Uitspraak
1.De procedure
- de mondelinge behandeling gehouden ter zitting van 25 mei 2023, waar beide partijen hun standpunten nader hebben toegelicht en spreekaantekeningen hebben overgelegd.
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 5 juni 2023 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een verhuurder en een huurder. De verhuurder, vertegenwoordigd door mr. W.E. Widdershoven, vorderde ontruiming van het gehuurde pand en betaling van achterstallige huurpenningen, een waarborgsom en boetes. De huurder, vertegenwoordigd door mr. R.H.J.G. Borger, voerde verweer en stelde dat er een mondelinge afspraak was gemaakt over werkzaamheden in ruil voor huur en borg. De kantonrechter oordeelde dat de verhuurder onvoldoende bewijs had geleverd voor de huurachterstand van meer dan drie maanden, waardoor de vordering tot ontruiming werd afgewezen. Tevens werd de boete voor niet-tijdige huurbetaling gematigd tot nihil. De verhuurder werd veroordeeld in de proceskosten van de huurder, die op € 793,- werden vastgesteld. De wettelijke rente over deze kosten werd toegewezen met ingang van de vijftiende dag na betekening van het vonnis.