dit niet vertellen. Ik vind het fijn dat papa in de gevangenis zit. Ik hoop heel lang. Ik ben bang dat hij mij pijn gaat doen, dat hij mijn keel zal doorsnijden. Ik ben bang dat hij boos op mij wordt, omdat ik het heb verteld’.
Verdiepingsvragen
Op verdiepingsvragen gesteld door de verbalisant zegt de getuige: ‘Met mijn geslachtsdeel bedoel ik waar ik mee kan plassen, ook wel plasser genoemd. Toen papa aan mijn geslachtsdeel zat, kwam hij eraan met zijn tong. Hij deed eraan likken’.
[naam slachtoffer] is op 1 oktober 2019 wederom gehoord in de zogenoemde kindvriendelijke verhoorstudio. Zij heeft onder meer verklaard: [16]
G Ik weet wel van [naam slachtoffer 2] dat ze ‘t, zeg maar, voordat mama naar de politie ging, had ze ‘t tegen, een halfjaar geleden al tegen mij verteld, maar toen wilde ze niet dat ik d’r iets mee deed. Dus toen ik heb ik dat niet gedaan, want ik weet niet hoe ze daarop zou reageren. […]
V Oké. Dat vind je niet fijn, zegje. Oké. Jij hebt d’r al iets over gezegd hé eh ik ga de vraag nog een keer stellen, want wanneer heeft [naam slachtoffer 2] jou voor ’t eerst verteld dat zij misbruikt werd door jullie vader?
G Ehm bij oma. En toen zei ze: [naam slachtoffer] ik wil jou al heel lang iets vertellen. En toen nam ze me mee naar de badkamer. En toen zei ze dat. En toen zag ze dat ik moest huilen en toen zei ze: grapje. En toen zei ik: ‘t is echt waar hé? En toen begon ze ook te huilen. En toen, toen was ‘t dus wel waar. Zij zei: tegen niemand vertellen. En toen ehm toen heb ik ‘t tegen niemand verteld.
V Okee. Wanneer was dat ongeveer?
G Ehm ehm ik denk toen ik naar de politie was geweest de eerste keer, toen een halfjaar geleden. Maar niet op deze dag een halfjaar geleden, dan denk ik dat ik ‘t zo’n anderhalf jaar geleden was, of een jaar.
G ‘t Was rond de Kerst. Ik weet nog dat we daarna eh een kerstpakket open waren aan ‘t maken.
V Oké. En wat heeft [naam slachtoffer 2] dan precies verteld in de badkamer boven bij opa en oma?
G Dat die haar misbruikt had en dat was ‘t eigenlijk. Jij hebt eerder verteld hier in de, toen je hier was, dat je mond aan ‘t geslachtsdeel van je vader moest en dat die in je mond ging. Waar waren toen jouw handen?
G Ik denk gewoon langs m’n lichaam.
V Oké. Je hebt verder ook nog verteld dat je moest omdraaien en op je knieën moest gaan zitten. En dat hij toen zijn geslachtsdeel in jouw geslachtsdeel deed.
G Ja.
V Hoe was toen zijn houding? […]
G Ja, ik weet ‘t niet meer.
V Oké. En toen je vader met zijn mond aan jouw geslachtsdeel kwam hé hoe was zijn houding op dat moment?
G Op zijn knieën. Dat weet ik nog.
V Op zijn knieën. En waar waren zijn handen?
G Ook op mijn zij.
V Ook op jouw zij. Oké. En daarna zijn jullie naar de McDonalds gegaan. En hebben jullie d’r toen nog over gesproken met elkaar in de McDonalds?
G niet over dat onderwerp.
V Oké. En je zegt toen jullie daarna thuiskwamen moest je mee naar boven. Waar was [naam slachtoffer 2] ?
G Ze moest gaan douchen van m’n vader.
V Want?
G Zodat die natuurlijk met mij naar boven kon.
V Zodat die met jou mee naar boven kon natuurlijk, zeg jij. Oké. En eh toen moest jij weer met jouw mond aan zijn geslachtdeel. (Getuige knikt) Nou zie ik dat je ja knikt. Waar waren jouw handen toen, toen je met jouw mond aan zijn geslachtsdeel zat?
G Niet aan hem, ik denk gewoon aan mezelf (getuige raakt haar bovenlichaam aan
en legt haar handen op haar bovenbenen), maar ehm ehm
V En zijn handen?
G Hij lag gewoon op ‘t bed zo (11:06:50 getuige strekt haar beide armen en handen aan weerszijde van haar lichaam naar beneden)
V Oké. En daarna kwam [naam slachtoffer 2] en toen moest zij met haar mond aan zijn geslachtsdeel.
V In welke ruimte was jij toen?
G Op eh zijn kamer, die deelde hij met m’n moeder.
V Oké. En eh toen [naam slachtoffer 2] mocht stoppen hé, wat gebeurde d’r toen?
G Toen moest ik weer, maar ik zei: nee. Toen zei [naam slachtoffer 2] : ik doe ‘t wel. Maar toen ik, ik zei: nee. En uiteindelijk deden we ‘t allebei niet meer.
V En toen?
G En toen ehm moesten we bij hem komen liggen.
[…]
V Oké. dus begrijp ik dat goed dat jij en [naam slachtoffer 2] nooit een spelletje hebben gedaan samen met je vader?
G Jawel, één keer. Toen waren mijn moeder en eh [getuige 1] waren naar ehm m’n oma en eh opa om rummycub te spelen, dat is gewoon eh een standaardding. Dat doen ze altijd. En toen eh heeft die een blinddoek om me heen. Toen moesten we ijs proeven.
V Wie waren daarbij?
G [naam slachtoffer 2] en m’n vader en ik.
V En waar waren jullie toen?
G In de woonkamer bij de teevee.
V Vertel eens effe alles daarover, over dat spelletje.
G Ja, je moet een blinddoek omdoen en dan moet je proeven wat voor smaak ijs ‘t is.
V Hm hm. Wie had d’r gewonnen?
G [naam slachtoffer 2] .
V Oké. Want?
G Ja, omdat ik ‘t steeds fout had en zij niet.
Ook [naam slachtoffer 2] is op 19 juli 2018 gehoord in een zogenoemde kindvriendelijke verhoorstudio. [naam slachtoffer 2] heeft onder meer verklaard: [17]
Op de vraag waar getuige over kwam praten, verklaarde getuige: ‘Over wat er gebeurd is met mij en [naam slachtoffer] . Ik vind het moeilijk om te zeggen, ik vind het niet leuk’.
Op doorvragen van de verhoorder of het over iets doen of iets zeggen gaat, verklaarde de getuige: ‘Over iets gedaan door papa. Ik vind het moeilijk omdat ik het niet leuk vind.
De eerste keer was toen ik 8 jaar oud was. Ik weet dit omdat ik toen in groep 5 zat. De laatste keer was een paar weken geleden. Het gebeurde 's middags toen er niemand thuis was boven op de kamer van papa en mama. Er was dan niemand anders thuis. Ik wil niet vertellen wat papa deed. Ik vind het moeilijk om te zeggen. Ik had het alleen tegen mama verteld, nadat [naam slachtoffer] het verteld had. Dit was voordat we naar het politiebureau gingen. [naam slachtoffer] vertelde tegen mama dat het bij haar twee keer was gebeurd. Ik was er toen bij in de auto. Ik had het nooit tegen iemand anders verteld. Ik had wel één keer gezien dat papa iets bij [naam slachtoffer] deed. Dit was boven op het bed bij papa en mama. Ik vind het niet leuk om te zeggen, ik ben bang om te zeggen. Ik vind het niet leuk. Ik heb nooit iets gezegd omdat ik bang was dat papa boos zou worden. Papa is vaak boos. Hij schreeuwt dan tegen iedereen. Dat vind ik niet leuk’. Op doorvragen wat de getuige ervan vond waar papa is, zei de getuige: ‘Hij is in de gevangenis en dat vind ik leuk. Papa is gemeen’. Op verdiepingsvragen gesteld door de verbalisant zei de getuige: ‘Er is wel iets gebeurd op de slaapkamer van papa en mama, maar ik wil er niets over zeggen’.
[naam slachtoffer 2] is op 22 oktober 2018 wederom gehoord in de kindvriendelijke verhoorstudio, naar aanleiding van een email van moeder aan de politie dat [naam slachtoffer 2] op maandagavond 1 oktober 2018 die dag tegen haar begon te praten. [18] [naam slachtoffer 2] heeft onder meer verklaard: [19]
G Ehm ehm ehm eh hij deed heel erg vaak dingen wat ik niet fijn, wat ik niet leuk
vond. Moest ik altijd gaan huilen.
V Hmhm
G Bijvoorbeeld toen mijn moeder boodschappen was gaan doen
V Hmhm
G Of gaan wandelen met m’n broer en zus.
V Hmhm. En wat deed die dan?
G Deed hij ehm zijn, zij eh ehm. Toen moest ik altijd dingen bij hem doen. En hij
deed ook altijd dingen bij mij.
V Hm hm. Je zegt: ik moest dingen bij hem doen en hij deed dingen bij mij.
