In deze zaak vordert de eiser, die eerder huurder was van een woning, betaling van overnamekosten door de gedaagde, die de woning van de eiser heeft overgenomen. De gedaagde heeft een aantal zaken van de eiser overgenomen voor een bedrag van € 525,00, maar heeft dit bedrag niet betaald. De eiser heeft de gedaagde gedagvaard en vordert in totaal € 624,86, inclusief rente en buitengerechtelijke kosten. De gedaagde voert verweer en stelt dat de overgenomen zaken niet in orde zijn en dat er spullen zijn weggehaald die in de woning zouden blijven. De kantonrechter oordeelt dat de gedaagde onvoldoende bewijs heeft geleverd voor haar verweer en dat de vordering van de eiser toewijsbaar is. De kantonrechter wijst de vordering toe en veroordeelt de gedaagde tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met rente en kosten. Tevens wordt de gedaagde veroordeeld in de proceskosten van de eiser. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.