Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
2.De feiten
24 februari 2021 geschorst. Dit is bij brief van diezelfde dag ook schriftelijk aan [verzoeker] bevestigd.
“(..) U geeft aan dat aan u is verteld door [verzoeker] dat wel eens op zaterdagochtend deze partij Duitse Emballage, dat ging om 2 3 pallets, werd ingeleverd in een Drankhal in Duitsland. U geeft aan dat dit werd ingeleverd met behulp van een vrachtauto of een busje. Ook geeft u aan dat u zich hier verder nooit mee bezig heeft gehouden en dat u ook niet exact op de hoogte was hoe dit totale proces liep. (..)Op onze vaag of u toestemming heeft gegeven dat de opbrengst, die voortkwam uit het wegvoeren van deze emballage naar Duitsland gehouden mocht worden door degenen die de emballage naar Duitsland wegbracht, geeft u aan dat u hiervoor nooit toestemming hebt gegeven. (..)
“(..) In de tijd van DC Manager [voormalig DC-manager 2] werd deze Duitse emballage afgevoerd door een gehuurd busje en bestuurd door eigen medewerkers. Toen [voormalig DC-manager 3] DC Manager werd, heeft hij aangegeven dat Jan Linders dit niet meer op deze maner gaat doen. U hebt deze verandering vernomen van [verzoeker] (..). Naar aanleiding daarvan is er in het algemeen gevraagd wie dit binnen het DC wil oppakken. (Daarmee bedoelt u: het wegbrengen van Duitse Emballage die niet volgens de reguliere afvalstromen loopt.) U geeft aan dat op deze vraag niemand binnen de afdeling R&R heeft gereageerd. (..)
“(..) Ik weet dat emballage (Duitse, Belgische en Nederlandse) die niet via de reguliere afvalstromen loopt op pallets worden gestapeld en weggebracht. Op onze vraag wie deze emballage wegbrengt, geeft u als antwoord dat dit wordt opgehaald door de zoon van [verzoeker] en een vriend hiervan. (..) U vertelt ons dat [verzoeker] bij de Shiftleaders R&R heeft aangegeven dat hij voor het afvoeren van deze niet reguliere emballagestrom toestemming had van hoger hand. Echter bij dit laatste weet u niet wie dit dan betreft. U geeft aan dat dit proces al zo gaande is vóór [DC-manager] kwam als Manager Logistiek. (..)”
“(..) Vroeger werd hiervoor een busje gehuurd en brachten ze, medewerkers, deze Duitse emballage naar een drankhal in Duitsland. Nu doet een vriendengroep van [verzoeker] , uit [plaats] , dit. Zij brengen zelf de emballage weg. (..)”
“(..) In het verleden voerde organisatie Kikvorsch deze stroom af en die stopte ermee. Toen heeft [voormalig DC-manager 2] (oud DC Manager) besloten dat Jan Linders de Duitse Emballage (buiten reguliere afvalstroom) zelf naar een drankenhand in Duitsland wordt getransporteerd, door middel van een gehuurd busje, daar werd de Duitse Emballage ingeleverd door eigen medewerkers van Jan Linders. Het bonnetje van de emballage en de opbrengst hiervan gingen naar de afdeling Finance. (..)”
3.Het geschil
4.De beoordeling
[verzoeker] heeft toegelicht dat de buitenlandse emballage, meer in het bijzonder Duitse emballage, altijd al een probleem vormde. Die emballage kon namelijk nergens worden ingeleverd, maar nam wel ruimte in het magazijn in. In het verleden werden die kratten of flessen vernietigd en gingen deze met de regulier afvalstroom mee, maar daar waren ook hoge kosten mee gemoeid.
In 2018 werd [verzoeker] in de rol van Supervisor ook medeverantwoordelijk voor de kosten van de afdeling. De twee medewerkers die tot dan de emballage hadden afgevoerd waren niet meer beschikbaar en de afvoer was stil komen te liggen. De omvang van deze emballagestroom nam langzaam af doordat Jan Linders meer buitenlandse bieren ging verkopen (en dus minder emballage niet via een leverancier kon worden afgevoerd).
- uit de verklaring van de manager van het Distributiecentrum blijkt dat [verzoeker] hem heeft bericht over de werkwijze. Weliswaar betwist deze manager nu dat hem is verteld dat de betreffende werknemer de opbrengst mocht houden maar feit is dat [verzoeker] uit zichzelf het onderwerp bij hem heeft aangesneden;
- [medewerker 1] , meerdere shiftleaders en medewerkers wisten van de werkwijze, ook toen de zoon van [verzoeker] de emballage kwam ophalen;
- de emballage werd overdag, tijdens de aanwezigheid van ander personeel en voor iedereen zichtbaar, door de zoon van [verzoeker] opgehaald.
Jan Linders heeft aangegeven dat deze vergoeding niet verschuldigd is vanwege het feit dat het gegeven ontslag rechtsgeldig is. Zoals overwogen, passeert de kantonrechter het verweer van Jan Linders. Nu Jan Linders geen expliciet verweer heeft gevoerd tegen het verzochte bedrag en de daaraan gelegde uitgangspunten is het door [verzoeker] verzochte bedrag toewijsbaar. De wettelijke rente hierover zal met inachtneming van het bepaalde in artikel 7:686a lid 1 BW worden toegewezen (vanaf 4 april 2021).
€ 1. 750,00 is hiervoor ook al een oordeel gegeven. Deze vordering zal eveneens worden afgewezen.
€ 1.494,002,0 tarief € 747,00)
Totaal € 1.579,00
5.De beslissing
- € 20.313,83 bruto aan schadevergoeding in verband met een onregelmatige opzegging van de arbeidsovereenkomst;
- € 58.641,10 bruto aan transitievergoeding
- € 11.607,93 bruto aan ten onrechte ingehouden gefixeerde schadevergoeding
- € 331.748,74 bruto en € 117.748,00 netto aan billijke vergoeding
- € 2.500,00 aan ten onrechte ingehouden schadevergoeding