ECLI:NL:RBLIM:2023:4958

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
23 augustus 2023
Publicatiedatum
23 augustus 2023
Zaaknummer
C/03/320502 / KG ZA 23-275
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kort geding over nakoming overeenkomst inzake verkoop van een auto met onjuiste kilometerstand

In deze zaak heeft een consument, eiseres, een auto gekocht van Degejani B.V., een autobedrijf. Twee jaar na de aankoop blijkt dat de kilometerstand van de auto onjuist is. Eiseres en Degejani komen overeen dat eiseres de volledige koopprijs van € 24.500,00 terugkrijgt. Echter, na deze overeenkomst komt Degejani deze niet na, met als argument dat de overeenkomst niet redelijk is. Eiseres stelt dat de overeenkomst onder bedreiging of dwaling tot stand is gekomen, maar de voorzieningenrechter oordeelt dat dit niet aannemelijk is. De voorzieningenrechter wijst de vordering van eiseres toe, waarbij Degejani wordt veroordeeld om de koopprijs terug te betalen, vermeerderd met wettelijke rente. Tevens wordt Degejani veroordeeld om binnen 48 uur na betaling van de koopprijs medewerking te verlenen aan het overschrijven van de auto en het verstrekken van een vrijwaringsbewijs. De kosten van de procedure worden ook aan Degejani opgelegd.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
zaaknummer / rolnummer: C/03/320502 / KG ZA 23-275
Vonnis in kort geding van 23 augustus 2023
in de zaak van
[eiseres],
wonende te [woonplaats] ,
eiseres,
advocaat mr. M. van Sintmaartensdijk,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DEGEJANI B.V.,
gevestigd te Maastricht,
gedaagde,
advocaat mr. B.H.M. Nijsten.
Partijen zullen hierna [eiseres] en Degejani genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding met producties 1 tot en met 33
  • de mondelinge behandeling op 15 augustus 2023
  • de spreekaantekeningen van [eiseres] .
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Degejani, handelend onder de naam
[handelsnaam], voert een bedrijf in inkoop en verkoop van auto’s. Bestuurders van Degejani zijn [naam bestuurder 1] en [naam bestuurder 2] . [naam vader] (hierna: vader [naam vader] , in de dagvaarding ook wel aangeduid als [naam] ) is de vader van [naam bestuurder 1] en de schoonvader van [naam bestuurder 2] . Vader [naam vader] is een werknemer van Degejani.
2.2.
[eiseres] heeft op 12 juni 2021 een auto merk Volkswagen, type T-Roc met kenteken
[kenteken] uit 2019 (hierna: de auto) van Degejani gekocht voor de koopprijs van
€ 24.500,00. De kilometerstand gaf op dat moment 29.622 kilometers aan, zo nam [eiseres] tijdens een proefrit waar. De showroomkaart (productie 5 [eiseres] ) vermeldde eveneens deze kilometerstand. De auto werd aan haar verkocht onder vertoning van het logo van de Nationale Autopas (NAP).
2.3.
Nadat [eiseres] de koopprijs had voldaan, is de auto op 23 juni 2021 door Degejani aan [eiseres] geleverd. In het bijbehorende onderhoudsboekje van de auto is door Degejani een kilometerstand van 29.659 km op die datum genoteerd (productie 8 [eiseres] ).
2.4.
Op 12 juni 2023 heeft [eiseres] de auto voor een onderhoud en (voor haar de na aankoop) eerste APK bij Wealer B.V. in Maastricht afgeleverd. Wealer B.V. constateerde toen dat de kilometerstand onjuist was en heeft [eiseres] daarover ingelicht. Uit het originele servicebewijs van Volkswagen blijkt dat de auto op 9 april 2021 een kilometerstand van 147.985 kilometer had (producties 9 en 10 [eiseres] ).
2.5.
Op 13 juni 2023 heeft de partner van [eiseres] , [naam partner] (tevens advocaat), naar aanleiding van de door haar geconstateerde kilometerfraude gesproken met vader [naam vader] .
2.6.
Bij e-mailbericht van 13 juni 2023 heeft [eiseres] gemeld de koopovereenkomst te ontbinden, omdat de auto volgens [eiseres] niet beantwoordde aan de koopovereenkomst (productie 12 [eiseres] ). In het e-mailbericht heeft [eiseres] verder laten weten met betrekking tot de kilometerfraude te overwegen aangifte te doen bij de politie en een melding te doen bij de Vereniging Aanpak Tellerfraude (VAT).
2.7.
Op 17 juni 2023 heeft op het kantoor van Degejani een gesprek plaatsgevonden tussen [eiseres] , [naam partner] en vader [naam vader] , laatstgenoemde namens (de bestuurders van) Degejani. Tijdens het gesprek heeft vader [naam vader] ter sprake gebracht dat [eiseres] op dat moment ongeveer twee jaar met de auto had gereden. Afgesproken is dat de volledige aankoopprijs van € 24.500,00 aan [eiseres] zou worden terugbetaald vóór 1 juli 2023, waarna [eiseres] de auto bij Degejani zou inleveren tegen verkrijging van een vrijwaringsbewijs. [eiseres] heeft van het gesprek een geluidsopname gemaakt (productie 32 [eiseres] ) en een transcriptie daarvan overlegd (productie 33 [eiseres] ).
2.8.
Bij e-mailbericht van 17 juni 2023 heeft [naam partner] de gemaakte afspraak op papier gezet en aan Degejani toegestuurd (productie 14 [eiseres] ) met het verzoek het als ‘verklaring’ betitelde stuk te ondertekenen. Diezelfde dag heeft Degejani een door [naam bestuurder 1] , [naam bestuurder 2] en vader [naam vader] ondertekend exemplaar teruggemaild (productie 18 [eiseres] ).
2.8.1.
De verklaring luidt als volgt:

Voertuig (Volkswagen T-ROC): koopprijs, inleveren finale kwijting, vrijwaring en tenaamstelling
Degejani B.V., gevestigd aan het adres Rudolf Dieselstraat 52 (6229 SC) te Maastricht, alsmede de heren [naam bestuurder 1] , [naam bestuurder 1] , (...) en [naam bestuurder 2] , (...) (hierna aangeduid als: “
Ondergetekenden”)
aanvaarden en verklaren hierbij uitdrukkelijk:
1. dat door Ondergetekenden vóór doch uiterlijk op 1juli 2023 een bedrag van € 24.500,00 wordt betaald aan mevrouw [eiseres] (hierna aangeduid als: “
mevrouw [eiseres]”) door dit bedrag binnen deze termijn over te boeken naar de bankrekening van mevrouw [eiseres] met IBAN-nummer: [rekeningnummer] , ten
name van mevrouw [eiseres] .
2. dat door mevrouw [eiseres] het voertuig van het merk Volkswagen, type: T-ROC, met kenteken [kenteken] , uit
2019 (en zoals verder geduid in de mail van [naam partner] aan Degejani B.V. van 13 juni 2023) uiterlijk op 1 juli 2023 of zoveel eerder als partijen overeenkomen en eerst nadat de betaling zoals hiervoor weergegeven onder 1 volledig is verricht/voltooid bij Degejani B.V, wordt ingeleverd in de staat waarin dit voertuig zich op dat moment bevindt (“as is, where is”).
3. dat Ondergetekenden aan mevrouw [eiseres] volledige finale kwijting verlenen voor alle mogelijke (toekomstige) vorderingen/ aanspraken voortvloeiende uit en/of verband houdende met (i) de koopovereenkomst met betrekking tot dit voertuig, (ii) dit voertuig en/of (iii) deze kwestie, een en ander in de ruimste zin des woords, waarmee zij ook verklaren dat mevrouw [eiseres] uit hoofde daarvan aan hen niets meer verschuldigd is;
4. dat Ondergetekenden mevrouw [eiseres] vrijwaren voor alle mogelijke (toekomstige) vorderingen/aanspraken van derden voortvloeiende uit en/of verband houdende met (i) de koopovereenkomst met betrekking tot dit voertuig, (ii) dit voertuig en/of (iii) deze kwestie, een en ander in de ruimste zin des woords; en
5. dat Ondergetekenden de tenaamstelling ongedaan maken door dit voertuig op de datum dat dit voertuig door mevrouw [eiseres] bij Degejani B.V. is ingeleverd per die datum over te schijven op naam van Degejani B.V., althans ervoor te zorgen dat dit voertuig op de datum dat dit voertuig door mevrouw [eiseres] bij Degejani BV. is
ingeleverd niet meer op naam staat van mevrouw [eiseres] , en aan mevrouw [eiseres] een geldig vrijwaringsbewijs verstrekken.
Opgemaakt en ondertekend te Maastricht op 17 juni 2023: (...)”
2.9.
Er is vervolgens een tweede versie van de verklaring gemaakt, waar met de hand onder 2 is doorgestreept “in de staat waarin dit voertuig zich op dat moment bevindt (“as is, where is”).” en handgeschreven is toegevoegd “in schade vrije staat is zoals destijds is aangekocht door cliënte mvr [eiseres] !”, waarbij een tweede handtekening door [naam bestuurder 1] , [naam bestuurder 2] en vader [naam vader] namens Degejani is geplaatst (productie 15 [eiseres] ).
2.10.
Nadat [naam partner] bij e-mailbericht van 28 juni 2023 heeft gevraagd naar de betaling van het bedrag van € 24.500,00 (productie 17 [eiseres] ), heeft vader [naam vader] bij
e-mailbericht van 29 juni 2023 (productie 18 [eiseres] ) aan [naam partner] - kort gezegd - laten weten “toch nog eens” te willen terugkomen op de afwikkeling van de zaak naar aanleiding van ingewonnen juridisch advies bij de huisadvocaat van Degejani. Vader [naam vader] haalt aan dat [eiseres] twee jaar lang de auto heeft gebruikt en er bijna 40.000 kilometer mee heeft gereden, terwijl ze nu de volledige koopprijs terug wil. Vader [naam vader] stelt dat ofwel een gebruikersvergoeding moet worden vastgesteld ofwel een aftrek op het terug te betalen bedrag moet plaatsvinden. Verder laat vader [naam vader] weten zich destijds bij het ondertekenen van de overeenkomst behoorlijk geïntimideerd te hebben gevoeld en zich thans niet meer gebonden te voelen aan de ondertekende verklaring.
2.11.
Bij e-mailbericht van 29 juni 2023 heeft [eiseres] - kort gezegd - aan Degejani laten
weten nakoming van de overeenkomst te wensen en bij uitblijven daarvan een procedure te zullen starten (productie 19 [eiseres] ).
2.12.
Daarop heeft Degejani bij e-mailbericht van diezelfde dag aan [eiseres] laten weten dat “ik wel degelijk mijn afspraken wil nakomen doch binnen de grenzen van redelijkheid en billijkheid. Ik heb aangegeven dat ik met U om de tafel wil gaan zitten om tot een oplossing te komen.. Het kan toch niet zo zijn dat [eiseres] gedurende 2 jaar in een gratis auto heeft rondgereden. (...)” (productie 20 [eiseres] ).
2.13.
Daarop heeft [eiseres] bij e-mailbericht van diezelfde datum aan Degejani - kort
gezegd - geschetst hoe de afspraak volgens haar tot stand is gekomen en geëist dat deze wordt nagekomen (productie 21 [eiseres] ).
2.14.
Bij brief van 30 juni 2023 heeft [eiseres] Degejani - kort gezegd - nogmaals gesommeerd om de afspraak na te komen (productie 22 [eiseres] ).
2.15.
Partijen hebben vervolgens nog over en weer gecorrespondeerd (producties 23 tot en met 27), maar hebben geen minnelijke regeling over de afwikkeling van hun geschil weten te bereiken.

3.Het geschil

3.1.
[eiseres] vordert dat de voorzieningenrechter bij vonnis in kort geding, voor zover
mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
Primair:
1. Degejani veroordeelt om tegen een behoorlijk bewijs van kwijting aan [eiseres] te betalen een bedrag van € 24.500,00, ter voldoening van de koopprijs, te vermeerderen met de wettelijke rente, gerekend vanaf 1 juli 2023 tot aan de dag der algehele voldoening;
Subsidiair:
indien en voor zover de voorzieningenrechter van oordeel mocht zijn dat Degejani de gemaakte afspraken niet hoeft na te komen:
2. Degejani te veroordelen om tegen een behoorlijk bewijs van kwijting aan [eiseres] te betalen een bedrag van € 24.500,00, ter terugbetaling van de koopprijs, te vermeerderen met de wettelijke rente, gerekend vanaf 29 juni 2023 tot aan de dag der algehele voldoening;
In beide gevallen:
3. Degejani te veroordelen om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [eiseres] te betalen de daadwerkelijk gemaakte buitengerechtelijke kosten ter hoogte van € 1.785,00, dan wel een vergoeding van de buitengerechtelijke kosten conform het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten ter hoogte van € 1.020,00;
4. Degejani te veroordelen om binnen achtenveertig (48) uur na ontvangst van de betaling van de koopprijs door [eiseres] (zoals bedoeld onder 1.) volledige medewerking te verlenen aan het overschrijven van de Auto (met kenteken: [kenteken] ) op naam van Degejani dan wel op naam van een derde onder onmiddellijke afgifte aan [eiseres] van een geldig vrijwaringsbewijs, zulks op straffe van een dwangsom van € 250,00 per dag of gedeelte van een dag dat Degejani niet of niet volledig voldoet aan die veroordeling met een maximum van € 25.000,00.
5. Degejani te veroordelen in de kosten van deze procedure, te voldoen aan [eiseres] binnen veertien (14) dagen na dagtekening van het vonnis, en, indien voldoening binnen die termijn niet plaatsvindt, te vermeerderen met de wettelijke rente over deze kosten vanaf de vijftiende (15e) dag tot aan de dag der algehele voldoening;
6. Degejani te veroordelen in de nakosten tot een bedrag van € 173,00 indien er geen betekening van het vonnis plaatsvindt, dan wel een bedrag van € 263,00 indien er wel betekening van het vonnis plaatsvindt, te voldoen binnen veertien (14) dagen na dagtekening van het vonnis, en, indien voldoening binnen die termijn niet plaatsvindt, te vermeerderen met de wettelijke rente over deze kosten vanaf de vijftiende (15e) dag tot aan de dag der algehele voldoening.
3.2.
Degejani voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

Spoedeisend belang

4.1.
[eiseres] heeft - kort gezegd - gesteld een auto nodig te hebben voor privé en werk, terwijl de auto momenteel in de opslag staat en zij de auto vanwege de huidige situatie amper gebruikt. Desondanks moet zij nog steeds alle lasten van de auto voldoen. Daarbij komt dat zij er belang bij heeft dat de koopprijs zo spoedig mogelijk beschikbaar komt, zodat zij een andere auto kan kopen. Degejani heeft betwist dat er een spoedeisend belang is.
4.2.
De voorzieningenrechter is van oordeel dat het spoedeisend belang voldoende aannemelijk is, te meer nu Degejani niet heeft weersproken dat de auto momenteel in de opslag staat en dat [eiseres] de auto nauwelijks gebruikt, terwijl zij wel een auto nodig heeft voor haar werk en privéleven. Het verweer van Degejani faalt dan ook.
