ECLI:NL:RBLIM:2022:5311

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
13 juli 2022
Publicatiedatum
12 juli 2022
Zaaknummer
9783967 cv expl 22-1490
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing vordering in huurkoopzaak met onduidelijk verweer van gedaagde

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 13 juli 2022 uitspraak gedaan in een huurkoopzaak tussen HILTERMANN LEASE B.V. en KIMPA V B.V. HILTERMANN LEASE B.V. vorderde de ontbinding van een huurkoopovereenkomst en de afgifte van een Volkswagen Golf, nadat KIMPA V B.V. in betalingsachterstand was geraakt. De partijen hadden op 24 augustus 2021 een huurkoopovereenkomst gesloten, waarbij de totale leaseprijs € 14.847,60 bedroeg. KIMPA V B.V. had de auto niet ingeleverd en er was een achterstand in de betaling van de leasetermijnen ontstaan. HILTERMANN LEASE B.V. ontbond de overeenkomst per 30 december 2021 en vorderde betaling van een bedrag van € 16.608,54.

De kantonrechter oordeelde dat het verweer van KIMPA V B.V. onduidelijk en onsamenhangend was, waardoor het niet kon worden gehonoreerd. De kantonrechter wees de vorderingen van HILTERMANN LEASE B.V. toe, inclusief de afgifte van de auto en betaling van de openstaande bedragen. De rechter verklaarde de huurovereenkomst ontbonden en legde KIMPA V B.V. een dwangsom op voor het niet afgeven van de auto. Tevens werd KIMPA V B.V. veroordeeld in de proceskosten, die op € 2.240,39 werden begroot. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Roermond
Zaaknummer: 9783967 \ CV EXPL 22-1490
Vonnis van de kantonrechter van 13 juli 2022
in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid HILTERMANN LEASE B.V.,
gevestigd te Hoofddorp,
eisende partij,
gemachtigde mr. J. Jonk,
tegen:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid KIMPA V B.V.,
gevestigd te Kerkrade,
gedaagde partij.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding
  • de conclusie van antwoord
  • de conclusie van repliek
  • de conclusie van dupliek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Partijen hebben op 24 augustus 2021 een huurkoopovereenkomst (financiële leaseovereenkomst) gesloten ter zake een bedrijfsauto, merk Volkswagen, type Golf met kenteken [kenteken] . De looptijd van de overeenkomst was 60 maanden.
2.2.
De totale leaseprijs was € 14.847,60 (inclusief de leasevergoeding van € 2.347,60 en rekening houdend met de aanbetaling van € 1.400,00). De maandelijkse leasetermijn bedroeg € 247,46 en moest bij vooruitbetaling voldaan worden vóór of op de eerste werkdag van iedere kalendermaand. De eerste termijn is daarbij vermeerderd met € 150,00 aan administratiekosten.
2.3.
Op de overeenkomst zijn de algemene voorwaarden van eisende partij van toepassing.
2.4.
Er is een achterstand in de betaling van de leasetermijnen ontstaan. Tot en met 30 december 2021 bedraagt de achterstand € 1.418,80.
2.5.
Eisende partij heeft de overeenkomst per 30 december 2021, althans per 20 januari 2022, ontbonden. Bij brief van 20 januari 2022 is aanspraak gemaakt op betaling van een bedrag van € 16.608,54.
2.6.
Gedaagde partij heeft de auto niet ingeleverd.

3.Het geschil

3.1.
Eisende partij vordert - samengevat –
Bij wege van voorlopige voorziening:
  • gedaagde partij te veroordelen tot afgifte van de auto op straffe van een dwangsom;
  • gedaagde partij te veroordelen tot betalen van een bedrag van € 901,25 indien eisende partij tot inname van de auto moet overgaan;
In de hoofdzaak:
te verklaren voor recht dat de huurkoopovereenkomst met betrekking tot de Volkswagen Golf met kenteken [kenteken] is ontbonden;
veroordeling van gedaagde tot:
afgifte van de auto op straffe van een dwangsom;
betaling van € 15.105,63 aan hoofdsom en rente, te vermeerderen met de contractuele rente;
betaling van € 1.502,91 aan incassokosten, te vermeerderen met wettelijke rente;
betaling van de proceskosten;
betaling van een bedrag van € 901,25 indien eisende partij tot inname van de auto moet overgaan;
betaling van een bedrag van € 211,75 indien eisende partij moet overgaan tot aangifte bij de politie;
betaling van de nakosten.
3.2.
Gedaagde partij voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Het verweer in deze procedure is gevoerd door [aandeelhouder gedaagde] . Eisende partij voert hiertegen aan dat gedaagde partij een besloten vennootschap is en dat [aandeelhouder gedaagde] niet gedagvaard is en geen partij is. Nu de besloten vennootschap geen verweer voert, kunnen de vorderingen worden toegewezen, aldus eisende partij.
4.2.
De kantonrechter gaat ervan uit, en dit kan ook met zoveel woorden uit het verweer van gedaagde partij worden afgeleid, dat [aandeelhouder gedaagde] als aandeelhouder van de besloten vennootschap het verweer namens die besloten vennoot heeft gevoerd en niet op persoonlijke titel.
4.3.
Eisende partij heeft een voorlopige voorziening gevorderd. Nu in deze procedure over de hoofdzaak wordt geslist, ontvalt het belang bij het treffen van een voorlopige voorziening. Deze wordt daarom afgewezen.
4.4.
Eisende partij vordert hetgeen hiervoor in rechtsoverweging 3.1 is omschreven. In de conclusie van repliek heeft eisende partij uitvoerig beschreven hoe de overeenkomst tot stand is gekomen. Zo stelt eisende partij dat gedaagde partij bij Dahab Auto BV een auto heeft uitgezocht. Omdat gedaagde partij de volledige koopprijs niet kon betalen, is er een financiering aangevraagd bij eisende partij. Hiervoor heeft gedaagde partij een aantal stukken, waaronder een uitdraai KvK, de cijfers, een kopie van het ID-bewijs van de aandeelhouder en een kopie van de bankpas overgelegd. Na ontvangst van de stukken is de overeenkomst opgesteld en na digitale ondertekening door gedaagde partij is de auto afgeleverd aan gedaagde partij. Voor het digitaal ondertekenen is gebruik gemaakt van iDiN.
4.5.
Op basis van voornoemde stellingen en overgelegde stukken is de kantonrechter van oordeel dat eisende partij de gestelde overeenkomst in voldoende mate heeft aangetoond. Het is vervolgens aan gedaagde partij om daartegen onderbouwd verweer te voeren. Dit heeft gedaagde partij niet gedaan. Het verweer dat gedaagde partij heeft gevoerd in de conclusie van antwoord en dupliek is onduidelijk en onsamenhangend. Voor zover uit het verweer moet worden begrepen dat gedaagde partij geen lening is aangegaan, althans dat gedaagde partij dit niet zo begrepen had, verwijst de kantonrechter naar de bij de dagvaarding overgelegde financiële leaseovereenkomst. Hieruit blijkt overduidelijk dat de koopprijs van de auto in 60 maandelijkse termijnen moest worden voldaan. Voor het geval gedaagde partij doelt op dwaling dan is de kantonrechter van oordeel dat gedaagde partij onvoldoende heeft gesteld op grond waarvan geoordeeld zou kunnen worden dat zij gedwaald heeft bij de totstandkoming van de overeenkomst.
4.6.
Gelet op het voorgaande verwerpt de kantonrechter het verweer van gedaagde partij. Dit houdt in dat de vordering van eisende partij wordt toegewezen.
4.7.
De kantonrechter ziet geen aanleiding gedaagde partij toe te laten tot nadere bewijslevering.
4.8.
Gedaagde partij wordt als de (grotendeels) in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de kosten van deze procedure. De kosten aan de zijde van eisende partij worden begroot op:
  • dagvaarding € 110,39
  • griffierecht 1.384,00
  • salaris gemachtigde
totaal € 2.240,39
De gevorderde nakosten worden, met inachtneming van de richtlijnen van het LOVCK, toegewezen op de hierna in het dictum te vermelden wijze.
4.9.
De kantonrechter zal dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad verklaren.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
verklaart voor recht dat de huurovereenkomst met betrekking tot de Volkswagen Golf met kenteken [kenteken] is ontbonden,
5.2.
veroordeelt gedaagde partij:
  • tot afgifte van voornoemde auto aan eisende partij, dan wel een door haar aan te wijzen derde, binnen 72 uur na betekening van dit vonnis, zulks op straffe van een dwangsom van € 400,00 per dag dat hij met afgifte in gebreke blijft, zulks tot een maximum van € 12.500,00,
  • tot betaling tegen behoorlijk bewijs van kwijting van een bedrag van € 15.105,63, vermeerderd met de contractuele rente (zijnde 1,5% per maand), over € 15.029,10 vanaf 27 januari 2022 tot aan de dag van betaling, met dien verstande dat indien de auto wordt ingeleverd en verkocht door eisende partij, dit bedrag in mindering wordt gebracht op de openstaande vordering,
  • tot betaling tegen behoorlijk bewijs van kwijting van de buitengerechtelijke kosten ad € 1.502,91, te vermeerderen met de wettelijke rente indien dit bedrag na betekening niet binnen de deurwaarder gestelde termijn plaatsvindt, nu eisende partij deze kosten verschuldigd is aan VD&P,
  • tot betaling tegen behoorlijk bewijs van kwijting van een bedrag van € 901,25 indien eisende partij tot inname van de auto moet overgaan,
  • tot betaling tegen behoorlijk bewijs van kwijting van een bedrag van € 211,75 indien eisende partij tot aangifte bij de politie moet overgaan,
5.3.
veroordeelt gedaagde partij in de proceskosten aan de zijde van eisende partij gevallen en tot op heden begroot op € 2.240,39, te vermeerderen met de wettelijke rente indien betaling niet na de door de deurwaarder te vermelden termijn plaatsvindt tot aan de dag van betaling,
5.4.
veroordeelt gedaagde partij onder de voorwaarde dat deze niet binnen twee weken na aanschrijving door eisende partij volledig aan dit vonnis voldoet, in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op:
- € 124,00 aan salaris gemachtigde,
- te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van het vonnis,
5.5.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.A.J. van Leeuwen en in het openbaar uitgesproken.
type: PLG
coll: