ECLI:NL:RBLIM:2021:6304

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
4 augustus 2021
Publicatiedatum
6 augustus 2021
Zaaknummer
9010169 \ CV EXPL 21-661
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schijn van vertegenwoordigingsbevoegdheid in civiele procedure

In deze civiele procedure, behandeld door de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 4 augustus 2021, staat de vraag centraal of er sprake is van schijn van vertegenwoordigingsbevoegdheid zoals bedoeld in artikel 3:61 lid 2 BW. De eisende partij, Twenty Four Webverstelling B.V., heeft HZ Adviesgroep B.V. aangeklaagd voor betaling van een bedrag van € 500,-, vermeerderd met wettelijke handelsrente, op basis van een tussen hen gesloten overeenkomst. Twenty Four stelt dat de overeenkomst is gesloten door [naam 1] en [naam 2], die beiden werkzaam waren voor HZ, en dat zij erop mochten vertrouwen dat deze personen bevoegd waren om de overeenkomst aan te gaan. HZ voert verweer en stelt dat de overeenkomst niet met haar, maar met een andere entiteit is gesloten en dat [naam 1] en [naam 2] niet bevoegd waren om HZ te vertegenwoordigen.

De procedure begon met een dagvaarding op 15 januari 2021, gevolgd door verschillende conclusies van antwoord, repliek en dupliek. De kantonrechter heeft vastgesteld dat HZ op het moment van de overeenkomst werd vertegenwoordigd door Seecon B.V. en dat [naam 1] en [naam 2] geen volmacht hadden om namens HZ te handelen. De rechter concludeert dat er geen sprake is van een gerechtvaardigd vertrouwen van Twenty Four op de vertegenwoordigingsbevoegdheid van [naam 1] en [naam 2].

Uiteindelijk wijst de kantonrechter de vordering van Twenty Four af en veroordeelt deze in de proceskosten, die aan de zijde van HZ tot dat moment zijn begroot op € 150,00. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. K.J.H. Hoofs.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 9010169 \ CV EXPL 21-661
Vonnis van de kantonrechter van 4 augustus 2021
in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid TWENTY FOUR WEBVERSTISING B.V., h.o.d.n. TWENTY FOR WEBVERTISING B.V.,
gevestigd te Leeuwarden,
eisende partij,
gemachtigde mr. G.E. Hamer,
tegen:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid HZ ADVIESGROEP B.V.,
gevestigd te Maastricht,
gedaagde partij,
gemachtigde mr. M. Blok.
Partijen worden Twenty Four en HZ genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 15 januari 2021 met producties 1 tot en met 5,
  • de conclusie van antwoord met producties 1 tot en met 7,
  • de conclusie van repliek met producties 6 tot en met 12,
  • de conclusie van dupliek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Twenty Four biedt webvertising-diensten aan.
2.2.
De ondernemingsactiviteiten van HZ bestaan uit hypotheek- en kredietbemiddeling.
2.3.
Omstreeks juli 2018 heeft Twenty Four telefonisch contact gehad met mevrouw [naam 1] (verder: [naam 1] ) en de heer [naam 2] (verder: [naam 2] ). Naar aanleiding van dat gesprek heeft Twenty Four een e-mail met daarbij een bijlage met opdrachtbevestiging aan [naam 1] en [naam 2] toegezonden.
In de e-mail staat, geciteerd voor zover hier van belang (productie 4 bij conclusie van antwoord):
“(…)
Aan: ‘ [naam 1] | HZ Adviesgroep’ ( [e-mailadres 1] )
CC: ‘ [naam 2] | HZ Adviesgroep’( [e-mailadres 2]
Onderwerp: Opdrachtbevestiging Nieuwbouw Nederland
Goedemorgen [naam 2] en [naam 1] ,
Hartelijk dank voor jullie opdracht m.b.t. het plaatsen van een banner van HZ Adviesgroep en de afname van leads binnen de regio’s Utrechtse Heuvelrug en Drechtsteden van Nieuwbouw Nederland.
In de bijlage vinden jullie de opdrachtbevestiging. (…)
Graag nog even een reply m.b.t. jullie IBAN nummer, ivm het incasseren van de 4 termijnen: (…)”
In de opdrachtbevestiging staat, geciteerd voor zover hier van belang (productie 2 bij dagvaarding):
“(…)
HZ Adviesgroep
T.a.v.: Mevrouw [naam 1]
[adres 1]
[postcode 1] [plaats 1]
Leeuwarden, 10 juli 2018
Naar aanleiding van ons telefoongesprek waarin u aangaf akkoord te gaan met het plaatsen van een banner de afname van leads, vindt u hierbij de schriftelijke bevestiging van de gemaakte afspraken. Het gaat om een banner die geplaatst zal worden op de website van (…).
(1) Bedrijfsnaam (2) Adres
HZ Adviesgroep [adres 1]
(3) Postcode (4) Plaats
[postcode 1] [plaats 1]
(5) Telefoon (6) Vertegenwoordigd door
[telefoonnummer] Mevrouw [naam 1]
(7) Functie (8) Verkoper
Hypotheekadviseur [naam hypotheekadviseur]
(9) E-mail (10) Website
[e-mailadres 1] [website]
(…)”
2.4.
Bij e-mail van 11 juli 2017 heeft [naam 2] een aangepaste opdrachtbevestiging aan Twenty Four geretourneerd.
In de e-mail staat, geciteerd voor zover hier van belang (productie 4 bij conclusie van antwoord):
“Van: [naam 2] | HZ Adviesgroep ( [e-mailadres 2] )
Datum: 11-07-2018 15:48
Aan: [e-mailadres 3] (…), [e-mailadres 1] (…)
Hoi [naam hypotheekadviseur] ,
Hierbij de getekende variant retour. Stuur jij de leads naar [e-mailadres 1] , ook in de toekomst? (…)”
In de opdrachtbevestiging staat, geciteerd voor zover hier van belang (productie 5 bij dagvaarding):
“(…)
(1) Bedrijfsnaam (2) Adres
[bedrijfsnaam] [adres 2]
(3) Postcode (4) Plaats
[postcode 2] [plaats 2]
(5) Telefoon (6) Vertegenwoordigd door
[telefoonnummer] Mevrouw [naam 1]
(7) Functie (8) Verkoper
Hypotheekadviseur [naam hypotheekadviseur]
(9) E-mail (10) Website
[e-mailadres 1] [website]
(…)”
2.5.
Twenty Four heeft werkzaamheden verricht.
2.6.
Twenty Four heeft aan HZ Adviesgroep zowel op 1 juli 2018 (factuurnummer: ORD-18214) als op 17 juli 2018 (factuurnummer FN1-15563) een factuur gestuurd, voor in totaal € 5.263,20. Twenty Four heeft beide facturen onbetaald gelaten.
2.7.
De bestuurder van HZ is sinds 26 september 2017 Seecon B.V. (productie 1 bij de conclusie van antwoord).