Nakoming overeenkomst
4.3.
[eiseres] vordert primair nakoming van de tussen haar en Degejani op 17 juni 2023 gemaakte afspraken die zijn neergelegd in de verklaring van 17 juni 2023. Degejani erkent dat deze verklaring namens haar voor akkoord is getekend.
4.4.
Vaststaat dus dat partijen zijn overeengekomen dat [eiseres] uiterlijk 1 juli 2023 een bedrag van € 24.500,00 van Degejani zal ontvangen, waarna [eiseres] de auto aan Degejani zal teruggeven en zij dienaangaande een vrijwaringsbewijs van Degejani zal ontvangen. De nakoming van deze overeenkomst is wat [eiseres] vordert met het onder 1 en 4 gevorderde. Uitgaande van de geldigheid van deze overeenkomst is [eiseres] daartoe ook gerechtigd.
4.5.
Degejani voert echter aan dat van de geldigheid van de overeenkomst niet kan worden uitgegaan, naar de voorzieningenrechter begrijpt omdat deze vernietigbaar zou zijn vanwege een wilsgebrek aan de zijde van Degejani. Hoewel Degejani niet expliciet maakt op welk wilsgebrek zij doelt (en zij overigens ook niet heeft gesteld de vernietiging te hebben ingeroepen), gaat de voorzieningenrechter ervan uit dat zij (in ieder geval) het oog heeft op bedreiging. Dit omdat [eiseres] er blijkens haar toelichting vanuit gaat dat Degejani dit bedoelt en dat Degejani dit niet heeft weersproken alsmede gelet op de door Degejani aan haar standpunt ten grondslag gelegde feiten. Degejani stelt immers dat zij zich bedreigd heeft gevoeld vanwege het feit dat zij werd geconfronteerd met twee advocaten (ook [eiseres] zou advocaat zijn) en dat tijdens het gesprek op 17 juni 2023 is gedreigd met aangifte bij de politie, een melding bij BOVAG en/of beslaglegging. Indien er veronderstellenderwijs van wordt uitgegaan dat ook [eiseres] advocaat is en dat vermelde mededelingen zijn gedaan, is daarmee echter niet aannemelijk dat de vervolgens gesloten overeenkomst tot stand is gekomen onder invloed van bedreiging als bedoeld in artikel 3:44 lid 2 Burgerlijk Wetboek (BW). Die conclusie kan immers alleen worden getrokken als er sprake is van een onrechtmatige bedreiging met enig nadeel, welke zodanig moet zijn dat een redelijk oordelend mens daardoor kan worden beïnvloed. Het gesprek is gevoerd met vader [naam vader] die, naar eigen zeggen, een ruime ervaring heeft op het gebied van de verkoop van auto’s. Een klant die haar ongenoegen uit over het aan haar geleverde is daarmee in de basis geen omstandigheid die snel zal leiden tot een situatie van bedreiging als bedoeld in artikel 3:44 lid 2 BW, ook niet als die klant en haar partner advocaten zijn. De beweerdelijk gedane uitlatingen zijn, mede in het licht van de vaststellingen dat de weergave op de kilometerteller fors bleek af te wijken van de werkelijk met de auto gereden kilometers, ook niet van dien aard dat de inhoud daarvan moet leiden tot die conclusie. Voor het geval Degejani zich zou willen beroepen op dwaling, merkt de voorzieningenrechter op dat dit kennelijk verband zou moeten houden met het feit dat [eiseres] enige tijd de auto heeft gebruikt en toch de hele koopsom terugontvangt. Gegeven het feit dat dit punt in het gesprek van 17 juni 2023 door vader [naam vader] is opgeworpen en vervolgens niettemin de overeenkomst is gesloten is - zonder verdere toelichting, die ontbreekt - op dit moment niet aannemelijk dat een beroep op dwaling door Degejani zal slagen. De slotsom is dat thans van de geldigheid van de tussen [eiseres] en Degejani gesloten overeenkomst moet worden uitgegaan.
