Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord
- de conclusie van repliek
- de conclusie van dupliek.
2.De feiten
3.Het geschil
- gedaagde partij te veroordelen tot afgifte van de auto op straffe van een dwangsom;
- gedaagde partij te veroordelen tot betalen van een bedrag van € 901,25 indien eisende partij tot inname van de auto moet overgaan;
afgifte van de auto op straffe van een dwangsom;
4.De beoordeling
- dagvaarding € 110,39
- griffierecht 1.384,00
- salaris gemachtigde
5.De beslissing
- tot afgifte van voornoemde auto aan eisende partij, dan wel een door haar aan te wijzen derde, binnen 72 uur na betekening van dit vonnis, zulks op straffe van een dwangsom van € 400,00 per dag dat hij met afgifte in gebreke blijft, zulks tot een maximum van € 12.500,00,
- tot betaling tegen behoorlijk bewijs van kwijting van een bedrag van € 15.105,63, vermeerderd met de contractuele rente (zijnde 1,5% per maand), over € 15.029,10 vanaf 27 januari 2022 tot aan de dag van betaling, met dien verstande dat indien de auto wordt ingeleverd en verkocht door eisende partij, dit bedrag in mindering wordt gebracht op de openstaande vordering,
- tot betaling tegen behoorlijk bewijs van kwijting van de buitengerechtelijke kosten ad € 1.502,91, te vermeerderen met de wettelijke rente indien dit bedrag na betekening niet binnen de deurwaarder gestelde termijn plaatsvindt, nu eisende partij deze kosten verschuldigd is aan VD&P,
- tot betaling tegen behoorlijk bewijs van kwijting van een bedrag van € 901,25 indien eisende partij tot inname van de auto moet overgaan,
- tot betaling tegen behoorlijk bewijs van kwijting van een bedrag van € 211,75 indien eisende partij tot aangifte bij de politie moet overgaan,