3.3Het oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen:
[aangever] heeft als directeur en enig aandeelhouder van [naam bedrijf] , gevestigd in Sint Odiliënberg (gemeente Roerdalen), aangiftegedaan waarin hij – zakelijk weergegeven – heeft verklaard dat het bedrijf bestaat uit zeven medewerkers, waaronder de medeverdachte [medeverdachte] en verdachte . Aangever is vanaf oktober 2017 met een burn out thuis komen te zitten en heeft toen besloten om [medeverdachte] en [verdachte] de complete financiële administratie van [naam bedrijf] te laten doen. Daarbij zouden zij aangever en zijn vrienden [getuige 1] en [getuige 2] vooraf om toestemming vragen als zij financiële uitgaven zouden doen vanuit onder andere de bankrekeningnummers [rekeningnummer 1] en [rekeningnummer 2] alle op naam van [naam bedrijf] Vanaf 8 januari 2019 was aangever weer fulltime aanwezig op kantoor en in de periode daarna ontdekte hij dubieuze transacties op de bankafschriften van de rekeningen van het bedrijf.
[medeverdachte] is binnen [naam bedrijf] werkzaam als relatie manager binnendienst en vanaf in oktober 2015 was zij tevens belast met de financiële administratie binnen het bedrijf. [verdachte] was bij [naam bedrijf] werkzaam als financieel adviseur buitendienst.
De getuigen [getuige 1]en [getuige 2]hebben verklaard dat er sprake was van een afspraak met de verdachte dat hij uitgaven mocht doen voor een bedrag tot2.500 euro, zodat hij niet telkens toestemming aan hen hoefde te vragen voor uitgaven onder dat bedrag. Dit mandaat had uitsluitend betrekking op zakelijke uitgaven.
Er is onderzoek gedaan naar de bankgegevens van zowel [naam bedrijf] . Daarbij is het volgende gebleken:
Boekingen betreffende vakanties
Op 24 mei 2018 werd een bedrag van 671,25 euro vanaf de zakelijke bankrekening [rekeningnummer 1] van [naam bedrijf] overgeschreven naar een rekening op naam van Travix Nederland B.V. Tevens werd diezelfde dag nog een bedrag van 347,01 euro overgeschreven naar Expedia.Blijkens de onderliggende boekingsbescheiden van Travix was voor 29 juni 2018 een vlucht geboekt van Eindhoven naar Valencia en voor 2 juli 2018 een terugvlucht, telkens voor drie personen. De boeking is gedaan op naam van de verdachte en de deelnemers betroffen de verdachte en zijn twee broers.
Op 28 mei 2018 werd een bedrag van 2.216,80 euro vanaf de zakelijke bankrekening [rekeningnummer 1] van [naam bedrijf] overgeschreven naar een rekening op naam van Prijsvrij.nl B.V.Blijkens de bij Prijsvrij opgevraagde informatie heeft deze boeking betrekking op een all-inclusive pakketreis op naam van de verdachte en medeverdachte [medeverdachte] in de periode van 29 juli 2018 tot en met 5 augustus 2018 bij het Sheraton Road hotel in Hurghada, Egypte. Tevens werd er voor bedoelde periode een parkeerplaats geboekt bij de luchthaven in Düsseldorf voor een auto die (zakelijk) in gebruik is bij verdachte.
Op 29 mei 2018 werd een bedrag van 446,15 euro vanaf de zakelijke bankrekening [rekeningnummer 1] van [naam bedrijf] overgeschreven naar een rekening op naam van Roompot Recreatie Beheer B.V.Blijkens de reserveringsinformatie heeft deze boeking betrekking op een verblijf van 3 personen in de periode van 6 juli 2018 tot en met 13 juli 2018 bij Vakantiepark Hunzedal in Borger. De boeking is gedaan op naam van de verdachte.
Aankoop juwelier
Op 15 september 2018 werd van de zakelijke bankrekening [rekeningnummer 2] van [naam bedrijf] BV een bedrag van 267 euro overgemaakt naar een bankrekening van [naam] Juweliers te Beek, die is betaald via de betaalautomaat met bankpas 054.Uit de door de juwelier verstrekte gegevens bleek dat er op 15 september 2018 door/ op naam van de verdachte een ring, een hanger en oorstekers zijn gekocht bij [naam] Juweliers.
Holland Casino
Tevens blijkt uit de bankafschriften dat er van de [rekeningnummer 2] van [naam bedrijf] een aantal betalingen en contante opnames met pasnummer 54 heeft plaatsgevonden bij Holland Casino in Valkenburg (NSC Valkenburg), te weten:
- 20.45 uur een bedrag van 9,50 euro;
- 21.52 uur een bedrag van 10 euro;
- 22.21 uur een bedrag van 250 euro;
- 22.24 uur een bedrag van 9,50 euro.
- 20.13 uur een bedrag van 20 euro;
- 20.16 uur een bedrag van 200 euro;
- 21.32 uur een bedrag van 42,50 euro;
- 21.44 uur een bedrag van 9,50 euro;
- 23.42 uur een bedrag van 6,40 euro.
- 19.09 uur een bedrag van 47,60 euro;
- 19.09 uur een bedrag van 300 euro.
In een aanvullend verhoorheeft aangever verklaard dat hij op geen enkel moment enige toezegging heeft gedaan aan de verdachte met betrekking tot vakanties. Geen enkel personeelslid heeft van aangever een vakantie gekregen, een toezegging daarvoor gehad of een budget daarvoor gekregen. Aangever heeft ook geen wetenschap van personeelsuitjes naar Holland Casino en zou daar nooit toestemming voor geven.
Verklaring verdachte
De verdachte heeft ter terechtzitting van 18 mei 2022 erkend dat hij de aankoop bij [naam] Juweliers heeft betaald met de bankpas van het [naam bedrijf] . Het betrof een cadeau voor medeverdachte [medeverdachte] . Hij heeft deze uitgave niet terugbetaald. Voorts heeft hij verklaard dat hij de boekingen voor de vakanties bij Roompot, naar Egypte en Valencia heeft gedaan en betaald van de zakelijke rekeningen van [naam bedrijf] . Met betrekking tot de uitgaven bij Holland Casino kan de verdachte zich herinneren dat hij daar enkele keren met de medeverdachte is geweest en dat zij samen geld uit hebben gegeven van de zakelijke rekening van [naam bedrijf] . De verdachte heeft zelf ook gepind met de bankpas van het bedrijf.
Overwegingen van de rechtbank
Verduistering (feit 1)
Op basis van bovenstaande bewijsmiddelen acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte in zijn functie van financieel adviseur buitendienst een bedrag van in totaal 3.948,21 euro heeft verduisterd, betreffende de betaling bij [naam] Juweliers en de vakanties naar Valencia (Tavix en Expedia), Egypte (Prijsvrij) en Borger (Roompot) die op zijn naam zijn geboekt.
De verdachte heeft erkend dat de betaling bij de juwelier een privéaankoop betrof en hij deze niet heeft terugbetaald. Voor de betalingen betreffende de boekingen voor de vakanties verklaart hij wel toestemming te hebben gekregen van aangever als tegemoetkoming voor de extra werkzaamheden. De rechtbank acht deze verklaring echter niet aannemelijk, nu het dossier daarvoor op geen enkele ondersteuning biedt. Integendeel, aangever uitdrukkelijk verklaard dat hij nooit toestemming heeft gegeven voor vakanties op kosten van het bedrijf en ook de getuigen [getuige 1] en [getuige 2] hebben verklaard dat dergelijke uitgaven niet onder het aan de verdachte gegeven mandaat vielen.
Anders dan de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat met betrekking tot het bedrag van 3.948,21 euro niet is komen vast te staan dat de verdachte deze overboekingen in nauwe en bewuste samenwerking met de medeverdachte heeft gedaan. Er is, gelet op de verklaringen van de verdachte en de medeverdachte, geen sprake van een gezamenlijke uitvoering dan wel van een bijdragen van de medeverdachte welke van voldoende gewicht is om te komen tot medeplegen. De rechtbank acht voor het verduisteren van voornoemd bedrag het medeplegen dan ook niet bewezen.
Dat is anders voor de uitgaven die de verdachte en de medeverdachte bij Holland Casino hebben gedaan voor een totaalbedrag van 905 euro. De verdachte heeft immers verklaard dat hij de betreffende avonden samen met de medeverachte bij Holland Casino heeft doorgebracht waarbij beiden gepind hebben met de pinpas van de zakelijke rekening van [naam bedrijf] . Met betrekking tot dit bedrag is er dan ook sprake van een nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en de medeverdachte die in de kern bestaat uit een gezamenlijke uitvoering. Daarmee acht de rechtbank het medeplegen van het medeplegen van de verduistering van een geldbedrag van 903 euro bewezen.
Voor de overige door de officier van justitie aan het tenlastegelegde bedrag ten grondslag gelegde overboekingen is naar oordeel van de rechtbank niet komen vast te staan dat deze door de verdachte al dan niet in nauwe en bewuste samenwerking met de medeverdachte zijn uitgevoerd. Niet blijkt dat de verdachte wetenschap had van de door de medeverdachte uitgevoerde overboekingen vanaf de zakelijke rekening van [naam bedrijf] . Voorts betreft de aankoop bij de Mediamarkt naar oordeel van de rechtbank een zakelijke uitgave (aankoop van twee mobiele telefoons), die onder het gegeven mandaat vallen en tot de reguliere bedrijfsvoering worden gerekend. Bij uitdiensttreding heeft verdachte deze telefoon ingeleverd.
