Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
2.De feiten
3.De beoordeling
- dagvaarding € 129,74
- griffierecht € 514,00
- salaris gemachtigde €
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 18 mei 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen de stichting STICHTING ZOWONEN, gevestigd te Sittard, en een gedaagde partij die in persoon procedeerde. De eiseres vorderde ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning, alsook betaling van achterstallige huur. De gedaagde partij huurde de woning voor een huurprijs van € 573,77, maar had een huurachterstand opgebouwd van meer dan € 6.000,00 ten tijde van de mondelinge behandeling op 3 mei 2022. Tijdens deze behandeling deed de gedaagde een betalingsvoorstel en gaf aan de intentie te hebben om de achterstand te betalen, maar de kantonrechter constateerde dat de huurachterstand niet werd betwist.
De kantonrechter oordeelde dat de ontstane huurachterstand de gevorderde ontbinding van de huurovereenkomst en de ontruiming van het gehuurde rechtvaardigde. De rechter heeft de ontruimingstermijn vastgesteld op 30 dagen na betekening van het vonnis. Tevens werd de gedaagde partij veroordeeld om de achterstallige huur van € 5.048,39 te betalen, evenals de huurprijs voor elke maand dat de gedaagde in het gehuurde verbleef na de ontbinding. De kosten van de procedure aan de zijde van de eiseres werden begroot op € 1.265,74, en de gedaagde partij werd veroordeeld in deze kosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.
De uitspraak benadrukt de verplichtingen van huurders om hun betalingsverplichtingen na te komen en de gevolgen van het niet voldoen aan deze verplichtingen, waaronder ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming.