Op 18 juli 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Limburg, zittingsplaats Roermond, uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoeker een voorlopige voorziening vroeg tegen de ongeldigverklaring van zijn rijbewijs door het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR). Het CBR had op 29 juni 2023 besloten het rijbewijs van verzoeker ongeldig te verklaren, met terugwerkende kracht tot 15 juni 2023, na vaststelling van drugsmisbruik. Verzoeker, die als loodgieter werkt, stelde dat hij door deze ongeldigverklaring ernstige problemen ondervond in zijn werk en mobiliteit. Tijdens de zitting op 18 juli 2023 heeft de voorzieningenrechter het verzoek behandeld, waarbij verzoeker en zijn gemachtigde aanwezig waren. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat verzoeker geen voldoende bewijs heeft geleverd van een spoedeisend belang, ondanks de gevolgen van de ongeldigverklaring voor zijn werk en inkomen. De rechter oordeelde dat het CBR zorgvuldig onderzoek had gedaan naar het drugsmisbruik van verzoeker, dat was vastgesteld na meerdere positieve testen. De voorzieningenrechter concludeerde dat er geen bijzondere omstandigheden waren die aanleiding gaven om af te wijken van de regels omtrent rijgeschiktheid na drugsmisbruik. De uitspraak werd onmiddellijk na de zitting gedaan, waarbij het verzoek om een voorlopige voorziening werd afgewezen. Verzoeker kreeg geen gelegenheid om zijn rijbewijs terug te krijgen, en de rechter benadrukte het belang van verkeersveiligheid. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en partijen werden gewezen op het ontbreken van mogelijkheden voor hoger beroep of verzet.