In deze zaak vorderde de stichting Leger des Heils in kort geding de ontruiming van een door haar aan gedaagde verhuurde woning vanwege aanhoudende overlast. De woning was verhuurd aan [onderbewindgestelde] in het kader van een zorg- en dienstverleningsovereenkomst. De kantonrechter oordeelde dat de belangenafweging in het voordeel van Leger des Heils viel, gezien de huurachterstand van € 1.843,10 en de overlast die door [onderbewindgestelde] werd veroorzaakt. De kantonrechter stelde vast dat de zorg- en dienstverleningsovereenkomst en de huurovereenkomst onlosmakelijk met elkaar verbonden waren. De beëindiging van de zorgovereenkomst leidde automatisch tot het einde van de huurrelatie. De kantonrechter concludeerde dat [onderbewindgestelde] zonder recht of titel in de woning verbleef en dat de ontruiming moest worden toegewezen. De ontruimingstermijn werd vastgesteld op veertien dagen na betekening van het vonnis. Tevens werd [bewindvoerder] veroordeeld tot betaling van de huurachterstand en de proceskosten.