Uitspraak
1.[eiser sub 1] ,
2.
[eiseres sub 2],
1.[gedaagde sub 1] ,
2.
[gedaagde sub 2],
1.[gedaagde sub-1] ,
[gedaagde sub-2],
1.De procedure
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 13 februari 2023 waarbij [eiser] op grond van artikel 118 Rv in de gelegenheid is gesteld om de bewoners (eigenaren) ( [gedaagde 2] ) van de woning aan de [adres 1] te [woonplaats] in het geding op te roepen,
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
“In al die jaren heeft de auto van mijn ouders altijd toegang gehad tot de inpandige garage en is daar ook altijd geparkeerd geweest”. Mevrouw [familienaam 3] verklaart dat familie [erflaatster] en de bewoners daarvoor (familie [familienaam 2] ) altijd de vrije toegang hebben gehad naar de garage, hetgeen wel alleen was toegestaan voor de bewoners, maar niet voor bezoek. De heer [getuige 1] verklaart:
“We hebben altijd het pad met de auto omhoog genomen en parkeerde onze auto voor de garage of in het vak bij de brievenbussen. Daar was voldoende ruimte voor daar onze oom en tante de auto altijd binnen hadden staan”. Deze verklaring wordt ondersteund door een verklaring van de heer [getuige 4] (bewoner van [adres 5] ) (productie 24 van [eiser] ) en van de heer [getuige 5] (de tuinman van [erflaatster] ) (productie 4 bij dagvaarding), die op hun beurt bevestigen dat [erflaatster] met de auto gebruik maakte van het pad en mocht keren op het erf van (thans) [gedaagde 1] . Tot slot verklaart ook mevrouw [getuige 3] dat alle bewoners van het pad, inclusief nummer [adres 2] (de woning van [eiser] ), in de periode van 2000-2009 het pad normaal hebben gebruikt. Dat wil zeggen, aldus mevrouw [getuige 3] , dat zij per auto, fiets of te voet via het pad naar de openbare weg gingen.
nietvoor hun bezoek. Het (primair) door [eiser] gevorderde zal derhalve worden toegewezen.