3.Het geschil

3.1.
Twenty Four vordert dat de kantonrechter bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
  • HZ veroordeelt om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan Twenty Four te betalen € 500,- vermeerderd met de wettelijke handelsrente over dit bedrag vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening,
  • HZ veroordeelt in de kosten van de procedure waaronder te begrijpen een bedrag voor salaris en noodzakelijke voorschotten, als vermeld in de dagvaarding.
3.2.
Twenty Four stelt dat HZ gehouden is tot betaling op grond van de tussen hen gesloten overeenkomst. Er heeft telefonisch contact tussen Twenty Four en HZ plaatsgevonden waarna Twenty Four een opdrachtbevestiging heeft verstuurd. De opdrachtbevestiging alsook de nadien gevoerde e-mail correspondentie heeft plaatsgevonden middels e-mailadressen die eindigen op @hzag.nl. Twenty Four heeft leads en banners geleverd aan HZ. In de banner, als opgemaakt door Twenty Four, staat de naam, het telefoonnummer en de website van HZ.
[naam 1] en [naam 2] , die namens HZ de overeenkomst hebben gesloten, waren beiden werkzaam voor HZ, althans Twenty Four mocht hier vanuit gaan. Communicatie met HZ heeft met beiden plaatsgevonden middels de e-mailadressen [e-mailadres 1] en [e-mailadres 2] . [naam 1] en [naam 2] waren beiden als hypotheekadviseur werkzaam bij HZ, in een functie op grond waarvan Twenty Four erop mocht vertrouwen dat zij bevoegd waren om de onderliggende overeenkomst met Twenty Four aan te gaan. Dat [naam 1] werkzaam was bij HZ ten tijde van het sluiten van de overeenkomst volgt uit haar Linkedin-pagina (productie 12 bij conclusie van repliek).
Hoewel HZ op grond van de overeenkomst € 6.664,93 verschuldigd is, wenst zij haar vordering om haar moverende redenen te beperkten tot € 500,-.
3.3.
HZ voert verweer. HZ stelt primair dat de overeenkomst niet met haar maar met [bedrijfsnaam] is gesloten. De door Twenty Four gestuurde opdrachtbevestiging is aangepast aan haar geretourneerd, waarbij de bedrijfsnaam en de adresgegevens zijn gewijzigd in die van [bedrijfsnaam] hanteerde de handelsnaam HZ Adviesgroep. De door Twenty Four verstuurde facturen zijn niet gericht aan het adres van HZ. Subsidiair stelt HZ dat zelfs als [naam 1] en/of [naam 2] de overeenkomst hebben gesloten, zij daar niet aan gebonden is omdat [naam 1] noch [naam 2] werkzaam waren voor HZ, zij niet bevoegd waren om HZ te vertegenwoordigen en van een volmacht evenmin sprake is. [naam 1] en [naam 2] zijn geen bestuurders van HZ en Twenty Four had dit kunnen weten wanneer zij het handelsregister had geraadpleegd. HZ ontkent dat de door Twenty Four gemaakte banners ten behoeve van HZ zijn gemaakt of dat er leads ten behoeve van HZ zijn gegenereerd.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt, voor zover hier van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Er veronderstellenderwijze van uitgaande dat de overeenkomst is gesloten tussen Twenty Four en HZ, moet de vraag worden beantwoord of [naam 1] en [naam 2] bevoegd waren om namens HZ de overeenkomst te sluiten.
4.2.