G Hmhm
V Zeg jij hè.
G Ja.
V En wat voor dingen moest jij dan bij hem doen?
G Met mijn, met mijn mond bij zijn geslachtsdeel.
V Hm hm. Dus jouw mond bij zijn geslachtsdeel.
G Eh hij deed zijn geslachtsdeel in die van mij.
G Toen had ik ook altijd bloed daar. Daar zijn we naar de dokter mee geweest. En toen hoopte ik dat ’t de dokter ’t kon zien, dat ik het zelf niet hoefde te zeggen wat er aan de hand was. Want ik wist wel dat het niet goed was wat hij deed, maar ik durfde het niet te zeggen, want hij zei dat hij mijn keel zou doorsnijden als ik het tegen iemand zou zeggen. Hij zei dat die mij heel erg pijn zou gaan doen. Of mama heel erg pijn zou gaan doen. En dat wou ik natuurlijk niet.
V: En toen zijn we naar de dokter geweest. En toen.
G: Ja, want mama dacht dat ik al m’n menstruatie had. Maar dat was niet zo. Toen zijn we niet naar de dokter geweest toen ik eh vier was, maar toen ik acht was.
V: Vier niet dokter. En toen je acht was ben je naar de dokter gegaan he?
G: Ja.
[…]
V Want hoe vaak is ‘t dan gebeurd dat eh je vader eh jouw mond bij zijn geslachtsdeel deed?
G Ehm altijd toen ik dat moest doen dan deed die ook zijn geslachtsdeel bij mijn billen en mijn, zeg maar, mijn geslachtsdeel.
V Ja.
G En toen eh ehm ehm. Dat is, denk ik, vijftien keer gebeurd of zoiets.
V Vijftien keer gebeurd. En eh waarom denk je eh vijftien?
G Omdat elk jaar wel, drie keer of zo.
V Oké. Je zegt: elk jaar wel eh drie keer.
G Soms als ik gewoon aan ‘t slapen dan haalde die, haalde hij mij ‘s nachts, s nachts naar beneden
[…]
Vertel eens over die eerste keer, wat weet jij daar nog van?
G Ehm hij deed een blinddoek bij me om.
V Hmhm
G Een sjaal. En toen vroeg eh. Toen had die dat allemaal gedaan.
[…]
V Hm hm. Ja, toen deed die dat allemaal met mij, maar wat bedoel jij met allemaal?
G Ehm zijn geslachtsdeel, zeg maar, mijn mond bij zijn geslachtsdeel. En hij deed dat bij mij weer d’r in en bij m’n billen.
V Oké. Je zegt: mijn mond bij zijn geslachtsdeel hè?
G Hmhm
V En wat moest je dan doen eh met jouw mond bij zijn geslachtsdeel?
G Dat in mijn mond doen.
V En wat moest je dan in je mond doen?
G Zijn geslachtsdeel.
V Zijn, zijn geslachtsdeel. En eh als je dan, zeg maar, zijn geslachtsdeel in jouw mond had, wat moest je dan doen?
G Toen, toen moest ik dat d’r inhouden.
V Oké. En hoe wist je dat dat je dat d’r in moest houden?
G Omdat die dat zei.
V Oké. En wat zei die dan?
G Ehm ja, hou d’r maar effe in.
V Oké. En wat gebeurde d’r dan?
G Toen moest ik huilen.
[…]
V En eh als je hier de tijdlijn hebt, dan hebben we ‘t over de eerste keer.
G Ja. en was ook bij acht en elf.
V Ook bij acht en elf.
[…]
V Dan kom jij die slaapkamer op, wat gebeurde d’r toen?
G Toen eh eh zei die: ga maar effe op bed zitten. En toen moest ik een blinddoek omdoen. Toen deed die een blinddoek bij me om, heel erg strak. En eh toen zei die: ga, maar effe op ‘t bed liggen. En toen ging die met zijn. Toen deed die mijn eh roze legging uit. En ik had een spijkerrokje aan. En een roze legging. En toen deed die allebei uit. En toen ging die met zijn geslachtsdeel bij mijn billen en bij mijn eh geslachtsdeel. En toen eh lag hij op ‘t bed. En toen moest ik eh toen moest ik bij, met mijn mond bij zijn eh geslachtsdeel.
V En toen moest je op bed gaan liggen.
G Ja.
G Ja, en ik voelde dat die eh mijn legging en mijn rokje uit deed.
V Ja. En dan zeg jij van: dan komt die bij mijn billen met z’n geslachtsdeel. Wat voelde je dan?
G Heel glibberig.
V Heel glibberig.
G Was heel erg vies.
V Wat, waar voelde je dan, zeg maar, dat eh glibberige?
G Ehm tussen mijn billen.
V Tussen jouw billen. En wat deed die dan met zijn geslachtsdeel tussen jouw billen?
G Deed die d’r in.
V Deed die d’r in. En als die dan in jouw eh met zijn geslachtsdeel in jouw billen zit, wat doet die dan?
G Zo, op en neer bewegen.
V Op en neer bewegen. En wat voelde jij dan op dat moment?
G Dat deed heel erge pijn.
V Dat deed echt heel erg eh erge pijn. (getuige knikt) En eh wat weet je vader
d’r van dat dat heel erg pijn deed?
G Toen zei ik: dat doet pijn. En toen ging die gewoon door.
G Eh nadat die klaar was om bij mij eh dat billen doen met zijn geslachtsdeel te
gaan.
V Oké. En hoe ging dat dan dat die met zijn geslachtsdeel in jouw geslachtsdeel
ging?
G Dat doet ook heel erg pijn.
V Ja.
G Daar kreeg ik wondjes van.
V Daar kreeg je wondjes van. En ehm
G ‘t Scheurde, zeg maar, een beetje.
G En toen ik. Toen hij met zijn eh geslachtsdeel bij mij, moest ik mijn benen in de lucht doen.
Dan gaat die weer zo, zeg maar, zo op en neer, hele tijd
V Hmhm
G Als hij zijn geslachtsdeel in mij doet.
V Oké. En hoe stopt dat dan?
G Eh dat ik weer ga huilen en
[…]
V Ehm jij vertelde ehm de laatste keer is ongeveer drie maanden geleden. (getuige knikt)
G Dat was in juni
[…]
G En toen was mijn broer bij een vriend, [naam 3] gaan slapen. En wij met eh mijn zus en ik waren helemaal alleen met hem.
V Ja.
G En mijn zus wist natuurlijk niet wat d’r aan de hand was. En toen moest mijn eh zusje naar de winkel, want zij wou taart gaan bakken. […] Toen mijn zus terugkwam ging ze douchen.
Toen had mijn vader al die dingen bij m’n zus gedaan, maar daar heeft zij ook al over gepraat hier. En eh toen was ze aan ‘t huilen, had ze een rood gezicht, maar ik. Maar hij zei tegen mij: ga boven maar effe afkoelen, want ik had een klein ruzietje, een klein stoei gehad met mijn zusje. En toen moest ik boven effe afkoelen, maar we hadden, hadden niet eens een erge ruzie gehad. En toen ging hij dat dus bij m’n zus doen. En ik was ijskoud en ik was heel erg bang. En ik eh. Toen kwam mijn vader naar boven toen mijn zusje klaar was met
douchen. En toen eh toen kwam die naar boven. Toen zei die tegen mij: je hoeft helemaal
niet meer bang te zijn, ik ga nooit meer wat bij je doen. En toen eh toen zei ik, zei ik: dat. Oké, zei ik gewoon. En eh toen zei die: wat zullen we gaan eten, zullen we naar je McDonald’s toe? En toen zei ik eh: ja, daar wil ik echt heel graag naartoe. En eh mijn zus, mijn zus was, toen ik naar beneden ging, was ze echt aan t huilen. Had ze echt een rood gezicht, bedoel ik. Toen zijn we naar huis gegaan. Ehm eh toen moest ik gaan douchen. Toen was mijn zusje en mijn vader boven. En toen riep mijn vader me. Moest ik naar boven komen. En toen zag mijn zusje, zat mijn zusje bij zijn geslachtsdeel moest. En toen moest ik dat ook weer gaan doen. En voor de rest eh dat moest ik ook weer doen. En ook wel op en neer. Toen moesten ik en mijn zusje omstebeurt doen, maar ik vond dat mijn zusje dat helemaal niet verdiend had en ik ook, dus ik deed dat in plaats van haar deed ik, moest ik ‘t, deed ik ’t voor eh dan. Omdat ik dat dan niet leuk vond voor m’n zusje, want ‘t eh ‘t was haar nog nooit overkomen. Eh gelukkig maar. Toen eh zei hij: een van jullie moet ‘t doen. En toen had ik ‘t gedaan. En toen eh toen eh had die voor de rest niks gedaan. Alleen moest ik met mijn mond bij zijn geslachtsdeel. En eh toen eh toen eh moest ik dat ook effe nog, best wel lang doen. Toen moesten we bij hem gaan liggen, toen zei die de hele tijd: zal ik met [naam 4] meegaan. En toen eh en toen was ‘t ook eindelijk allemaal gestopt. We moesten allebei huilen. En we moesten ook dat doorslikken nadat we dat bij hem eh, nadat we dat bij hem hadden gedaan. Mijn zusje moest dat daarvan, daarvoor ook nog doen. En met haar bij eh zijn geslachtsdeel. […]
G En trouwens ook nog, toen had die ons allebei een blinddoek omgedaan, maar mijn zusje kreeg eh. Toen had die op zijn geslachtsdeel had die ijs gedaan. En toen deed die net alsof ‘t een ijsje was. Toen had die daar ijs opgedaan. En eh toen moest ik dat in m’n mond doen. […]
G Een keer heeft die dat ook gedaan toen mijn nichtje en neef eh bleven slapen.
V En wat heeft die toen gedaan?
G Ehm hij al, wat die altijd deed.
V En welk nichtje en neefje was dat dan?
G [naam 5] en [naam 6] .
V [naam 5] en [naam 6] . (getuige knikt) En wanneer was dat, dat die bleven slapen?
G Eh toen had ik al een kamer eh met m’n zus, maar ik weet niet meer wanneer.
Op 2 oktober 2019 is [naam slachtoffer 2] wederom gehoord in de kindvriendelijke verhoorstudio. Zij heeft onder meer verklaard: [20]
V Nee. Oké. En wanneer heb je voor ‘t eerst aan [naam slachtoffer] verteld over wat d’r met papa of met je vader was gebeurd?
G Eh dat had ik al een keer eerder gezegd, maar toen geloofde ze me niet. Toen wist niemand anders ‘t. En toen heb ik ‘t een tweede keer, toen moest ze huilen. Toen zei ze dat ‘t echt niet goed was wat d’r aan de hand was. En toen eh toen zei ze dat, dat ze bang was dat ‘t dadelijk ook bij haar ging gebeuren. En, en ehm toen had ik dat tegen haar gezegd en toen, en ja, toen wist ze ook niet echt wat ze d’r mee moest.
V Wanneer was dat dan die eerste keer dat je ‘t aan [naam slachtoffer] vertelde? Toen ze jou in eerste instantie niet geloofde?
G Ehm erg lang geleden.
V Weet je nog hoe oud je toen was, of welke groepje zat,
G Volgens mij
V Of anders?
G Was ik toen acht of zo.
V Acht of zo. Hoe komt ‘t dat je denkt
G Of zeven.
V Dat je toen acht was, of zeven hoor ik je nou zeggen.
G Omdat opa en oma toen zo’n tuinhuis hadden, toen had ik dat haar in dat tuinhuis tegen haar gezegd.
V En toen had je ‘t verteld. En ehm wat heb je aan [naam slachtoffer] verteld over wat d’r gebeurd was met je vader?
G Eh wat die eh wat die allemaal deed.
[…]
V Hm hm. Oké. En ehm hoe, hoe vaak is ‘t gebeurd datgene wat je vader bij jou gedaan heeft?
G Ehm dat weet ik niet, maar ‘t was wel drie keer per maand of zoiets, denk ik. ‘t Was wel heel erg vaak.
[…]
V En je hebt ook verteld dat je eh over die eerste keer dat jij toen ook met jouw mond aan zijn geslachtsdeel moest. En in welke volgorde gebeurde ‘t dan?
G Ehm eh eerst ging, deed die eh zijn geslachtsdeel bij die van mij. En daarna moest ik met mijn mond daar, zeg maar, doen.
V En wanneer was ‘t dan met de billen?
G Ehm dat ehrn eh zeg maar, na de eh eh bij m’n geslachtsdeel, zeg maar.
V Oké. Dus eerst jou eh met zijn geslachtsdeel met bij jouw geslachtsdeel.
Daarna met zijn geslachtsdeel bij jouw billen. En dan met jouw mond bij zijn
geslachtsdeel, begrijp ik ‘t dan goed?
G Ja.
V Oké. En je hebt toen ook. Je hebt ook nog verteld dat je een keer dat ‘t een
keer gebeurd is toen je neefje en je nichtje kwamen logeren.
G Ja.
V Hoe is ‘t toen gegaan toen die keer dat je neefje en nichtje kwamen logeren?
G Toen ehm toen was ik aan ‘t slapen ‘s nachts. En toen maakte hij me wakker dat ik mee naar beneden moest komen. En toen deed die dat ook. En toen deed die mijn benen, zeg maar, zo. (10:53:02 getuige heeft haar armen gebogen en heft haar handen tot boven haar schouders aan weerszijde van haar hoofd) omhoog. En toen eh deed die dat ook weer.
V Oké. En welke volgorde ging ‘t dan toen?
G ‘t Zelfde weer.
V En heb je wel eens iets met je handen moeten doen?
G Ja, ook zijn dinges vasthouden.
V Zijn dinges vasthouden. Met zijn dinges bedoel ik geslachtsdeel. Ja, toen weer met mijn mond. Omdat hij dat zei. Ik vond het vreselijk.
V Ja. En jij zegt mijn handen moest ik zijn eh eh geslachtsdeel vasthouden. En waar waren jouw vaders handen
G Op mijn hoofd
V Langs zich. dus jij had met de hand jouw vaders geslachtsdeel vast en moest je met je mond d’r aan. En jouw vader z’n, had een hand op jouw achterhoofd. Ja? (Getuige knikt)
G Ja.
V Wat deed jouw vader dan met z’n hand op jouw achterhoofd?
G Ehm tegen duwen.
[…]
V En ik heb dat gelezen dus eh. Je hebt verteld over de laatste keer dat je misbruikt bent je vader, de dag van Mcdonalds.
G Ja.
V Je zusje moest gaan douchen en jij werd naar boven gestuurd om af te koelen omdat je een ruzietje had met je zus.
G Ja.
V Wat hebben jullie toen gedaan toen jullie terugkwamen van de Mcdonalds?
G Ehrn toen moesten we naar boven.
V Hmhm
G En eh ja, toen moest [naam slachtoffer] eh toen moest. Eh kwam ik naar boven toe en toen zei die dan dat ik moest gaan douchen. En toen kwam ik naar boven toe en toen zag ik dat [naam slachtoffer] dat moest doen. Bij eh zijn geslachtsdeel met haar mond. En toen, Toen schrok ik heel erg. Toen dacht ik echt dat ik flauw ging vallen. Toen was ik echt heel erg bang. En toen had ik. En toen dacht ik van eh dat ik naar beneden moest rennen, want eh om snel mama te bellen, maar toen dacht ik hij is heel erg sterk dan kan hij, hij sloeg ook heel erg vaak en zo. Toen, toen moest ik eh ja, toen moest ik d’r bij komen zitten. En toen moest ik dat ook doen. En [naam slachtoffer] moest toen zijn geslachtsdeel vasthouden. En ehrn en toen, toen moesten we daarna, toen we dat hadden gedaan toen moesten we nog lang bij, nog lang bij hij komen liggen.
[…]
G Oké. Hé je zegt dat je kwam boven hé en je ziet dan hé van, van [naam slachtoffer] en jouw vader. Hoe kon je dat zien dan?
G Omdat de deur open stond.
V En de deur van welke kamer stond open?
G Van eh m’n moeder en zijn eh m’n vaders kamer.
V Oké. En dan ga je de kamer in. Ben je dan eh. Hoe kom je dan uiteindelijk op de slaapkamer van je ouders terecht?
G Omdat ik dan toen moest komen. Toen zei die: kom, kom maar zitten.
V Oké. Begrijp ik dat jouw vader jou riep
G Ja.
V Oké. Nou dan zie je hé datgene wat je net verteld heb, van [naam slachtoffer] en jouw vader. (Getuige knikt) En toen jij dat zag hé toen jij de slaapkamer in kwam. Waar waren je vader en je zusje op dat moment?
G Op ‘t bed.
V Op ‘t bed. Oké. En hoe was ‘t met de kleding van je vader toen je dit zag?
G Ehm zijn broek en onderbroek waren uit.
V Nou je kan. Hoe ver waren de broek en onderbroek uit?
G Tot z’n (11:00:16 getuige gaat met haar beide handen onder tafel. Getuige
draait haar lichaam links en raakt met haar beide aan weerszijde haar
linkerbeen aan met haar handen. Ongeveer halverwege haar scheenbeen) hier
zo dus.
V Ja. Dan wijs je halverwege je kuiten. Oké. En hoe was ‘t met je kleding van je zusje?
G Die waren gewoon aan.
[…]
V Oké. Heb je je zelf wel eens een keer uit moeten kleden voor iemand?
G Ja, voor m’n vader.
V Voor je vader. Vertel eens.
G Ehm ehm toen moest ik ehm eh m’n onderbroek en broek eh uitdoen en rok. Een keer.
V Want?
G Ehm omdat die toen, omdat die dat weer bij me ging doen toen.
V Oké. En wat ging die toen weer bij jou doen?
G Zijn geslachtsdeel bij mij.
V Oké. Toen moest je je kleren uitdoen.
G Ja.
V En waar was dat dat je dan je kleren uit moest doen?
G Of in mijn kamer, op de badkamer of in zijn kamer. Of op de bank beneden.
V Oké. Want hoe vaak is dat gebeurd dat je je voor je vader moest uitkleden omdat die dan die dingen ging doen?
G Eh altijd toen die dat deed.
[…]
G Dus was ‘t dan altijd eerst geslachtsdeel, zijn geslachtsdeel bij jouw geslachtsdeel en dan zijn geslachtsdeel bij jouw billen en dan zijn geslachtsdeel bij jouw mond, was ‘t altijd op die volgorde of gebeurde ’t ook ooit anders,
V Dus in een andere volgorde?
G Eh ja, dat, dat die alleen bij m’n billen deed. En dat ik dan eh daarna met, met mijn mond zijn geslachtsdeel moest.
V Hm hm. En als ‘t alle drie gebeurde hé
G Ja.
V Was ‘t dan altijd eerst zijn geslachtsdeel bij jouw geslachtsdeel, dan zijn geslachtsdeel bij jouw billen en dan zijn geslachtdeel bij jouw mond?
G Niet altijd. Meestal dat wel.
V En wat weet je dan nog van een keer dat ‘t in een andere volgorde gebeurde?
G Dat weet ik niet meer. Oh ehm of alleen mijn mond bij zijn geslachtsdeel.
V Oké.
G Toen moest ik dat een keer in de badkamer doen, maar dat wilde ik toen niet.
En toen zei die: dan geef ik jou vijf euro. En toen heb ik ‘t niet gedaan,
V Oké.
G Want eh toen was die wel heel erg boos.
V Je zegt een keer is ‘t in de badkamer geweest, zijn geslachtsdeel bij jouw mond.
G Ja.
V En je zegt heb ik niet gedaan. En hoe kwam ‘t dan dat je ‘t toen niet deed?
G Omdat ik dat niet wou. Toen werd die wel heel erg boos.
V En wat gebeurde er toen, toen die heel erg boos werd?
G Ehm ging die tegen me schreeuwen.
V En wat schreeuwde die dan?
G Dat ik me niet zo moest aanstellen. En dat ik, dat ik huilde als een baby.
V Hm hm. En wie was er toen in huis toen dit zo gebeurde?
G Niemand. [naam slachtoffer] was naar de winkel toe.
Verklaring van getuige [getuige 2]
Op 25 september 2018 heeft [getuige 2] ook een getuigenverklaring afgelegd. Zij heeft onder meer het volgende verklaard:
Op een gegeven moment zat ik met [naam 7] [naam slachtoffer 3] en de meisjes in auto. Ze moesten nog naar Eindhoven en een lichamelijk onderzoek moest nog plaatsvinden. Ze waren toen al een paar dagen bij ons. [naam slachtoffer 3] had uitgelegd wat een medisch onderzoek inhoudt, waarbij zij zei dat er een wattenstaafje in haar ‘doelie’ gedaan zou worden. Met doelie bedoelde [naam slachtoffer 3] vagina. [naam slachtoffer 2] reageerde door te zeggen: ‘Komt die dan ook net als die van papa tot hier’. Hiermee wees ze in de richting van haar navel. Ik zag al eerder dat de kinderen minder uitbundig waren, dan ik ze eerder wel eens had gezien. Ik zag aan de kinderen dat ze echt bang waren en hem nooit meer wilde zien. Het was heel intens. [21]
Digitaal onderzoek
Uit het digitaal onderzoek van de telefoon van verdachte, te weten Apple Iphone SE, en de door moeder overhandigde foto’s blijkt dat met de telefoon van de verdachte twee foto’s zijn gemaakt: afbeeldingen van [naam slachtoffer] en [naam slachtoffer 2] in een filiaal van Macdonalds, daarbij vermeldende als datum 23 juni 2018 en als tijdstip 18:09.29 uur. [22]
Verklaring verdachte
De verdachte heeft op 15 juli 2020 ter terechtzitting verklaard: [23]
[naam slachtoffer 2] , [naam slachtoffer] en ik zijn die dag samen wat gaan eten. Ik weet niet welke datum het die dag was. Op verzoek van hun moeder zijn we naar McDonalds gegaan.
3.3.3
Overwegingen en conclusies over het bewijs
De rechtbank moet beoordelen of de verklaringen van aangeefsters betrouwbaar zijn en of voor hun beweringen voldoende (steun)bewijs in het procesdossier aanwezig is.
Betrouwbaarheid van de verklaringen van [naam slachtoffer] en [naam slachtoffer 2]
Bij haar oordeel over de betrouwbaarheid betrekt de rechtbank de deskundigenrapportage.
Rapport van de deskundige
Psycholoog J. van der Sleen heeft in haar rapport aangegeven dat bij het beoordelen van de waarde van een verklaring van een kind het onderzoek zich moet richten op de inhoud van de verklaring over het vermeende delict alsmede op de ontstaansgeschiedenis van de verklaring.
Wat betreft de inhoud wordt gekeken naar de volledigheid, accuraatheid en consistentie van de verklaringen. Met betrekking tot de ontstaansgeschiedenis wordt onderzocht of er reële alternatieve scenario’s zijn waardoor de verklaring kan zijn ontstaan, terwijl het vermeende zedendelict niet of niet op de in de verklaring omschreven wijze heeft plaatsgevonden.
Inhoud
De deskundige heeft geconcludeerd dat er geen problemen zijn met de volledigheid van de verklaringen van [naam slachtoffer] en [naam slachtoffer 2] . Seksuele handelingen en intieme details ontbreken niet. Details over kleding, houdingen en verbale uitingen ontbreken evenmin en de context is duidelijk.
Over de accuraatheid van de verklaringen van [naam slachtoffer] en [naam slachtoffer 2] merkt de deskundige op dat hun verklaringen over de gebeurtenissen op 23 juni 2018 voor en groot deel overeenstemmen. Dit geldt eveneens voor de verklaring die zij beiden hebben afgelegd over de onthulling die [naam slachtoffer 2] tegenover [naam slachtoffer] heeft gedaan in de badkamer bij opa en oma. De verklaringen van [naam slachtoffer] zijn niet tegenstrijdig met verklaringen van haar moeder en getuige [getuige 2] . Met betrekking tot de precieze frequentie waarmee de seksuele handelingen hebben plaatsgevonden bij [naam slachtoffer 2] , rapporteert de deskundige haar uitspraken hierover niet te letterlijk te nemen. Het is heel moeilijk om precieze frequenties van gebeurtenissen aan te geven. Dat zij hierover verschillende uitspraken doet vormt op zich geen probleem voor de rest van haar verklaring.
Over de consistentie rapporteert de deskundige dat [naam slachtoffer] weliswaar inconsistente uitspraken doet over de houding van haar vader tijdens de seksuele handelingen in het bad op 23 juni 2018, maar dat dit wordt veroorzaakt door het enigszins confronterende doorvragen terwijl [naam slachtoffer] eigenlijk het antwoord op de vraag niet weet. Over de consistentie van de verklaringen van [naam slachtoffer 2] geeft de deskundige aan dat niet zonder nader onderzoek is vast te stellen of de seksuele handelingen zijn begonnen op haar 4e of 8e jaar.
De slotconclusie is dat er geen grote problemen zijn met de inhoud van de verklaringen van [naam slachtoffer 2] en [naam slachtoffer] .
Ontstaansgeschiedenis
Over de ontstaansgeschiedenis brengt de deskundige naar voren dat:
  • het initiatief voor de eerste onthulling bij [naam slachtoffer] lag en niet bij haar moeder;
  • [naam slachtoffer] al op 13 juli 2018 vertelde dat [naam slachtoffer 2] eerder uitspraken tegen [naam slachtoffer] had gedaan. Dit geeft [naam slachtoffer 2] zelf ook aan. Beiden verklaren dat dit plaatsvond in de badkamer bij opa en oma;
  • er vóór het verhoor van 22 oktober 2018 door moeder en getuige [getuige 2] met [naam slachtoffer 2] is gesproken maar uit de processen-verbaal blijkt dat dit kennelijk geen heel gedetailleerde gesprekken waren over de vermeende seksuele handelingen. Er lijkt ook geen sprake te zijn geweest van aandringen of een sterk sturende vraagstelling.
  • de verhoren in de kindvriendelijke verhoorstudio niet zodanig sturend van aard zijn dat de verklaring van [naam slachtoffer] en [naam slachtoffer 2] door een sturende bevraging tot stand zijn gekomen.
Een probleem in de ontstaansgeschiedenis is dat de verklaring van [naam slachtoffer 2] niet onafhankelijk van de verklaring van [naam slachtoffer] tot stand is gekomen. Het gegeven dat het [naam slachtoffer 2] niet lukt meteen opening van zaken te geven op het moment dat [naam slachtoffer] is gaan vertellen, betekent echter niet automatisch dat haar verklaring door beïnvloeding tot stand is gekomen. De deskundige vindt in het dossier geen ondersteuning voor de mogelijkheid dat er zodanig sterk sturende gesprekken met [naam slachtoffer 2] hebben plaatsgevonden of dat zij materiaal heeft gezien, gehoord of gelezen dat zij daar haar verhaal op heeft kunnen baseren.
