Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- een brief d.d. 31 januari 2021 zijdens [eiser] met producties ten behoeve van de mondelinge behandeling
- de op 11 februari 2021 gehouden mondelinge behandeling, waarvan proces verbaal is opgemaakt.
Rechtbank Limburg
In deze zaak gaat het om de verdeling van de woonlasten van de echtelijke woning tussen ex-echtgenoten na hun echtscheiding. De vrouw heeft tijdens de echtscheiding het woonrecht toegewezen gekregen en heeft de hypotheeklasten betaald, terwijl de man zich beroept op een afspraak dat de vrouw deze lasten volledig zou betalen. De rechtbank bevestigt de afspraak, maar het hof wijst de vordering van de vrouw toe en wijst het beroep van de man op verrekening van een gebruiksvergoeding af, omdat deze vordering niet eerder was ingesteld. De man legt zijn vordering opnieuw voor aan de kantonrechter. De procedure omvat een dagvaarding, een conclusie van antwoord en een mondelinge behandeling, waarbij de rechter in opleiding en de kantonrechter aanwezig zijn. De rechtbank oordeelt dat de vrouw recht heeft op een gebruiksvergoeding van € 6.825,00 voor de periode dat zij de hypotheeklasten heeft betaald, en de man wordt veroordeeld tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met wettelijke rente. De kosten van de procedure worden gecompenseerd, wat betekent dat elke partij zijn eigen kosten draagt.