ECLI:NL:RBLIM:2023:3458

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
7 juni 2023
Publicatiedatum
8 juni 2023
Zaaknummer
10307416 CVEXPL 23-340
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontruiming van de ouderlijke woning door gedaagde zonder recht of titel

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 7 juni 2023 uitspraak gedaan in een kort geding tussen PAS NALATENSCHAPS AFWIKKELING B.V. (PNA) en een gedaagde die zonder recht of titel in de ouderlijke woning verblijft. PNA, vertegenwoordigd door mr. R.W.J.L. Loonen, is benoemd tot vereffenaar van de nalatenschappen van de erflaters, de ouders van de gedaagde. De gedaagde heeft te kennen gegeven de woning te willen kopen, maar heeft niet voldaan aan zijn financiële verplichtingen en heeft de woning niet tijdig afgenomen.

De procedure begon met een dagvaarding en een mondelinge behandeling op 9 maart 2023. PNA heeft de gedaagde herhaaldelijk in de gelegenheid gesteld om de woning te kopen en zijn verplichtingen na te komen, maar de gedaagde heeft geen gebruik gemaakt van deze mogelijkheden. PNA heeft uiteindelijk een vordering tot ontruiming ingesteld, omdat de woning moet worden verkocht om de schulden van de nalatenschap te voldoen.

De kantonrechter heeft geoordeeld dat PNA voldoende spoedeisend belang heeft bij de ontruiming van de woning. De rechter heeft vastgesteld dat de gedaagde zonder recht of titel in de woning verblijft en dat het belang van PNA om de woning te gelde te maken zwaarder weegt dan het belang van de gedaagde om in de woning te blijven wonen. De vordering tot ontruiming is toegewezen, en de gedaagde is veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Maastricht
Burgerlijk recht
Zaaknummer 10307416 CV EXPL 23-340
Vonnis in kort geding van de kantonrechter van 7 juni 2023
in de zaak van
PAS NALATENSCHAPS AFWIKKELING B.V., in haar hoedanigheid van vereffenaar in de nalatenschappen van
[erflaatster]en
[erflater],
statutair gevestigd te Beek,
eiseres,
gemachtigde mr. R.W.J.L. Loonen,
tegen
[gedaagde],
wonend te [woonplaats] ,
gedaagde,
gemachtigde mr. Y.L.S. Schipper.
Partijen zullen hierna PNA en [gedaagde] worden genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding
  • de pleitnota van mr. Schipper
  • de mondelinge behandeling van 9 maart 2023.
1.2.
Vervolgens is de zaak aangehouden om partijen de gelegenheid te geven tot een minnelijke oplossing te komen.
1.3.
Bij e-mailbericht van 30 mei 2023 vraagt mr. Loonen vonnis te wijzen aangezien partijen er niet in geslaagd zijn tot een minnelijke oplossing te komen.
1.4.
Daarop is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Bij beschikking van 4 maart 2022 van deze rechtbank is PNA tot vereffenaar benoemd in de nalatenschappen van wijlen [erflaatster] en [erflater] (hierna te noemen: erflaters). Erflaters zijn de ouders van [gedaagde] .
2.2.
Tot de nalatenschap van erflaters behoort de woning staande en gelegen aan de [adres] te [woonplaats] . [gedaagde] bewoont deze woning en heeft te kennen gegeven deze te willen kopen.
2.3.
Bij aangetekende brief van 30 november 2022 deelt PNA aan [gedaagde] mee:
(…) Zoals u bekend dienen wij als vereffenaar de woning van uw ouders te gelde te maken, teneinde uit de opbrengst de schulden van de nalatenschap te kunnen voldoen.
U heeft aangegeven dat u de woning van uw ouders wenst over te nemen. In verband hiermee bent u geruime tijd in de gelegenheid gesteld om hiertoe een financiering te regelen en de woning te kopen en juridisch in eigendom te aanvaarden. (…) Daarnaast bent u uw financiële verplichtingen jegens de nalatenschap (nog) niet nagekomen. (…)
Ik stel u in de gelegenheid uiterlijk op 1 november a.s. de woning af te nemen en aan uw financiële verplichtingen jegens de nalatenschap te voldoen, bij gebreke waarvan de woning zal worden ontruimd en op de markt te koop aangeboden zal worden en ter zake uw financiële verplichtingen jegens de nalatenschap verdere invorderingsmaatregelen zullen worden getroffen. (…)
2.4.
Bij e-mailbericht van 4 november 2022 deelt [gedaagde] aan PNA mee dat hij de woning niet zal verlaten, aan zijn verplichtingen jegens de nalatenschap heeft voldaan en de woning wenst te kopen.
2.5.
Bij brief van 11 november 2022 heeft PNA [gedaagde] nog een termijn van vijf werkdagen gegund de woning te ontruimen.
2.6.
Bij brief van 13 december 2022 bericht PNA aan [gedaagde] :
(…) Ter zake de afwikkeling van de nalatenschap van uw (…) ouders (…) deel ik u mee dat de woning helaas tot op heden, ondanks het ruimschoots verstrijken van de eerder genoemde deadline
(1 november 2022), niet is afgenomen.
Zoals u bekend ben ik voornemens de woning te gelde te maken, teneinde de schulden van de nalatenschap te kunnen voldoen. De woning zal worden ontruimd en met tussenkomst van een makelaar op de markt te koop worden aangeboden,
Gelet op het bepaalde in art. 4:215 lid 2 stel ik u alsnog in de gelegenheid om uiterlijk
16 december a.s.tegen de voorgenomen tegeldemaking van de woning de beslissing van de kantonrechter in te roepen, bij gebreke waarvan ik de verkoop zal opstarten.
Zoals aangegeven in mijn diverse eerdere mails dien ik teneinde het traject van de verkoop op te starten de woning te ontruimen. Omdat (…) [gedaagde] uitdrukkelijk aangeeft de woning niet te verlaten, zal ik indien nodig een rechtsmiddel instellen (…)
2.7.
[gedaagde] heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om tegen de voorgenomen ontruiming en tegeldemaking van de woning de beslissing van de kantonrechter in te roepen.
2.8.
Bij e-mailbericht van 10 januari 2023 heeft PNA aan [gedaagde] meegedeeld dat zij tot ontruiming en voorbereiding van de verkoop van de woning zal overgaan en graag van [gedaagde] verneemt of hij bereid is aan de ontruiming mee te werken, bij gebreke waarvan de ontruiming bij de rechter zal worden gevorderd.

3.Het geschil

3.1.
PNA vordert veroordeling van [gedaagde] tot ontruiming van de ouderlijke woning, alsmede tot betaling van de proceskosten en nakosten, vermeerderd met de wettelijke rente.
3.2.
[gedaagde] heeft verweer gevoerd.
3.3.
Op de stellingen van partijen zal hierna voor zover relevant nader worden ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Bij de beoordeling van het geschil komt eerst de vraag aan de orde of PNA voldoende spoedeisend belang heeft bij de door haar ingestelde vordering, zoals PNA stelt en [gedaagde] betwist. Voor toewijzing van het gevorderde is naar het voorlopig oordeel van de kantonrechter in elk geval vereist dat de tegeldemaking van de woning nodig is voor de voldoening van de schulden van de nalatenschap en dat PNA in haar hoedanigheid van vereffenaar daarbij een spoedeisend belang heeft. De kantonrechter oordeelt dat uit de stellingen van PNA genoegzaam is gebleken dat het gaat om een spoedeisende zaak waarin een onmiddellijke voorziening bij voorraad wordt vereist. PNA wenst de woning tot haar beschikking te hebben teneinde deze te kunnen verkopen zodat vervolgens de schulden voldaan kunnen worden.
4.2.
[gedaagde] is ruimschoots in de gelegenheid gesteld de ouderlijke woning over te nemen. Uit het e-mailbericht van 30 mei 2023 van (de gemachtigde van) [gedaagde] volgt dat hij thans heeft besloten om van de koop van de woning af te zien. Nu gesteld noch gebleken is dat [gedaagde] op enige grond een gebruiksrecht ten aanzien van de woning kan doen gelden, is het aannemelijk dat in een bodemprocedure geoordeeld zal worden dat [gedaagde] zonder recht of titel in de woning verblijft. Ten aanzien van de afweging van de wederzijdse belangen weegt het belang van PNA om de woning te gelde te maken zwaarder dan het belang van [gedaagde] om in de woning te blijven wonen. De vordering tot ontruiming wordt derhalve toegewezen.
4.3.
[gedaagde] zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de proceskosten. De kosten aan de zijde van PNA worden begroot op:
- dagvaarding € 106,04
- griffierecht € 128,00
- gemachtigde salaris €
793,00
Totaal € 1.027,04
4.4.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten zal op de hierna in de beslissing weergegeven wijze worden toegewezen.
4.5.
Volgens vaste rechtspraak levert een kostenveroordeling ook voor de nakosten een executoriale titel op. Een veroordeling tot betaling van de proceskosten en de wettelijke rente daarover omvat dus een veroordeling tot betaling van de nakosten en de wettelijke rente daarover, met dien verstande dat de wettelijke rente over de nakosten die zijn verbonden aan noodzakelijke betekening van de uitspraak, is verschuldigd vanaf veertien dagen na die betekening. Daarin ziet de kantonrechter aanleiding de nakosten en de wettelijke rente daarover niet afzonderlijk in de proceskostenveroordeling te vermelden (vergelijk HR 10 juni 2022, ECLI:NL:HR:2022:853, rov. 2.3).

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
veroordeelt [gedaagde] de woonruimte met aanhorigheden, staande en gelegen aan de [adres] te [woonplaats] , binnen twee weken na betekening van dit vonnis, met al het zijne en de zijnen en alle daarin bevindende personen en goederen te verlaten, te ontruimen en onder afgifte der sleutels ter vrije beschikking van PNA te stellen,
5.2.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de zijde van PNA tot op heden begroot op € 1.027,04, bij gebreke van betaling binnen veertien dagen na dagtekening van dit vonnis te vermeerderen met de wettelijke rente met ingang van de vijftiende dag na dagtekening tot de dag van volledige betaling,
5.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
5.4.
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.P.J. Quaedackers en in het openbaar uitgesproken.
CJ