Witwassen (feit 2)
De verdachte wordt tevens verweten dat hij een deel van het verduisterde geldbedrag van in totaal 4.709,88 euro samen met de medeverdachte heeft witgewassen. De officier van justitie heeft hieraan een aantal specifieke overboekingen ten grondslag gelegd, zoals weergegeven onder 3.1. De rechtbank heeft slechts een deel van deze posten bewezenverklaard als verduisterd geld. De verdachte heeft erkend dat hij een aantal van deze overboekingen heeft gedaan, te weten:
- overboekingen voor de vakanties naar Valencia (Travix) van 671,25 euro en Egypte (Prijsvrij) van 2.216,80 euro, die hij rechtstreeks vanaf de zakelijke rekening van [naam bedrijf] heeft betaald;
- de aankoop van sieraden bij [naam] Juweliers, welke sieraden hij cadeau heeft gedaan aan medeverdachte [verdachte] .
Gelet op vorenstaande acht de rechtbank bewezen dat de verdachte een totaalbedrag van 3.155,05 euro heeft verworven, gebruik gemaakt, overgedragen en/of omgezet, terwijl hij wist dat dit geldbedrag onmiddellijk afkomstig van een misdrijf. Daarbij is de rechtbank van oordeel dat niet is komen vast te staan dat de verdachte deze bedragen in nauwe en bewuste samenwerking met de medeverdachte heeft witgewassen. De rechtbank acht het medeplegen dan ook niet bewezen.
Voor de overige door de officier van justitie aan het tenlastegelegde bedrag ten grondslag gelegde bedragen is naar oordeel van de rechtbank niet komen vast te staan dat deze door de verdachte al dan niet in nauwe en bewuste samenwerking met de medeverdachte zijn witgewassen.
Uit eigen misdrijf
Met betrekking tot het als feit 2 tenlastegelegde witwassen overweegt de rechtbank met betrekking tot de bewezenverklaarde geboekte vakanties het volgende.
Verdachte heeft de desbetreffende bedragen verduisterd door deze rechtstreeks over te maken van de rekening van [naam bedrijf] naar de vakantieaanbieder.
Wil er sprake zijn van witwassen moet blijken dat er naast het bewezenverklaarde verwerven of voorhanden hebben ook sprake is geweest van een gedraging van de verdachte die gericht is geweest op het daadwerkelijk verbergen of verhullen van de criminele herkomst van het voorwerp. (HR 21 april 2015, ECLI:NL:HR:2015:1090). Dit geldt in beginsel niet indien bewezen is verklaard dat het voorwerp is overgedragen, omgezet of van het voorwerp gebruik is gemaakt. (vgl. HR 7 oktober 2014, ECLI:NL:HR:2014:2913 en HR 2 maart 2021, ECLI:NL:HR:2021:321). Dit is anders indien dat overdragen, omzetten of gebruikmaken van door eigen misdrijf verkregen voorwerpen plaatsvindt onder omstandigheden die niet wezenlijk verschillen van gevallen waarin een verdachte die een bepaald misdrijf heeft begaan en die daarmee de door dat misdrijf verkregen voorwerpen verwerft of voorhanden heeft, zich automatisch ook schuldig zou maken aan het witwassen van die voorwerpen (bijvoorbeeld indien het omzetten van door eigen misdrijf verkregen voorwerpen bestaat uit het storten van contante geldbedragen op een eigen bankrekening). Naar het oordeel van de rechtbank doet deze situatie zich ook voor met betrekking tot de bedragen betaald aan Prijsvrij en Travix (met een totaalbedrag 2.888,05 euro). Van verhullingshandelingen is geen sprake. Voorts zou verdachte zich door de wijze van verduistering ook automatisch schuldig maken aan witwassen, hetgeen volgens vaste jurisprudentie van de Hoge Raad niet de bedoeling is. Gelet hierop kan dit deel van de overboekingen niet bewezen worden verklaard. De verdachte dient van dit deel van de tenlastelegging onder 2. te worden vrij gesproken.
Voortgezette handeling
Anders dan de officier van justitie oordeelt de rechtbank dat het handelen van verdachte ten aanzien van feit 1 en 2, daar waar het betreft de aankoop bij [naam] juweliers, niet moet worden beschouwd als een voortgezette handeling. Het gaat volgens de rechtbank bij genoemde feiten weliswaar om gedragingen waarbij sprake is van opeenvolging in de tijd, maar bij beide bewezen verklaarde gedragingen is geen sprake van (in wezen) één verwijt, noch van elkaar in de tijd opvolgende gedragingen (ook met betrekking tot het 'wilsbesluit') die zo nauw met elkaar samenhangen dat de verdachte daarvan (in wezen) één verwijt wordt gemaakt. Verdachte heeft er niet alleen voor gekozen om het geldbedrag voor de aankoop van de sieraden uit de beschikkingsmacht van de rechthebbende te onttrekken door er over te gaan beschikken. Hij heeft er vervolgens voor gekozen om deze over te dragen aan de medeverdachte. Daarbij komt dat de beide strafbepalingen verduistering en witwassen niet dezelfde strekking hebben en een ander rechtsbelang beschermen De rechtbank is van oordeel dat deze gedragingen dienen te worden aangemerkt als twee verschillende verwijten en dat in casu dus sprake is van meerdaadse samenloop.