Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord
- de conclusie van repliek
- de conclusie van dupliek
- de beslissing waarbij een mondelinge behandeling is bepaald
- de mondelinge behandeling van 5 juli 2021.
2.De feiten
De afgelopen maanden zijn wij niet meer tevreden over uw service. Wij hebben meerdere e-mails gestuurd, en kregen hierop geen discrete reactie.
- Bestellingen zijn vaak niet in orde. Bijvoorbeeld vorige week 300 servetten besteld en 218 op de pakbon hebben staan, zonder overleg.
- Linnen die geleverd worden, waar spik in zit. U heeft, nadat wij hier contact voor opgenomen hebben, aangegeven dat dit een gekend probleem is. Communiceer dit, zodat wij tot een oplossing kunnen komen. Bijvoorbeeld +/- 10% meer leveren. U maakt uw probleem, ons probleem.
Het linnen is erg verweerd, je kunt erdoorheen kijken. Zelfs gasten geven dit aan.
- Hier heeft U gelijk in, gelukkig hebben we het gisteren met een spoedzending kunnen herstellen
- In een wasserij is een overwas van 5% eigenlijk normaal, als U meer besteld dan grijpt U daar in ieder geval niet mis en linnen dat niet aan jullie verwachting voldoet kan terug gegeven worden met daarop de opmerking “t.a.v. [naam 2] ” zodat dit de volgende keer niet meer bij jullie komt
Ook hiervoor geldt dat dit apart “t.a.v. [naam 2] ” terug kan en dan uit roulatie gehaald wordt.
Via mailcontact komen we er niet uit” en verzoekt een persoonlijke afspraak met [naam 1] als volgt:
conform de overeengekomen voorwaarden, een afrekening” zal sturen en dat ze haar linnengoed zal ophalen op 30 september 2020.
ontvangen vergoeding conform voorwaarden/Uw voortijdige opzegging”.
3.Het geschil
4.De beoordeling
Voor zover een tussentijdse beëindiging van de overeenkomst het gevolg is van omstandigheden die te wijten zijn aan de wederpartij dan wel krachtens wet, rechtshandeling of de in het verkeer geldende opvattingen voor haar rekening komen, is de wederpartij aansprakelijk voor alle schade die Stomerij Wasserij Marnita B. V. dientengevolge lijdt. Voor zover deze schade bestaat uit gederfde winst wordt de schade begroot op 50% van de gemiddelde jaarsom die de wederpartij gedurende resterende contractsperiode verschuldigd zou zijn bij volledige uitvoering van de overeenkomst.”
Omdat tafellakens machinaal gevouwen worden kunnen die er inderdaad doorheen schieten” en het uitblijven van een oplossing (bijvoorbeeld in reactie op de e-mail van 21 september) oordeelt de kantonrechter dat voldoende afgeleid kan worden dat Marnita in de nakoming zou blijven tekortschieten en hiermee het verzuim is ingetreden.
Cliënt niet juridisch geschoold[is]
maar duidelijk was dat hij van de overeenkomst af wilde. Hij wilde ontbinden.” Een ontbindingsberoep behoeft niet steeds met zoveel woorden te worden gedaan, zolang het met het oog op de belangen van de wederpartij voldoende duidelijk wordt gedaan. Dat over de gevolgen wordt gesproken die onmiskenbaar in een ontbindingssituatie passen, kan voldoende zijn. De Hoge Raad overweegt dat (zie: ECLI:NL:HR:2011:BP6997, voorheen LJN BP6997, Hoge Raad, 10/00171) de wetgever aan de buitengerechtelijke ontbindingsverklaring geen verdere eisen heeft willen verbinden dan de schriftelijkheidseis. Uit vaste rechtspraak volgt dat een buitengerechtelijke ontbindingsverklaring schriftelijk gedaan moet worden en dat wanneer een niet juridisch geschoold persoon een ontbindingsverklaring uitbrengt aan de formulering van de verklaring geen hoge eisen worden gesteld. Of een verklaring is aan te merken als een ontbindingsverklaring moet worden beoordeeld aan de hand van het bepaalde in artikelen 3:33 en 3:35 BW. Naar het oordeel van de kantonrechter moet het bericht van De Lindehof aan Marnita van 21 september 2020 worden aangemerkt als een ontbindingsverklaring in de zin van artikel 6:267 BW.
- dagvaarding € 109,65
- griffierecht € 1.013
- salaris gemachtigde