ECLI:NL:RBLIM:2022:10663

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
22 november 2022
Publicatiedatum
17 februari 2023
Zaaknummer
10097956 CV EXPL 22-4343
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Huurachterstand en ontbinding huurovereenkomst met ontruiming

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Limburg op 22 november 2022, is er een geschil ontstaan tussen de eiser, een verhuurder, en de gedaagde, een huurder, over een huurachterstand. De eiser vordert ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning vanwege een betalingsachterstand. Tijdens de mondelinge behandeling zijn partijen tot een overeenkomst gekomen over de huurachterstand, die inclusief incassokosten € 2.005,41 bedraagt. De gedaagde heeft zich verplicht om de huur over de maanden november en december 2022 voor 5 december 2022 te betalen en vanaf 1 januari 2023 maandelijks € 250,00 te betalen gedurende drie maanden. Tevens is afgesproken dat partijen voor 1 april 2023 in overleg gaan over aanvullende afspraken over de aflossing. De kantonrechter heeft de afspraken van partijen bevestigd en de gedaagde veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 866,43. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de gedaagde de woning moet ontruimen indien hij in gebreke blijft met de betalingsverplichtingen. De rechter heeft de gedaagde ook veroordeeld tot betaling van de huurverhoging en de kosten van de procedure.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Roermond
Zaaknummer: 10097956 \ CV EXPL 22-4343
Vonnis van 22 november 2022
in de zaak van
[eiser],
te [plaatsnaam] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiser] ,
gemachtigde: Bazuin & Partners,
tegen
[gedaagde],
te [plaatsnaam] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- het mondelinge antwoord vastgelegd door de griffier met daarin opgenomen de rolbeslissing waarbij een mondelinge behandeling is bepaald
- de mondelinge behandeling van 22 november 2022.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[gedaagde] huurt van [eiser] de woning aan de [adres] in [plaatsnaam] . Er is een betalingsachterstand.

3.Het geschil

3.1.
[eiser] vordert - samengevat - ontbinding van de huurovereenkomst en veroordeling tot ontruiming van het gehuurde en tot betaling van de in de dagvaarding gevorderde bedragen.
3.2.
[gedaagde] voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Op 22 november 2022 heeft de mondelinge behandeling plaatsgevonden. Partijen zijn het daarbij eens geworden over het volgende:
  • de huurachterstand inclusief de verschuldigde incassokosten bedraagt € 2.005,41;
  • voor 5 december 2022 wordt de huur over de maanden november en december 2022 betaald;
  • met ingang van 1 januari 2023 wordt de lopende huur telkens iedere maand betaald;
  • met ingang van 1 januari 2023 wordt € 250,00 per maand betaald gedurende 3 maanden;
  • [gedaagde] verricht alle betalingen rechtstreeks aan [eiser] ;
  • voor 1 april 2023 gaan partijen in overleg over aanvullende afspraken over de aflossing;
  • als aan bovengenoemde afspraken wordt voldaan zal de hierna op te nemen veroordeling tot ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde niet ten uitvoer worden gelegd.
4.2.
De kantonrechter zal overeenkomstig de afspraken van partijen beslissen.
4.3.
[gedaagde] wordt als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de kosten van deze procedure.
4.4.
De kosten aan de zijde van eisende partij worden begroot op:
  • dagvaarding € 127,43
  • griffierecht 365,00
  • salaris gemachtigde
totaal € 866,43
4.5.
De kantonrechter zal dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad verklaren.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
veroordeelt [gedaagde] om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [eiser] te betalen een bedrag van € 2.005,41, vermeerderd met de wettelijke rente over € 1.734,41 vanaf 8 september 2022 tot de dag van volledige betaling,
5.2.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van een bedrag van € 591,79 per maand, te vermeerderen met de (wettelijk) toegestane huurverhoging, vanaf 1 oktober 2022 tot aan de dag van ontruiming,
5.3.
ontbindt de huurovereenkomst tussen partijen met betrekking tot de woning aan de [adres] te [plaatsnaam] en veroordeelt [gedaagde] de woning binnen 14 dagen na betekening van dit vonnis met al de zijnen/haren en het zijne/hare te ontruimen en te verlaten en door overgave van de sleutels ter vrije en algehele beschikking van verhuurder te stellen,
indien en zodra aan de volgende voorwaarde wordt voldaan:
[gedaagde] is in gebreke met de voldoening van de hiervoor onder 4.1. genoemde betalingsverplichting,
5.4.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten aan de zijde van [eiser] gevallen en tot op heden begroot op € 866,43,
5.5.
verklaart de veroordelingen in dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
5.6.
ontzegt het meer of anders gevorderde,
5.7.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.8.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.A.J. van Leeuwen en in het openbaar uitgesproken op 22 november 2022.