Ingevolge artikel 2:240 BW wordt de vennootschap vertegenwoordigd door het bestuur. Ten tijde van het sluiten van de overeenkomst was Seecon B.V. bestuurder van HZ (rov. 2.7.). Twenty Fout betwist niet, zoals HZ stelt, dat [naam 1] en [naam 2] door Seecon B.V. niet gevolmachtigd zijn om namens haar rechtshandelingen te verrichten. De kantonrechter neemt dit dan ook als vaststaand feit aan. Nu [naam 1] en [naam 2] geen bestuurders zijn en er geen sprake is van volmachtverlening, heeft in beginsel te gelden dat HZ niet aan de overeenkomst gehouden is. Dit is anders wanneer sprake is van de schijn van vertegenwoordigingsbevoegdheid (artikel 3:61 lid 2 BW).
4.3.
Voor toerekening van schijn van volmachtverlening aan een onbevoegd vertegenwoordigde is, aldus artikel 3:61 lid 2 BW plaats indien de wederpartij gerechtvaardigd heeft vertrouwd op de volmachtverlening aan de beweerdelijk onbevoegde tussenpersoon op grond van (a) hetzij een verklaring of gedraging van de onbevoegd vertegenwoordigde (toedoen), (b) hetzij op grond van feiten en omstandigheden die voor risico van de onbevoegd vertegenwoordigde komen en waaruit naar verkeersopvattingen zodanige schijn van vertegenwoordigingsbevoegdheid kan worden afgeleid (risicobeginsel).
4.4.
De partij die bescherming van artikel 3:61 lid 2 BW wenst te verkrijgen, dient op grond van de hoofdregel van artikel 150 Rv te stellen, en bij voldoende betwisting te bewijzen, feiten en omstandigheden die de conclusie rechtvaardigen dat zij erop heeft vertrouwd en op heeft mogen vertrouwen dat er sprake was van vertegenwoordigings-bevoegdheid.
4.5.
Dit risicobeginsel gaat niet zo ver dat voor toepassing daarvan ook ruimte is in gevallen waarin het tegenover de wederpartij gewekte vertrouwen uitsluitend is gebaseerd op verklaringen of gedragingen van de onbevoegd handelende persoon. De rechter dient in zijn uitspraak mede feiten of omstandigheden vast te stellen die de onbevoegd vertegenwoordigde betreffen en die rechtvaardigen dat laatstgenoemde in zijn verhouding tot de wederpartij het risico van de onbevoegde vertegenwoordiging draagt (zie onder meer ECLI:NL:HR:2010:BK7671 en ECLI:NL:HR:2017:142).
4.6.
Naar het oordeel van de kantonrechter heeft Twenty Four weliswaar feiten en omstandigheden gesteld waaruit blijkt dat [naam 1] en [naam 2] hebben gehandeld als ware zij bevoegd om HZ te vertegenwoordigen, maar heeft zij geen feiten en omstandigheden gesteld die HZ betreffen en die rechtvaardigen dat zij in haar verhouding tot Twenty Four het risico van de onbevoegde vertegenwoordiging draagt. Zo blijkt bijvoorbeeld niet dat (de vertegenwoordiger van) HZ op de hoogte was van de werkzaamheden verricht door Twenty Four en dat zij daarmee al dan niet impliciet heeft ingestemd.
4.7.
De kantonrechter wijst de vordering af.
Proceskosten
4.8.
Twenty Four zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de proceskosten. Die proceskosten worden aan de zijde van HZ tot heden begroot op € 150,00.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
wijst de vordering af,
5.2.
veroordeelt Twenty Four tot betaling in de kosten van deze procedure, aan de zijde van HZ tot op heden begroot op € 150,00, ter vermeerderen met de wettelijke rente met ingang van de vijftiende dag na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling.
Dit vonnis is gewezen door mr. K.J.H. Hoofs en in het openbaar uitgesproken.
type: KH