In deze uitspraak van de Rechtbank Limburg, gedateerd 22 juni 2023, wordt het beroep van eisers tegen de verlening van een omgevingsvergunning door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Valkenburg aan de Geul beoordeeld. De vergunning betreft de realisatie van negentien appartementen en drie grondgebonden woningen op een specifieke locatie. Eisers, die naast de bouwlocatie wonen, hebben bezwaar gemaakt tegen de vergunning op basis van een erfdienstbaarheid van uitzicht en licht, en stellen dat de vergunning hen onevenredig benadeelt in termen van lichtinval, uitzicht en privacy.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de erfdienstbaarheid niet als een evident privaatrechtelijke belemmering kan worden aangemerkt, aangezien eisers na de vergunningverlening nog steeds het recht hebben om hun raam te behouden. De rechtbank concludeert dat de door eisers aangevoerde problemen met betrekking tot lichtinval, uitzicht en privacy niet onevenredig zijn, gezien de afstanden die in acht worden genomen en de aanpassingen die zijn gedaan aan het bouwplan. De rechtbank oordeelt dat de verlening van de omgevingsvergunning rechtmatig is en dat de belangen van eisers niet onevenredig worden geschaad.
Het beroep van eisers wordt ongegrond verklaard, en zij krijgen geen griffierecht terug of vergoeding van proceskosten. De uitspraak benadrukt de noodzaak van een goede belangenafweging bij de verlening van omgevingsvergunningen en de rol van de bestuursrechter in deze procedures.