3.1.Na vermindering van eis vordert Heineken – samengevat – dat de kantonrechter bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde] zal veroordelen:
om het gehuurde binnen acht dagen na betekening van dit vonnis, met al het (lees:) zijne en de zijnen conform de huurovereenkomst te ontruimen en ontruimd te houden en onder afgifte van de sleutels ter vrije beschikking aan Heineken te stellen;
om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan Heineken te betalen € 29.972,88 (huurachterstand), te vermeerderen met de contractuele rente of subsidiair met de wettelijke (handels)rente;
om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan Heineken te betalen vanaf 1 juli 2023 tot aan de dag van ontruiming de maandelijkse huurprijs ad € 4.281,84, te vermeerderen met de contractuele rente vanaf de respectievelijke vervaldata (zijnde de eerste dag van de maand) of subsidiair met de wettelijke (handels)rente;
om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan Heineken te betalen € 6.250,00 (verschuldigde waarborgsom);
om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan Heineken te betalen € 23.678,35 (leverantieachterstand), te vermeerderen met de wettelijke (handels)rente;
in de proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente;
in de nakosten tot een bedrag van maximaal € 131,00 indien [gedaagde] aangeschreven moet worden tot betaling van hetgeen waartoe hij in dit vonnis wordt veroordeeld maar er geen betekening van de uitspraak plaatsvindt, dan wel € 191,00 indien er wel betekening van de uitspraak plaatsvindt.