Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 13 juli 2023 in de zaak tussen
[eiseres] , te [vestigingsplaats 1] , eiseres
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heerlen, verweerder
Hoogveld Heerlen B.V., te Maastricht (vergunninghoudster)
Procesverloop
Beoordeling door de rechtbank
ex tuncworden beoordeeld of eiseres belanghebbende is bij de omgevingsvergunning. De rechtbank volgt verweerder en vergunninghouder in zoverre, dat beoordeeld moet worden of eiseres ten tijde van het verlenen van de omgevingsvergunning belanghebbende was. Zoals hiervoor vermeld, was dat het geval. Dat eiseres pas in beroep de stukken heeft overgelegd waaruit dit blijkt, maakt – anders dan verweerder en vergunninghouder hebben betoogd – niet dat eiseres destijds geen belanghebbende was. De door vergunninghouder genoemde uitspraken van de Afdeling van 5 juni 2019 [4] en 15 juli 2020 [5] ondersteunen hun standpunt ook niet. De uitspraak van 5 juni 2019 ziet op de intrekking van een omgevingsvergunning en niet, zoals hier, op de vraag of eiser belanghebbende was. En in de uitspraak van 15 juli 2020 oordeelde de Afdeling dat een wijziging in de feitelijke situatie na het besluit op bezwaar niet relevant was voor de vraag of eiser ten tijde van het nemen van dat besluit belanghebbende was. Deze uitspraak bevestigt juist dat de feitelijke situatie ten tijde van het verlenen van de omgevingsvergunning bepalend is.