4.6.
De voorzieningenrechter acht het derhalve aannemelijk dat in een bodemprocedure de vordering van [eiseres] zal worden toegewezen, reden waarom de voorzieningenrechter voorbijgaat aan het verweer van Degejani dat de zaak zich niet leent voor afdoening in kort geding.
4.7.
Gelet op al het vooroverwogene zal de voorzieningenrechter het primair sub 1 gevorderde en het, ook niet weersproken, onder 4 gevorderde toewijzen.
Wettelijke rente
4.8.
De voorzieningenrechter zal de gevorderde wettelijke rente vanaf 1 juli 2023 als onweersproken toewijzen.
Buitengerechtelijke kosten
4.9.
[eiseres] vordert primair de daadwerkelijk gemaakte buitengerechtelijke kosten van € 1.785,00 en subsidiair de forfaitaire buitengerechtelijke kosten van € 1.020,00. De voorzieningenrechter ziet geen aanleiding om in afwijking van de hoofdregel de daadwerkelijk gemaakte kosten toe te wijzen en zal in overeenstemming met het Besluit voor buitengerechtelijke incassokosten het forfaitaire bedrag van € 1.020,00 toewijzen.
Proceskosten
4.10.
Degejani zal als in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten, tot op heden aan de zijde van [eiseres] begroot op:
  • explootkosten € 129,14
  • griffierecht € 1.301,00
  • salaris advocaat
TOTAAL € 2.509,14,
te vermeerderen met de wettelijke rente indien dit bedrag niet binnen 14 dagen na dagtekening van dit vonnis is voldaan.
Nakosten
4.11.
Volgens vaste rechtspraak levert een kostenveroordeling ook voor de nakosten een executoriale titel op. Een veroordeling tot betaling van de proceskosten en de wettelijke rente daarover omvat dus een veroordeling tot betaling van de nakosten en de wettelijke rente daarover, met dien verstande dat de wettelijke rente over de nakosten die zijn verbonden aan noodzakelijke betekening van de uitspraak, is verschuldigd vanaf veertien dagen na die betekening. Daarin ziet de rechtbank aanleiding de nakosten en de wettelijke rente daarover niet afzonderlijk in de proceskostenveroordeling te vermelden (vergelijk HR 10 juni 2022, ECLI:NL:HR:2022:853, rov. 2.3.).

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
veroordeelt Degejani om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [eiseres] te betalen een bedrag van € 24.500,00, ter voldoening van de koopprijs, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 juli 2023 tot aan de dag der algehele voldoening,
5.2.
veroordeelt Degejani om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [eiseres] te betalen een vergoeding van de buitengerechtelijke kosten conform het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten ter hoogte van € 1.020,00,
5.3.
veroordeelt Degejani om binnen 48 uur na ontvangst van de betaling van de koopprijs door [eiseres] (zoals bedoeld onder rov. 5.1.) volledige medewerking te verlenen aan het overschrijven van de auto (met kenteken: [kenteken] ) op naam van Degejani dan wel op naam van een derde onder onmiddellijke afgifte aan [eiseres] van een geldig vrijwaringsbewijs, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 250,00 per dag of gedeelte van een dag dat Degejani niet of niet volledig voldoet aan die veroordeling met een maximum van € 25.000,00,
5.4.
veroordeelt Degejani in de proceskosten, tot op heden aan de zijde van [eiseres] begroot op € € 2.509,14, te voldoen aan [eiseres] binnen 14 dagen na dagtekening van dit vonnis, en, indien voldoening niet binnen die termijn plaatsvindt, te vermeerderen met de wettelijke rente over deze kosten vanaf de 15e dag tot aan de dag der algehele voldoening,
5.5.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
5.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. B.R.M. de Bruijn en in het openbaar uitgesproken op 23 augustus 2023. [1]

Voetnoten

1.type: JC