ECLI:NL:RBLIM:2022:6154

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
18 mei 2022
Publicatiedatum
11 augustus 2022
Zaaknummer
9646068 CV EXPL 22-258
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot ontbinding en ontruiming van huurwoning met betaling van achterstallige huur

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 18 mei 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen de stichting STICHTING ZOWONEN, gevestigd te Sittard, en een gedaagde partij die in persoon procedeerde. De eiseres vorderde ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning, alsook betaling van achterstallige huur. De gedaagde partij huurde de woning voor een huurprijs van € 573,77, maar had een huurachterstand opgebouwd van meer dan € 6.000,00 ten tijde van de mondelinge behandeling op 3 mei 2022. Tijdens deze behandeling deed de gedaagde een betalingsvoorstel en gaf aan de intentie te hebben om de achterstand te betalen, maar de kantonrechter constateerde dat de huurachterstand niet werd betwist.

De kantonrechter oordeelde dat de ontstane huurachterstand de gevorderde ontbinding van de huurovereenkomst en de ontruiming van het gehuurde rechtvaardigde. De rechter heeft de ontruimingstermijn vastgesteld op 30 dagen na betekening van het vonnis. Tevens werd de gedaagde partij veroordeeld om de achterstallige huur van € 5.048,39 te betalen, evenals de huurprijs voor elke maand dat de gedaagde in het gehuurde verbleef na de ontbinding. De kosten van de procedure aan de zijde van de eiseres werden begroot op € 1.265,74, en de gedaagde partij werd veroordeeld in deze kosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

De uitspraak benadrukt de verplichtingen van huurders om hun betalingsverplichtingen na te komen en de gevolgen van het niet voldoen aan deze verplichtingen, waaronder ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Roermond
Zaaknummer: 9646068 \ CV EXPL 22-258
Vonnis van de kantonrechter van 18 mei 2022
in de zaak van:
de stichting STICHTING ZOWONEN,
gevestigd te Sittard, gemeente Sittard-Geleen,
eisende partij,
gemachtigde Vaessen Gerechtsdeurwaarders B.V.,
tegen:
[gedaagde],
wonend [adres] ,
[postcode] [plaats] ,
gedaagde partij,
procederende in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- het antwoord van gedaagde partij
- de beslissing waarbij een mondeling behandeling is bepaald
- de mondelinge behandeling op 3 mei 2022.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Gedaagde partij huurt van eisende partij de woning aan de [adres] , tegen een huurprijs van momenteel € 573,77.
2.2.
Er is een huurachterstand. Tot en met januari 2022 bedraagt de huurachterstand € 5.048,39. Ten tijde van de mondeling behandeling is de achterstand opgelopen naar een bedrag van meer dan € 6.000,00.

3.De beoordeling

3.1.
Op 3 mei 2022 heeft de mondelinge behandeling plaatsgevonden. Gedaagde partij heeft een betalingsvoorstel gedaan en heeft aangegeven de intentie te hebben de gehele achterstand te willen betalen.
3.2.
De kantonrechter constateert dat gedaagde partij de gestelde huurachterstand niet betwist. De reeds ontstane achterstand in de betalingsverplichtingen – die tussen de datum van dagvaarden en de mondelinge behandeling is opgelopen– rechtvaardigt de gevorderde ontbinding van de huurovereenkomst en de ontruiming van het gehuurde. Dit betekent dat ontbindings- en ontruimingsvorderingen zullen worden toegewezen, evenals de huurachterstand ad € 5.048,39 tot en met 1 januari 2022 en de hierna nog verschuldigde huurpenningen tot de datum van ontruiming (tot de datum van ontbinding op grond van de huurovereenkomst en daarna op grond van artikel 7:225 BW). De ontruimingstermijn wordt op 30 dagen na betekening van het vonnis gesteld.
3.3.
Op de zitting heeft eisende partij aangegeven het vonnis niet ten uitvoer te leggen zolang de lopende huur en een extra aflossing wordt betaald. De kantonrechter gaat ervan uit dat eisende partij deze toezegging gestand doet.
3.4.
Gedaagde partij wordt tot slot als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de kosten van deze procedure. De kosten aan de zijde van eisende partij worden begroot op:
  • dagvaarding € 129,74
  • griffierecht € 514,00
  • salaris gemachtigde €
totaal € 1.265,74

4.De beslissing

De kantonrechter
4.1.
ontbindt de bestaande huurovereenkomst met betrekking tot het gehuurde, staande en gelegen te [postcode] [plaats] aan de [adres] ,
4.2.
veroordeelt gedaagde partij, om binnen 30 dagen na betekening van dit vonnis het gehuurde met personen en zaken te ontruimen en met afgifte van de sleutels ter vrije beschikking van eisende partij te stellen,
4.3.
veroordeelt gedaagde partij voorts om aan eisende partij tegen behoorlijk bewijs van kwijting te voldoen de somma van € 5.048,39,
4.4.
veroordeelt gedaagde partij om aan eisende partij te betalen een vergoeding gelijk aan de huurprijs van € 573,77 of zoveel hoger als bij een wettelijke huurverhoging zal zijn toegelaten, voor elke ingegane maand met ingang van februari 2022 tot en met de maand waarin gedaagde partij het gehuurde heeft ontruimd, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de eerste dag van de desbetreffende huurperiode tot de dag van algehele voldoening,
4.5.
veroordeelt gedaagde partij voorts in de kosten van de procedure aan de zijde van eisende partij gevallen en aan die zijde tot op heden begroot op een bedrag van € 1.265,74,
4.6.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
4.7.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.A.J. van Leeuwen en in het openbaar uitgesproken.
type: PLG
coll: