ECLI:NL:RBLIM:2022:1912

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
16 maart 2022
Publicatiedatum
14 maart 2022
Zaaknummer
C/03/295562 / HA ZA 21-421
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot verwijdering van onjuiste informatie op website afgewezen; prevalentie van vrije meningsuiting

In deze zaak vorderden eisers, bestaande uit een persoon en een besloten vennootschap, de stichting Verhuurveilig om een artikel van hun website te verwijderen. Dit artikel bevatte beschuldigingen over de verhuurder en zijn bedrijven, die volgens eisers onjuist waren en hun reputatie schaadden. De rechtbank Limburg, zittingsplaats Roermond, behandelde de zaak op 1 februari 2022 en wees op 16 maart 2022 vonnis. De rechtbank oordeelde dat de publicatie van de informatie op de website van Verhuurveilig niet onrechtmatig was. De rechtbank overwoog dat het belang van de vrijheid van meningsuiting zwaarder woog dan het recht van eisers op eerbiediging van hun goede naam. De rechtbank stelde vast dat de informatie op de website betrekking had op een reeks klachten over de verhuurder, die niet voldoende waren weerlegd door eisers. Bovendien was de rechtbank van mening dat in de context van de krappe huurmarkt potentiële huurders geïnformeerd moesten worden over de ervaringen van anderen. De vordering van eisers werd afgewezen, en zij werden veroordeeld in de proceskosten van Verhuurveilig, die op € 1.126,00 werden begroot.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Roermond
zaaknummer / rolnummer: C/03/295562 / HA ZA 21-421
Vonnis van 16 maart 2022
in de zaak van

1.[eiser 1] ,

wonende te [plaats] ,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[eiser 2] B.V.,
gevestigd te [plaats] ,
eisende partij,
dvocaat mr. M.A.M.J. Stücken te Amsterdam,
tegen
de stichting
STICHTING VERHUURVEILIG,
gevestigd te Gennep,
gedaagde partij,
advocaat mr. R.H. Bouwman te Amsterdam.
Partijen zullen hierna [eisers] (mannelijk enkelvoud) en Verhuurveilig genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding met producties
  • de conclusie van antwoord met producties
  • de mondelinge behandeling op 1 februari 2022
  • de ter zitting overgelegde pleitaantekeningen van mr. M.A.M.J. Stücken
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eisers] voert een onderneming die onroerend goed aan- en verkoopt en tevens onroerend goed verhuurt onder de handelsnamen [handelsnaam 1] en [handelsnaam 2] .
2.2.
Verhuurveilig is een stichting die zich bezig houdt met de bestrijding van woonfraude. Op haar website plaats Verhuurveilig naast eigen berichten ook berichten van andere organisaties die zich in de breedste zin des woords bezighouden met wonen en eventuele ongeregeldheden met betrekking tot wonen.
2.3.
Op de website is onder meer de navolgende tekst te lezen:
“Huur je van [eiser 1] ? Regelmatig ontvangen we klachten over verhuurder en woningbemiddelaar [eiser 1] en zijn bedrijven [handelsnaam 3] en [handelsnaam 2] .
Met enige regelmaat zijn er klachten over een kleine verhuurder en woningbemiddelaar [eiser 1] en zijn bedrijven [handelsnaam 3] en [handelsnaam 2] . Vaak horen we dat mensen hun borgsom niet terug krijgen, zonder geldige reden. We hebben al behoorlijk wat huurders geholpen om via een advocaat alsnog hun geld terug te halen. We vermoeden dat er meer huurders zijn die daar hulp bij kunnen gebruiken”.

3.Het geschil

3.1.
[eisers] vordert samengevat - :
Verhuurveilig te veroordelen om binnen twee dagen na betekening van het in deze te wijzen vonnis de in de dagvaarding onder punt 3 vermelde tekst op de website van Verhuurveilig te verwijderen, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 2.500,00 per dag voor iedere dag dat niet voldaan is aan voormeld gebod, met veroordeling van Verhuurveilig in de kosten van deze procedure als ook in de nakosten.
3.2.
[eisers] legt aan zijn vordering onder meer het volgende ten grondslag. [eisers] stelt zich op het standpunt dat Verhuurveilig op haar site onjuiste mededelingen doet over [eisers] en zijn bedrijf, waardoor de reputatie van beiden onnodig beschadigd wordt. [eisers] voert daarbij aan dat hij dergelijke onware mededelingen niet hoeft te accepteren. Daarbij komt dat de klachten waar Verhuurveilig op duidt stamen uit de periode 2014 – 2017. De klachten die door Verhuurveilig worden aangehaald zijn al opgelost of blijken helemaal niet juist te zijn.
3.3.
Verhuurveilig verweert zich tegen de vordering van [eisers] en voert daartegen
– samengevat - het volgende aan. Verhuurveilig plaats op haar website naast eigen berichten ook berichten van andere organisaties. De tekst waartegen [eisers] ageert is afkomstig van de Amsterdamse organisatie !Woon. Op de website van Verhuurveilig wordt de bezoeker van de site enkel en alleen doorgelinkt naar een artikel op de website van !Woon. Verhuurveilig stelt zich ten doel zowel huurders als verhuurders te informeren over wantoestanden op de (overspannen) huurmarkt. Zij meent dat zij een gefundeerd artikel van een collega-organisatie mag doorlinken. Er is geen sprake van onrechtmatig handelen jegens [eisers] .
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De rechtbank – gezien het procesdossier en gehoord partijen ter zitting van
1 februari 2022 – overweegt het volgende.
4.2.
Ter zitting heeft de rechtbank met partijen naar de betreffende website gekeken. De rechtbank is het met [eisers] eens dat bij lezing van het artikel niet kenbaar is dat de gewraakte tekst afkomstig is van !Woon en Verhuurveilig slechts een “doorgeefluik” is. Een bronvermelding ontbreekt en er is evenmin een duidelijk kenbare doorlinkmogelijkheid naar de oorsprong van het artikel. De willekeurige lezer kan niet anders dan aannemen dat deze berichtgeving afkomstig is van Verhuurveilig zelf.
4.3.
De vraag of het “doorlinken” van artikelen op de eigen website anders beoordeeld moet worden dan het zelf opstellen en publiceren ervan kan dus in het midden blijven. Nu niet kenbaar is dat het om een “doorgelinkt” artikel gaat dient naar het oordeel van de rechtbank de vraag of de publicatie al dan niet onrechtmatig is beoordeeld te worden langs dezelfde criteria die zouden gelden als het artikel daadwerkelijk van Verhuurveilig afkomstig was.
4.4.
Het gaat in deze zaak om conflicterende fundamentele rechten. Aan de kant van [eisers] het recht op eerbiediging van de eer en goede naam en aan de kant van Verhuurveilig het recht op vrijheid van meningsuiting.
4.5.
Toewijzing van de vordering van [eisers] zou een beperking inhouden van het in artikel 7 Grondwet en artikel 10 EVRM neergelegde recht op vrijheid van meningsuiting. Beperking van een dergelijk recht is alleen mogelijk als dit bij wet is voorzien en noodzakelijk is als bijvoorbeeld de goede naam en rechten van anderen moeten worden beschermd (artikel 10 EVRM). Van een beperking die bij wet is voorzien is sprake als de uitlatingen onrechtmatig zijn (artikel 6:162 BW).
4.6.
Het toetsingskader waar de rechtbank op moet letten is neergelegd in het arrest van de Hoge Raad van 24 juni 1983 (ECLI:NL:HR:1983:AD2221
Gemeenteraadslid).Hoewel er daarna een groot aantal uitspraken over deze materie zijn verschenen is dit arrest nog steeds actueel. De rechtbank moet bij de afweging welk belang moet prevaleren onder andere letten op:
- de aard van de gepubliceerde verdenkingen en de ernst van de te verwachten gevolgen voor degene op wie de verdenkingen betrekking hebben;
- de ernst – bezien vanuit het algemeen belang – van de misstand welke de publicatie aan de kaak probeert te stellen;
- de mate waarin ten tijde van de publicatie de verdenking steun vond in het toen beschikbare feitenmateriaal;
- de inkleding van de verdenkingen, gezien in verhouding tot de onder a. t/m c. bedoelde factoren;
- de mate van waarschijnlijkheid dat, ook zonder de verweten publicatie via de pers, in het algemeen belang het nagestreefde doel langs andere, voor de wederpartij minder schadelijke wegen met een redelijke kans op spoedig succes bereikt had kunnen worden;
- een mogelijke beperking van het door de perspublicatie te veroorzaken nadeel voor degene die erdoor wordt getroffen, in verband met de kans dat het betreffende stuk, ook zonder de verweten terbeschikkingstelling aan de pers, in de publiciteit zou zijn gekomen.
4.7.
Als onvoldoende weersproken staat vast dat de op de website verspreide informatie ziet op een groot aantal gelijkluidende klachten. De problemen zien op het zonder reden niet terugbetalen van de borg en het bij de huurder in rekening brengen van courtage. [eisers] stelt wel dat een en ander al weer enige tijd geleden heeft gespeeld maar inhoudelijk worden de klachten niet weerlegd. De informatie laat in ieder geval zien dat de problemen met [eisers] meerdere jaren bestrijken en duiden op een bestendige lijn van handelen.
4.8.
De rechtbank acht het van voldoende belang dat in een krappe huurmarkt – waarin de marktmacht van de verhuurder enorm is - potentiële huurders hiervan kennis kunnen dragen zodat zij daarmee rekening kunnen houden. Publicaties als de onderhavige op een site die wordt geraadpleegd door huurders en verhuurders acht de rechtbank een geschikt middel, omdat het zich richt tot een specifieke doelgroep en daarmee is het middel ook proportioneel.
4.9.
De rechtbank heeft daarbij tevens gekeken naar de gehanteerde bewoordingen, die eveneens passend worden geacht. Bovendien maakt het op deze wijze presenteren van de klachten duidelijk dat het om een bestendige lijn gaat. De handelwijze kan daarmee niet meer worden afgedaan als een incident.
4.10.
Tenslotte is de rechtbank van oordeel dat van de publicatie wel een waarschuwing naar potentiële huurders uitgaat maar dat [eisers] daar geen wezenlijke commerciële schade van zal ondervinden. Daarvoor is de krapte op de huurmarkt eenvoudigweg te groot. Voor zover er sprake mocht zijn van aantasting van de naam acht de rechtbank dat belang, gelet op de gerechtvaardigde belangen bij publicatie, van ondergeschikte betekenis.
4.11.
Dit alles maakt dat het belang van een vrije meningsuiting dient te prevaleren boven het recht op eerbiediging van de goede naam.
4.12.
Nu er geen sprake is van onrechtmatig handelen aan de kant van Verhuurveilig zal de rechtbank de vorderingen van [eisers] afwijzen.
4.13.
[eisers] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Verhuurveilig worden begroot op een bedrag van
€ 1.126,00 (2 x tarief € 563,00).

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
wijst de vorderingen af,
5.2.
veroordeelt [eisers] in de proceskosten, aan de zijde van Verhuurveilig gevallen en tot op heden begroot op € 1.126,00,
5.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.A.J. van Leeuwen en in het openbaar uitgesproken op 16 maart 2022.
typ: ph
coll: