10.1.Het criterium voor een verhuisindicatie is volgens verweerder of er sprake is van een medische noodzaak om te verhuizen. De rechtbank overweegt dat verweerder niet heeft gemotiveerd waarom het feit dat eiseres in de Fokuswoning niet de noodzakelijke en geïndiceerde Wlz-zorg kan krijgen en eiseres deze zorg evenmin vanuit de Wmo 2015 kan krijgen, niet leidt tot een medische noodzaak om te verhuizen. Het standpunt van het college dat eiseres haar ADL-indicatie terug kan krijgen en daarnaast gebruik kan maken van de overige voorzieningen op basis van de Wlz-indicatie acht de rechtbank onvoldoende gemotiveerd. Het zorgkantoor heeft bij e-mails van 16 en 25 mei 2022 immers bericht dat zorg op basis van de Wlz-indicatie is uitgesloten in de Fokuswoning. Het standpunt dat dit een zorgprobleem betreft, zodat – zo begrijpt de rechtbank – een oplossing niet vanuit de Wmo 2015 hoeft te worden verstrekt, acht de rechtbank ook onvoldoende gemotiveerd. Als eiseres ten gevolge van haar woonsituatie verstoken blijft van de noodzakelijk (Wlz-)zorg dan heeft dat immers ook gevolgen voor haar zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie.
De rechtbank is van oordeel dat het bestreden besluit reeds daarom een motiveringsgebrek bevat.
Hoogtevrees/ opgesloten gevoel
11. Uit artikel 3:2 van de Awb in samenhang met de artikelen 2.3.2 en 2.3.5 van de Wmo 2015 vloeit voort dat het college voldoende kennis dient te vergaren over de voor het nemen van een besluit over maatschappelijke ondersteuning van belang zijnde feiten en omstandigheden en af te wegen belangen. Ten aanzien van de beroepsgrond van eiseres dat haar huidige woning niet geschikt is, omdat ze daar ernstige hoogtevrees en een opgesloten gevoel ervaart, overweegt de rechtbank het volgende. De rechtbank stelt vast dat verweerder in het bestreden besluit aan de psychische klachten van eiseres ten gevolge van het wonen in de huidige woning volledig voorbij is gegaan. Naar deze psychische klachten heeft verweerder geen onderzoek gedaan. De rechtbank stelt op basis van de door eiseres in beroep overgelegde brief van haar psychiater vast dat de huidige woning de PTSS-klachten van eiseres reactiveert met als gevolg chronische stress met lichamelijk lijden. Door verweerder is ook niet gemotiveerd waarom de psychische klachten van eiseres een verhuizing niet noodzakelijk maken
.Als gevolg daarvan is naar het oordeel van de rechtbank het bestreden besluit onvoldoende zorgvuldig voorbereid en ondeugdelijk gemotiveerd..
Zelf gekozen voor woning op hoogte
12. Als verweerder van oordeel is dat het feit dat eiseres zelf heeft gekozen voor de huidige woning, ondanks haar toen al bestaande hoogtevrees, en dat eiseres (reeds) daarom niet in aanmerking komt voor een verhuisindicatie, dan moet verweerder dat standpunt expliciet innemen en dit ook motiveren. Die motivering moet ook zien op de (voorzienbaarheid van de) aard en ernst van de door de psychiater beschreven psychische klachten en de gevolgen daarvan.
13. Zoals hiervoor is overwogen is het bestreden besluit in strijd met artikel 3:2 en artikel 7:12, eerste lid, van de Awb. Op grond van artikel 8:51a, eerste lid, van de Awb kan de rechtbank het bestuursorgaan in de gelegenheid stellen een gebrek in het bestreden besluit te herstellen of te laten herstellen. Op grond van artikel 8:80a van de Awb doet de rechtbank dan een tussenuitspraak. De rechtbank ziet aanleiding om verweerder in de gelegenheid te stellen het gebrek te herstellen. Dat herstellen kan hetzij met een aanvullende motivering, hetzij, voor zover nodig, met een nieuwe beslissing op bezwaar, na of tegelijkertijd met intrekking van het nu bestreden besluit. De rechtbank bepaalt de termijn waarbinnen verweerder het gebrek kan herstellen op zes weken na verzending van deze tussenuitspraak.
14. Verweerder moet op grond van artikel 8:51b, eerste lid, van de Awb èn om nodeloze vertraging te voorkomen zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk binnen twee weken, meedelen aan de rechtbank of hij gebruik maakt van de gelegenheid het gebrek te herstellen. Als verweerder gebruik maakt van die gelegenheid, zal de rechtbank eiseres in de gelegenheid stellen binnen vier weken te reageren op de herstelpoging van verweerder.
15. De rechtbank houdt iedere verdere beslissing aan tot de einduitspraak op het beroep. Dat laatste betekent ook dat zij over de proceskosten en het griffierecht nu nog geen beslissing neemt.