De conclusie is dat ook met betrekking tot de ontstaansgeschiedenis van de verklaringen er geen grote problemen zijn in het dossier. Tegenstrijdigheden zijn te verklaren op basis van de normale werking van het geheugen en de deskundige vindt geen ondersteuning voor de mogelijkheid dat de verklaringen zijn ontstaan door beïnvloeding of zijn verzonnen.
De rechtbank stelt verder vast dat de verklaringen van [naam slachtoffer] en [naam slachtoffer 2] in de kern gedetailleerd, authentiek en meestal specifiek zijn over posities, houdingen en handelingen. De verklaringen zijn consistent en geven feitelijke beschrijvingen van bijvoorbeeld de gebeurtenissen die hebben plaatsgevonden op 23 juni 2018 (en dan niet alleen over de seksuele handelingen), het ijsproef-spelletje met de blinddoek en het moment dat [naam slachtoffer 2] aan [naam slachtoffer] eerder heeft verteld over het seksueel misbruik. Bovendien hebben de beide zussen de verklaringen afzonderlijk van elkaar afgelegd. De rechtbank acht het bovendien niet goed voorstelbaar dat [naam slachtoffer] en [naam slachtoffer 2] zo gedetailleerd, specifiek en consistent kunnen (blijven) verklaren over seksuele handelingen die niet passen bij hun leeftijd en die zij niet zelf zouden hebben meegemaakt.
Van belang bij de beoordeling vindt de rechtbank verder de wijze waarop de verklaringen tot stand zijn gekomen. [naam slachtoffer] is uit zichzelf gaan verklaren tegenover haar moeder. Daarna tijdens de zogenaamde ‘free recall’ verklaarde zij spontaan en naar het inzicht van de rechtbank authentiek wat haar vader bij haar heeft gedaan. De verdediging heeft betoogd dat naarmate de tijd vorderde de beschuldigingen van [naam slachtoffer 2] richting verdachte steeds ernstiger werden. Uit het rapport van deskundige drs. J. van der Sleen volgt evenwel dat het goed mogelijk is dat iemand bij herhaalde ophaalpogingen nieuwe dingen te binnen schieten, omdat de ene herinnering ophaalcues geeft voor de volgende.
De verklaringen van [naam slachtoffer 2] en [naam slachtoffer] komen bovendien niet alleen onderling op specifieke en essentiële punten met elkaar overeen, maar ook met de verklaringen van moeder. Zij heeft meerdere verklaringen afgelegd over wat [naam slachtoffer 2] en [naam slachtoffer] aan haar hebben verteld over de ontucht en de context waarin de seksuele handelingen plaatsvonden. Deze ‘de auditu’- verklaringen zijn weliswaar ontoereikend om als steunbewijs te dienen, maar mogen wel worden meegewogen bij de beoordeling van de betrouwbaarheid van de verklaringen van [naam slachtoffer 2] en [naam slachtoffer] . Dat er kleine verschillen bestaan tussen de verschillende verklaringen van moeder, [naam slachtoffer 2] en [naam slachtoffer] is overigens volgens deskundige drs. J. van der Sleen niet problematisch. Volgens de deskundige zullen er altijd kleine verschillen zijn bij verklaringen van verschillende personen over dezelfde gebeurtenissen.
De mogelijkheid dat het een samen met moeder verzonnen verhaal betreft om wraak te nemen op vader, zoals de verdachte stelt, vindt naar het oordeel van de rechtbank geen steun in het dossier. De rechtbank onderkent dat het dossier enkele ‘alarmbellen’ bevat, zoals de verdediging heeft betoogd. Zo speelt er in de achtergrond een nare echtscheiding en heeft moeder in de periode na de aangifte tijdelijk bij haar werkgeefster ( [getuige 2] ) verbleven, die later als getuige een verklaring aflegt en boeken in huis had over seksueel geweld. Daarnaast is moeder werkzaam in de zorg waar ze in die hoedanigheid ook te maken krijgt met seksueel geweld en waar de kinderen wellicht bepaalde informatie van zouden kunnen hebben opgepikt. Deze omstandigheden maken weliswaar dat extra waakzaamheid is geboden en behoedzaam met de beoordeling van de verklaringen van [naam slachtoffer] en [naam slachtoffer 2] moet worden omgegaan, maar maken naar het oordeel van de rechtbank niet dat moet worden aangenomen dat het een verzonnen verhaal betreft, om wraak te nemen op vader. Voor dat scenario bevat het dossier geen aanknopingspunten, te meer nu in het laatste studioverhoor met [naam slachtoffer 2] juist ook op die punten is doorgevraagd. Verhoorders hebben gevraagd wiens idee het was om met de politie te praten, of ze is geholpen zich dingen te herinneren en er is doorgevraagd over een politieklapper die ze wellicht gezien zou hebben.
De hiervoor genoemde feiten en omstandigheden in onderling verband en samenhang bezien, maken dat de rechtbank de verklaringen van [naam slachtoffer] en [naam slachtoffer 2] aanmerkt als geloofwaardig en daarom betrouwbaar acht. De rechtbank acht deze verklaringen daarom bruikbaar voor het bewijs, daar waar deze objectief worden ondersteund door andere bewijsmiddelen.
Voldoende steunbewijs?
De rechtbank is van oordeel dat [naam slachtoffer 2] en [naam slachtoffer] specifiek en gedetailleerd hebben verklaard over elkaars misbruik op 23 juni 2018 en over het eerdere moment waarop [naam slachtoffer 2] aan [naam slachtoffer] vertelde over het seksueel misbruik bij haar gepleegd door vader. Daardoor kan de verklaring van de één zeer goed dienen als steunbewijs voor die van de ander. Er is sprake van een duidelijke en onderlinge samenhang in aard van de handelingen en de wijze waarop en de omstandigheden waaronder die handelingen plaatsvonden. Zo verklaren zij allebei over het feit dat ze beiden door de verdachte werden gedwongen zijn penis in de mond te nemen. Zij verklaren ook over de emoties die zij daarbij hadden en het huilen na afloop. Hoewel [naam slachtoffer 2] niet bij de seksuele handelingen met [naam slachtoffer] in de badkamer aanwezig was, verklaart zij wel dat [naam slachtoffer] nadat zij uit de douche kwam aan het huilen was en een rood hoofd had. Dit biedt steun aan de door [naam slachtoffer] afgelegde verklaring over het misbruik onder de douche.
De rechtbank leidt uit de bewijsmiddelen verder af dat de verdachte samen met [naam slachtoffer 2] en [naam slachtoffer] op 23 juni 2018 naar een filiaal van McDonalds is geweest.
Tot slot is er als ondersteunend bewijs de bevindingen van de politie, de verklaring van moeder en [getuige 2] . Deze verklaringen over hun waarneming van emoties en gedragsveranderingen acht de rechtbank voldoende specifiek en concreet om als steunbewijs te kunnen dienen. De verklaringen passen in de context en bieden steun aan de verklaringen van [naam slachtoffer 2] en [naam slachtoffer] . Moeder heeft in haar aangifte verklaard dat ze tijdens de onthulling door [naam slachtoffer] ‘haar hele houding en stem nog nooit zo had gezien’ en dat [naam slachtoffer] doodsbang was. Ook beschrijft moeder dat de schoolprestaties bij [naam slachtoffer 2] in groep 4 achteruit gingen en dat dat bij [naam slachtoffer] niet speelde. [naam slachtoffer 2] zat volgens moeder in die periode niet lekker in haar vel. De getuige genaamd [getuige 2] verklaart over waargenomen gedrag dat de kinderen minder uitbundig waren dan bij de eerste keren dat zij ze wel eens had gezien. Ze zag aan de kinderen dat ze bang waren en ze vond het heel intens. Tot slot relateren verbalisanten dat [naam slachtoffer 2] en [naam slachtoffer] , nadat zij hoorden dat verdachte was aangehouden, herhaalde malen zeiden dat ze erg opgelucht waren.
Dat het dossier tegenstrijdigheden, vaagheden en ongeloofwaardigheden bevat, wat uiteindelijk aan de overtuiging dat de verdachte het aan hem tenlastegelegde heeft begaan in de weg zou moeten staan, zoals de verdediging heeft betoogd, ziet de rechtbank gelet op het samenstel van de hiervoor genoemde feiten en omstandigheden niet.
Op grond van de hiervoor weergegeven bewijsmiddelen acht de rechtbank bewezen dat de verdachte (meermalen) handelingen heeft gepleegd, die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van [naam slachtoffer 2] en van het lichaam van [naam slachtoffer] die beiden op dat moment de leeftijd van 12 jaar nog niet hadden bereikt.
Pleegperiode [naam slachtoffer 2]
De rechtbank stelt op basis van de bewijsmiddelen vast dat van ontucht in ieder geval sprake was vanaf haar achtste jaar. Op basis van de inhoud van het dossier kan niet worden vastgesteld dat vóór die tijd ook ontuchtige handelingen hebben plaatsgevonden omdat [naam slachtoffer 2] hierover wisselend heeft verklaard en het dossier verder onvoldoende steunbewijs bevat.
De rechtbank zal de bewezenverklaring daarom beperken tot de periode van [datum] 2015 (de achtste verjaardag van [naam slachtoffer 2] ) tot en met 23 juni 2018. De rechtbank kan niet vaststellen hoe vaak de ontucht heeft plaatsgevonden, maar het heeft in ieder geval meermalen plaatsgevonden.
3.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht bewezen dat de verdachte:
1. primair
op 23 juni 2018 te Swalmen, meermalen, met zijn kind, te weten: [naam slachtoffer] (geboren op [datum] 2007), die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, handelingen heeft gepleegd, die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van [naam slachtoffer] , te weten: het meermalen, (telkens)
- duwen en/of brengen van zijn penis in de mond en de vagina en
- likken van de vagina en de schaamlippen van [naam slachtoffer]
.
2. primair
In de periode van [datum] 2015 tot en met 23 juni 2018 te Swalmen, meermalen,
met zijn kind, te weten [naam slachtoffer 2] (geboren op [datum] 2007), die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, handelingen heeft gepleegd, die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van [naam slachtoffer 2] , hebbende verdachte meermalen, (telkens)
- zijn penis geduwd en gebracht in de mond en de vagina en de anus
van [naam slachtoffer 2] .
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert de volgende strafbare feiten op:
feit 1
met iemand beneden de leeftijd van twaalf jaren handelingen plegen, die bestaan of mede bestaan uit seksueel binnendringen van het lichaam, terwijl de schuldige het feit begaat tegen zijn kind;
feit 2
met iemand beneden de leeftijd van twaalf jaren handelingen plegen, die bestaan of mede bestaan uit seksueel binnendringen van het lichaam, terwijl de schuldige het feit begaat tegen zijn kind, meermalen gepleegd;
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, omdat geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6.De straf

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de verdachte te veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van acht jaren. Ter onderbouwing van zijn strafeis heeft de officier van justitie naar voren gebracht dat de richtlijn van het Openbaar Ministerie voor seksueel misbruik van minderjarigen, alsmede de strafverhogende factoren uit deze richtlijn een forse straf tot uitgangspunt hebben. Daarbij heeft hij verder rekening gehouden met:
  • het op zeer ernstige wijze misbruik maken van zijn eigen dochters en het alleen maar oog hebben voor zijn eigen lusten;
  • de verregaande schending van lichamelijke en geestelijke integriteit van de slachtoffers en de nadelige psychische gevolgen voor hen;
  • dat de feiten zich thuis afspeelden; bij uitstek een plek waar deze jonge meisjes zich veilig zouden hebben moeten kunnen voelen;
  • de ontkennende proceshouding van de verdachte en daardoor ieder gebrek aan spijt of inzicht in plaats van het nemen van zijn verantwoordelijkheid.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft primair vrijspraak bepleit. Subsidiair heeft de raadsvrouw, bij bewezenverklaring van de feiten, verzocht om bij het vaststellen van de straf mild te zijn.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
Verdachte heeft bij zijn 11-jarige dochters [naam slachtoffer] en [naam slachtoffer 2] meerdere malen handelingen verricht die mede bestonden uit seksueel binnendringen. Dit heeft bij [naam slachtoffer 2] gedurende langere tijd plaatsgevonden en bij [naam slachtoffer] meermaals op dezelfde dag. [naam slachtoffer 2] en [naam slachtoffer] hebben zelfs onder toeziend oog van elkaar verregaande seksuele handelingen moeten verrichten bij hun vader. Dit vond thuis plaats, waar de verdachte samen met zijn slachtoffers - naast hun moeder en broer [getuige 1] - woonde. Bij uitstek een plek waar de meisjes zich veilig moeten voelen. De verdachte heeft daarmee het in hem als vader en opvoeder gestelde vertrouwen geschaad. Hij is ernstig tekort geschoten in zijn verplichting juist geborgenheid en veiligheid te bieden aan de slachtoffers. Dit moet een hele angstige en eenzame tijd voor de slachtoffers zijn geweest.
De verdachte heeft de bevrediging van zijn eigen lustgevoelens boven de belangen van zijn slachtoffers gesteld en op grove wijze misbruik gemaakt van zijn positie als vader. Daarmee heeft hij de lichamelijke en psychische integriteit van zijn dochters ernstig geschonden. Het is algemeen bekend dat slachtoffers van zedenzaken vaak ernstige en langdurige psychische schade oplopen en nog lange tijd negatieve gevolgen ervan ondervinden, zoals angstgevoelens en gevoelens van onveiligheid. Bovendien bestaat er een gerede kans op een scheefgroei in de psychoseksuele ontwikkeling en kan het vertrouwen in de medemens ernstig verstoord raken.
Dat het seksueel misbruik vandaag de dag nog substantiële gevolgen heeft voor [naam slachtoffer] en [naam slachtoffer 2] volgt uit de ter terechtzitting voorgelezen slachtofferverklaring door de moeder van de slachtoffers. De kinderen zijn beschadigd en voor het leven getekend. In plaats van vrolijke en gezonde kinderen zijn het nu kinderen die op alle fronten hulp nodig hebben. De meisjes hebben nachtmerries en paniekaanvallen en zijn zeer angstig en bang. Ook zoon [getuige 1] gaat eronder gebukt. De hele familie is door het strafbare handelen van de verdachte ontwricht.
Gelet op het voorgaande kan naar het oordeel van de rechtbank niet worden volstaan met een andere of lichtere straf dan een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. De rechtbank heeft geconstateerd dat in soortgelijke zaken lange gevangenisstraffen worden opgelegd. Bij het bepalen van de op te leggen straf heeft de rechtbank aansluiting gezocht bij de oriëntatiepunten voor straftoemeting, opgesteld door het Landelijk Overleg van Voorzitters Strafsectoren (LOVS). In het geval van verkrachting geldt als uitgangspunt een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden. In dit geval gaat het om een ernstiger delict, namelijk een verkrachting van zijn twee minderjarige dochters, in één geval zelfs meerdere keren. Dit zal de rechtbank, gelet op het de verzwaarde strafbedreiging ingevolge artikel 248 lid 2 van het Wetboek van Strafrecht, evenals de jeugdige leeftijd van [naam slachtoffer] en [naam slachtoffer 2] en de lange periode waarin het misbruik van [naam slachtoffer 2] heeft plaatsgevonden als strafverzwarende omstandigheden meewegen. Niet is gebleken van omstandigheden die tot matiging van de straf behoren te leiden, anders dan de constatering dat de verdachte een blanco strafblad heeft.
Uit een reclasseringsadvies van 7 juli 2020 blijkt dat de reclassering geen inschatting kan maken van het recidiverisico. Zij zien geen mogelijkheden om met interventies of toezicht de risico’s te beperken of het gedrag te veranderen, gezien de ontkenning door de verdachte. De reclassering adviseert daarom een straf zonder bijzondere voorwaarden.
De rechtbank komt tot een lagere straf dan door de officier van justitie geëist, omdat de bewezenverklaarde periode in deze zaak, kijkend naar wat in vergelijkbare zaken wordt opgelegd, van beperktere omvang is.
Concluderend acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van vijf jaren gerechtvaardigd.

7.De benadeelde partijen en de schadevergoedingsmaatregel

7.1
De vorderingen van de benadeelde partijen
[naam slachtoffer]
De benadeelde partij [naam slachtoffer] heeft een schadevergoeding gevorderd ter zake immateriële schade van in totaal € 15.000,- ter zake van het onder 1. aan de verdachte tenlastegelegde, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het ontstaan van de schade. Daarnaast is verzocht de schadevergoedingsmaatregel op te leggen. Voorts wordt voor de proceskosten een bedrag van € 1.706,25 opgegeven.
[naam slachtoffer 2]
De benadeelde partij [naam slachtoffer 2] heeft een schadevergoeding gevorderd ter zake immateriële schade van in totaal € 15.000,- ter zake van het onder 2. aan de verdachte tenlastegelegde, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het ontstaan van de schade. Daarnaast is verzocht de schadevergoedingsmaatregel op te leggen. Voorts wordt voor de proceskosten een bedrag van € 1.706,25 opgegeven.
[naam slachtoffer 3]
De benadeelde partij [naam slachtoffer 3] heeft een schadevergoeding gevorderd van in totaal € 17.000,- ter zake van het onder 1. en onder 2. aan de verdachte tenlastegelegde, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het ontstaan van de schade. De vordering bestaat uit een bedrag van € 15.000,- aan immateriële schade (affectieschade) en € 2.000,- aan materiële schade. Daarnaast wordt voor de proceskosten een bedrag van
€ 3.412,50 opgegeven. Tot slot is verzocht de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
7.2
Het standpunt van de officier van justitie
[naam slachtoffer] en [naam slachtoffer 2]
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot algehele toewijzing van de vorderingen van de benadeelde partijen [naam slachtoffer] en [naam slachtoffer 2] . De vorderingen zijn voldoende onderbouwd en de omvang van de schade is in redelijkheid voorzienbaar. Voorts heeft de officier van justitie geconcludeerd tot toewijzing van de wettelijke rente en gevorderd aan de verdachte de schadevergoedingsmaatregel op te leggen voor het bedrag van de toewijzing van de genoemde vorderingen.
[naam slachtoffer 3]
De officier van justitie heeft gevorderd de benadeelde partij [naam slachtoffer 3] in haar vordering niet-ontvankelijk te verklaren. De vordering ter zake de materiële schade, de kosten voor toekomstige behandelingen en begeleiding van de slachtoffers, is onvoldoende onderbouwd. Daarnaast heeft de officier van justitie zich op het standpunt gesteld dat er onvoldoende grondslag en onderbouwing is voor de geleden affectieschade. Over de proceskosten heeft de officier van justitie naar voren gebracht dat de wet meerdere mogelijkheden biedt om deze kosten toe te wijzen, mits goed wordt gemotiveerd dat het aannemelijke kosten zijn. [24]
7.3
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich primair op het standpunt gesteld dat de benadeelde partijen
niet-ontvankelijk moeten worden verklaard, gelet op de bepleitte vrijspraak. Subsidiair heeft de verdediging het volgende aangevoerd.
[naam slachtoffer] en [naam slachtoffer 2]
Ten aanzien van de vordering ten behoeve van [naam slachtoffer] ter zake de immateriële schade heeft de verdediging verzocht het toe te wijzen bedrag te matigen tot maximaal € 3.000,-, nu bij [naam slachtoffer] geen sprake was van langdurige ontucht en een vergelijking met [naam slachtoffer 2] daarom niet op zijn plaats wordt geacht. Ten aanzien van de vordering ten behoeve van [naam slachtoffer 2] ter zake de immateriële schade refereert de verdediging zich aan het oordeel van de rechtbank.
[naam slachtoffer 3]
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de post ‘affectieschade’ dient te worden afgewezen, dan wel dat een toe te wijzen bedrag gematigd zou moeten worden tot maximaal € 1.000,-. Nu de wet die vergoeding van affectieschaden voor derden regelt, pas per 1 januari 2019 in werking is getreden en de tenlastegelegde periode ziet op een periode voorafgaand aan 1 januari 2019, komt deze post niet voor vergoeding in aanmerking. De vordering ter zake de materiële schade wordt door de verdediging in zijn geheel betwist, nu het om toekomstige kosten gaat voor medische behandeling en begeleiding van de dochters van de benadeelde en deze kosten niet zijn onderbouwd.
Ter zake de proceskosten heeft de raadsvrouw verzocht het liquidatietarief toe te passen.
7.4
Het oordeel van de rechtbank
[naam slachtoffer] en [naam slachtoffer 2]
De rechtbank is van oordeel dat ter terechtzitting is komen vast te staan dat aan de benadeelde [naam slachtoffer] en [naam slachtoffer 2] door het hiervoor bewezen verklaarde strafbare feit 1. respectievelijk 2. rechtstreeks schade is toegebracht.
Ter zake de immateriële schade overweegt de rechtbank als volgt. Uit de schriftelijke slachtofferverklaring van moeder [naam slachtoffer 3] , de bijlagen bij de vordering en de overgelegde stukken ter terechtzitting is gebleken welke impact het bewezenverklaarde tot op heden op het psychische welzijn van de benadeelde partijen heeft gehad.
Artikel 6:106, eerste lid aanhef en onder b, van het Burgerlijk Wetboek brengt, voor zover de beoordeling van belang, mee dat de benadeelde recht heeft op een naar billijkheid vast te stellen immateriële schadevergoeding indien hij ten gevolge van het strafbare feit lichamelijk letsel heeft opgelopen, in zijn eer of goede naam is geschaad of op andere wijze in zijn persoon is aangetast. Voor de toewijsbaarheid van een vordering gebaseerd op de aantasting van de persoon op andere wijze is volgens de Hoge Raad het uitgangspunt dat de benadeelde geestelijk letsel heeft opgelopen en dat dit letsel moet bestaan uit een aan de hand van objectieve maatstaven vast te stellen psychische beschadiging, daaronder begrepen een in de psychiatrie erkend ziektebeeld. In voorkomend geval kunnen de aard en de ernst van de normschending meebrengen dat de in dit verband relevante nadelige gevolgen daarvan voor de benadeelde zo voor de hand liggen, dat een aantasting in de persoon kan worden aangenomen ook zonder vaststelling van een in de psychiatrie erkend ziektebeeld. Dit is het geval bij de benadeelden [naam slachtoffer] en [naam slachtoffer 2] , zodat zij aanspraak maken op een vergoeding van immateriële schadevergoeding. Bij [naam slachtoffer] en [naam slachtoffer 2] heeft immers (vooralsnog) geen (psychisch) onderzoek kunnen plaatsvinden, nu de verdachte, die indertijd het ouderlijk gezag over de kinderen uitoefende, hieraan geen medewerking heeft verleend.
De rechtbank zal de immateriële schade naar redelijkheid en billijkheid voor [naam slachtoffer] toewijzen tot een bedrag van € 10.000,- en voor [naam slachtoffer 2] tot een bedrag van € 15.000,-. Bij [naam slachtoffer 2] is een hoger bedrag toegekend omdat een langere periode van ontucht is bewezen verklaard. De rechtbank zal de benadeelde partij [naam slachtoffer] voor het overige in haar vordering niet-ontvankelijk verklaren. Desgewenst kan zij voor het meerdere een procedure bij de civiele rechter instellen.
Voorts legt de rechtbank de schadevergoedingsmaatregel op voor een bedrag van € 10.000,-
(benadeelde [naam slachtoffer] ) en € 15.000,- (benadeelde [naam slachtoffer 2] ), opdat de inning van het verschuldigde bedrag de benadeelde partij uit handen wordt genomen door de Staat. Het opleggen van deze maatregel is mogelijk, nu de verdachte jegens de slachtoffers naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor deze schade die door het strafbare feit is toegebracht.
De benadeelde partijen hebben tevens de door hen gemaakte proceskosten gevorderd. Nu ter terechtzitting geen bijzondere omstandigheden zijn gebleken waarom er afgeweken zou moeten worden van het liquidatietarief, is de rechtbank van oordeel dat voor de vaststelling van die vergoeding het bij de behandeling van civiele zaken gebruikelijke liquidatietarief (Liquidatietarief kanton 2019) als uitgangspunt gehanteerd dient te worden. Bij de berekening – op grond van genoemd liquidatietarief – heeft de rechtbank gelet op de verrichte werkzaamheden, te weten: het indienen van de vordering (1 punt) en de aanwezigheid ter toelichting op zitting (1 punt). De geldswaarde in hoofdsom ligt tussen de € 10.000,00 en € 20.000,00, zodat een tarief geldt van € 360,00 per punt. De rechtbank zal de proceskosten vaststellen op € 720,00 in elk van de procedures.
[naam slachtoffer 3]
De rechtbank zal de vordering van de benadeelde partij ter zake de materiële schade (de kosten voor toekomstige behandelingen en begeleiding van de slachtoffers) niet-ontvankelijk verklaren, nu deze schadepost onvoldoende is onderbouwd.
Ter zake de immateriële schade overweegt de rechtbank als volgt. Anderen dan slachtoffers hebben slechts recht op schadevergoeding voor zover de wet hen daar uitdrukkelijk een recht op geeft. Het gaat hierbij om zogenoemde verplaatste schade als bedoeld in artikel 6:107, 6:107a en 6:108 van het Burgerlijk Wetboek. Sinds 1 januari 2019 geeft artikel 51f lid 2, laatste volzin, van het Wetboek van Strafvordering in verbinding met artikel 6:107 van het Burgerlijk Wetboek, aan zogenaamde naasten en personen die kosten ten behoeve van het slachtoffer hebben gemaakt, het recht zich te voegen als benadeelde partij indien het slachtoffer ten gevolge van het strafbare feit letsel heeft (maar niet is overleden). Nu de hierna bewezen te verklaren strafbare feiten - de schadeveroorzakende gebeurtenissen - vóór 1 januari 2019 hebben plaatsvonden, komt de door [naam slachtoffer 3] gestelde affectieschade niet voor een vergoeding in aanmerking. De rechtbank moet [naam slachtoffer 3] ter zake deze schade dan ook in haar vordering niet-ontvankelijk verklaren. Desgewenst kan de benadeelde partij een procedure bij de civiele rechter instellen.
Vast is komen te staan dat de benadeelde partij kosten heeft gemaakt ten behoeve van rechtsbijstand. Nu de benadeelde partij niet-ontvankelijk is in haar vordering, zal de rechtbank in dit geval de kosten van partijen, in het kader van de vordering gemaakt, compenseren, in die zin dat elke partij zijn eigen kosten draagt.

8.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 36f, 57, 245 en 248 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

9.De beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
  • verklaart de onder 1. primair en onder 2. primair aan de verdachte tenlastegelegde bewezen, zoals dat hierboven onder
  • spreekt de verdachte vrij van wat aan hem onder 1. primair of onder 2. primair meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
  • verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert, zoals deze hierboven onder
  • verklaart de verdachte daardoor strafbaar;
Straf
  • veroordeelt de verdachte tot een
  • beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering of in voorlopige hechtenis is doorgebracht bij de uitvoering van deze gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht.
Benadeelde partijen en schadevergoedingsmaatregel
[naam slachtoffer]
  • wijst de vordering van de benadeelde partij
  • verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in haar vordering;
  • legt aan de verdachte de verplichting op tot betaling aan de staat ten behoeve van het slachtoffer, [naam slachtoffer] , een bedrag van € 10.000,- te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode vanaf 23 juni 2018 tot aan de dag van de volledige voldoening;
  • bepaalt de duur volgens welke met toepassing van artikel 6:4:20 van het Wetboek van Strafvordering gijzeling kan worden toegepast op
  • bepaalt dat, voor zover de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de staat, daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, voor zover de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij, daarmee de verplichting tot betaling aan de staat in zoverre komt te vervallen;
  • veroordeelt de verdachte in de kosten van deze procedure, die ten behoeve van de tenuitvoerlegging daaronder begrepen, aan de zijde van [naam slachtoffer] tot heden begroot op
[naam slachtoffer 2]
  • wijst de vordering van de benadeelde partij
  • legt aan de verdachte de verplichting op tot betaling aan de staat ten behoeve van het slachtoffer, [naam slachtoffer] , een bedrag van € 15.000,- te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode vanaf 23 juni 2018 tot aan de dag van de volledige voldoening;
  • bepaalt de duur volgens welke met toepassing van artikel 6:4:20 van het Wetboek van Strafvordering gijzeling kan worden toegepast op
  • bepaalt dat, voor zover de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de staat, daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, voor zover de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij, daarmee de verplichting tot betaling aan de staat in zoverre komt te vervallen;
  • veroordeelt de verdachte in de kosten van deze procedure, die ten behoeve van de tenuitvoerlegging daaronder begrepen, aan de zijde van [naam slachtoffer 2] tot heden begroot op
[naam slachtoffer 3]
  • verklaart de benadeelde partij
  • compenseert de kosten van deze procedure, in die zin dat elke partij de eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. L. Feuth, voorzitter, mr. F.M. van Maanen Winters en mr. P.H. Broier, rechters, in tegenwoordigheid van J. Zijlstra, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 9 december 2020.
Buiten staat
Mr. F.M. van Maanen Winters en mr. P.H. Broier zijn niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
BIJLAGE I:De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
1.hij op of omstreeks 23 juni 2018 te Swalmen, in de gemeente Roermond, in elk geval
in Nederland, meermalen, althans eenmaal, (telkens) met zijn, verdachtes, kind, te weten [naam slachtoffer] (geboren op [datum] 2007), die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, (telkens) een of meer handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [naam slachtoffer] , te weten het meermalen, althans eenmaal, (telkens)
- duwen en/of brengen van zijn, verdachtes, penis in de mond en/of de vagina en/of de anus van die [naam slachtoffer] en/of
- duwen en/of brengen van zijn, verdachtes, vinger(s) in de vagina van die [naam slachtoffer] en/of
- likken in en/of van en/of tussen de vagina en/of de schaamlippen van die [naam slachtoffer] en/of duwen en/of brengen van zijn, verdachtes, tong in de vagina en/of tussen de schaamlippen van die [naam slachtoffer] ;
subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden, dat:
hij op of omstreeks 23 juni 2018 te Swalmen, in de gemeente Roermond, in elk geval
in Nederland, meermalen, althans eenmaal, (telkens) met zijn, verdachtes, kind, te weten [naam slachtoffer] , geboren op [datum] 2007, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten het meermalen, althans eenmaal, (telkens)
- uittrekken van zijn, verdachtes, kleding en/of onderkleding in het bijzijn van die [naam slachtoffer] en/of
- ontbloten van zijn, verdachtes, penis in het bijzijn van die [naam slachtoffer] en/of
- uittrekken en/of naar beneden doen van de kleding en/of onderkleding van die [naam slachtoffer] en/of
- zijn, verdachtes, (ontblote) penis door die [naam slachtoffer] laten vasthouden en/of betasten en/of likken en/of
- over (de rug van) die [naam slachtoffer] plassen en/of ejaculeren en/of
- betasten en/of aanraken van en/of wrijven over de vagina en/of de schaamlippen van die [naam slachtoffer] ;
2.hij in of omstreeks de periode van 24 januari 2011 tot en met 23 juni 2018 te Swalmen, in de gemeente Roermond, in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal, (telkens)
met zijn, verdachtes, kind, te weten [naam slachtoffer 2] (geboren op [datum] 2007), die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, een of meer handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [naam slachtoffer 2] , hebbende verdachte maarmalen, althans eenmaal, (telkens)
- zijn, verdachtes, penis geduwd en/of gebracht in de mond en/of de vagina en/of de anus van die [naam slachtoffer 2] en/of
- zijn, verdachtes, vinger(s) geduwd en/of gebracht in de vagina van die [naam slachtoffer 2] en/of
- de vagina en/of de schaamlippen van die [naam slachtoffer 2] gelikt en/of zijn, verdachtes, tong geduwd en/of gebracht in de vagina en/of tussen de schaamlippen van die [naam slachtoffer 2] ;
subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden, dat:
hij in of omstreeks de periode van 24 januari 2011 tot en met 23 juni 2018 te Swalmen, in de gemeente Roermond, in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal, (telkens)
met zijn, verdachtes, kind, te weten [naam slachtoffer 2] (geboren op [datum] 2007), die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, bestaande uit het meermalen, althans eenmaal, (telkens)
- uitrekken van zijn, verdachtes, kleding en/of onderkleding in het bijzijn van die [naam slachtoffer 2] en/of
- ontbloten van zijn, verdachtes, penis in het bijzijn van die [naam slachtoffer 2] en/of
- uittrekken en/of naar beneden doen van de kleding en/of onderkleding van die [naam slachtoffer 2] en/of
- zijn, verdachtes, penis door die [naam slachtoffer 2] laten vasthouden en/of betasten en/of likken en/of
- betasten en/of aanraken van en/of wrijven over de vagina en/of de schaamlippen van die [naam slachtoffer 2] .

Voetnoten

1.Hierna ook: (slachtoffer) [naam slachtoffer] .
2.Hierna ook: (slachtoffer) [naam slachtoffer 2] .
3.Hierna ook: de moeder (van [naam slachtoffer 2] en [naam slachtoffer] ).
4.Waar hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit het proces-verbaal van politie eenheid Limburg, district Noord- en Midden-Limburg, basisteam Roermond, proces-verbaalnummer [nummer] , gesloten d.d. 30 november 2018, doorgenummerd van pagina 1 tot en met pagina 259.
6.Proces-verbaal aangifte [naam slachtoffer 3] namens [naam slachtoffer] en [naam slachtoffer 2] d.d. 14 juli 2018, pag. 69-81.
7.Proces-verbaal aangifte [naam slachtoffer 3] namens [naam slachtoffer] en [naam slachtoffer 2] d.d. 14 juli 2018, pag. 69-81.
8.Proces-verbaal van bevindingen informatie gesprek zeden d.d. 13 juli 2018, pag. 58-67.
9.Proces-verbaal van verhoor aangeefster [naam slachtoffer 3] d.d. 23 mei 2019, niet doorgenummerd.
10.Proces-verbaal van bevindingen Mc Donalds foto d.d. 16 november 2018, p. 212.
11.Foto op pagina 213.
12.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 13 juli 2018, pag, 68
13.Proces-verbaal van bevindingen opgemaakt door verbalisanten [naam 8] en [naam 9] d.d. 13 juli 2018, pag. 62-64.
14.Proces-verbaal van bevindingen opgemaakt door verbalisanten [naam 8] en [naam 9] d.d. 13 juli 2018, pag. 65-67.
15.Proces-verbaal van bevindingen, studioverhoor [naam slachtoffer] d.d. 19 juli 2018, pag. 94-97.
16.Proces-verbaal van studioverhoor van [naam slachtoffer] d.d. 1 oktober 2019, niet doorgenummerd.
17.Proces-verbaal van bevindingen, studioverhoor [naam slachtoffer 2] d.d. 19 juli 2018, pag. 135-137.
18.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 16 oktober 2018, pag. 156-157.
19.Proces-verbaal van studioverhoor van [naam slachtoffer 2] d.d. 22 oktober 2018, pag. 160-211.
20.Proces-verbaal van studioverhoor van [naam slachtoffer 2] d.d. 2 oktober 2019, niet doorgenummerd.
21.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 2] d.d. 25 september 2018, pag. 230-235.
22.Proces-verbaal digitaal onderzoek d.d. 20 juni 2019, niet doorgenummerd; proces-verbaal van bevindingen Mc Donalds foto d.d. 16 november 2018, pag. 212-213.
23.De verklaring van de verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 15 juli 2020.
24.HR van 11 april 2017 (ECLI:NL:HR:2017:653)