ECLI:NL:RBLIM:2023:5474

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
14 september 2023
Publicatiedatum
14 september 2023
Zaaknummer
10636595 CV EXPL 23-3294
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot ontruiming en betaling huurachterstand in kort geding met tegenvorderingen voor ononderbroken levering van water

In deze zaak heeft de kantonrechter op 14 september 2023 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een verhuurder en twee huurders. De verhuurder, vertegenwoordigd door mr. Th. Boumans, vorderde ontruiming van de woning en betaling van huurachterstand van € 5.100,00 tot en met juli 2023, alsook betaling van de huur voor de maanden augustus en september 2023. De huurders, vertegenwoordigd door mr. S. Ikiz, voerden verweer en stelden dat zij recht hadden op huurprijsvermindering van 80% wegens ernstige gebreken aan het gehuurde, waaronder het afsluiten van gas, water en elektriciteit door de verhuurder. De kantonrechter oordeelde dat de huurders in gebreke waren gebleven met de huurbetalingen en dat de verhuurder recht had op ontruiming van de woning. De rechter wees de vorderingen van de verhuurder toe, met uitzondering van de gevorderde ontruimingstermijn, die werd verlengd naar een maand na betekening van het vonnis. In reconventie vorderden de huurders ononderbroken levering van water en verbod op afsluiten van water, wat ook werd toegewezen. De rechter oordeelde dat de verhuurder binnen 24 uur na betekening van het vonnis water moest leveren en het afsluiten ervan moest verbieden. De overige vorderingen van de huurders werden afgewezen, omdat niet voldoende bewijs was geleverd voor hun claims.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 10636595 \ CV EXPL 23-3294
Vonnis in kort geding van de kantonrechter van 14 september 2023
in de zaak van:
[eisende partij in conventie, verweerder in reconventie],
wonend in [woonplaats 1] ,
eisende partij in conventie, verweerder in reconventie,
gemachtigde mr. Th. Boumans,
tegen:

1.[gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 1]

en
2.
[gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 2],
beiden wonend in [woonplaats 2]
gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie,
gemachtigde mr. S. Ikiz.
Partijen worden hierna [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] , [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 1] en [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 2] genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het exploot van dagvaarding;
- het e-mailbericht van de zijde van [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] van 28 augustus 2023 houdende één productie;
- het e-mailbericht van de zijde van [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 1] en [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 2] van 30 augustus 2023 houdende zes producties;
- de mondelinge behandeling gehouden ter zitting van 31 augustus 2023, waarbij [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] de originele dagvaarding heeft ingediend en 11 producties heeft overhandigd en [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 1] en [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 2] hun conclusie van antwoord in conventie en conclusie van eis in reconventie hebben overgelegd en beide partijen hun standpunten nader hebben toegelicht. Van het verhandelde ter zitting zijn zittingsaantekeningen gemaakt, die in het dossier zijn gevoegd.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Tussen [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] als verhuurder en [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 1] en [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 2] als huurders bestaat een huurovereenkomst met betrekking tot de woning aan de [adres] in [plaats] (productie 3 bij dagvaarding).
2.2.
De huurovereenkomst is in eerste instantie aangegaan voor de duur van drie maanden, van 1 januari 2023 tot en met 31 maart 2023. Hierna is de huurovereenkomst voortgezet voor onbepaalde tijd.
2.3.
De maandelijks overeengekomen huurprijs bedraagt € 850,00 per maand (exclusief de vergoeding voor gas, water en licht) en is bij vooruitbetaling verschuldigd.
2.4.
Ten tijde van de dagvaarding was sprake van een huurachterstand van zes maanden, namelijk februari t/m juli 2023. Ter zitting hebben [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 1] en [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 2] verklaard dat ook de huur voor de maanden augustus en september 2023 niet werd voldaan.
2.5.
[eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] heeft [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 1] en [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 2] herhaaldelijk (zowel mondeling als per whatsapp-berichten) aangesproken op het niet betalen van de maandelijkse huur en verzocht om het gehuurde te verlaten.
2.6.
Bij brief van 29 augustus 2023 heeft de gemachtigde van [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 1] en [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 2] aan [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] onder meer bericht dat [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 1] en [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 2] aanspraak maken op een huurprijsvermindering van 80% wegens ernstige gebreken aan het gehuurde (door regelmatig afsluiten van stroom, water en gas) en verstoord huurgenot door onrechtmatige gedragingen van de zijde van [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] .

3.Het geschil

In conventie
3.1.
[eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] vordert – samengevat – dat de kantonrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad,
[gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 1] en [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 2] veroordeelt het gehuurde aan de [adres] te ( [postcode] ) [plaats] , met al de hunnen en het hunne, binnen zeven dagen na betekening van dit vonnis, te ontruimen en te verlaten, onder afgifte van de sleutels en daarmee het gehuurde ter vrije beschikking te stellen aan [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] ;
[gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 1] en [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 2] hoofdelijk veroordeelt de huurachterstand van € 5.100,00 tot en met juli 2023 te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente over iedere vervallen huurtermijn vanaf de dag van dagvaarding tot de dag van algehele betaling;
[gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 1] en [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 2] hoofdelijk veroordeelt de huur van € 850,00 voor iedere maand of gedeelte van een maand dat huurders met ontruiming in gebreke blijven, waarbij een deel van de maand wordt berekend voor een hele maand;
[gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 1] en [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 2] hoofdelijk veroordeelt de buitengerechtelijke incassokosten van € 762,30 te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarding tot de dag van algehele betaling;
[gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 1] en [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 2] hoofdelijk veroordeelt de proceskosten te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 dagen na dagtekening van dit vonnis.
3.2.
[eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] legt aan zijn vorderingen ten grondslag dat [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 1] en [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 2] toerekenbaar tekort zijn geschoten in de nakoming van de huurovereenkomst. Zij hebben niet alleen nagelaten de maandelijkse huurpenningen te voldoen, zodat op datum dagvaarding sprake is van een huurachterstand van zes maanden, maar ook wordt door [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 1] in drugs gehandeld in het gehuurde en veroorzaken zij overlast voor de omwonenden. Ook is sprake van mishandeling van [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] door [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 2] en hebben [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 1] en [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 2] de kelderdeur en installaties in de meterkast vernield, aldus [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] .
3.3.
[gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 1] en [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 2] voeren verweer.
In reconventie
3.4.
[gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 1] en [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 2] vorderen op hun beurt – samengevat – dat de kantonrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
[eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] veroordeelt binnen 24 uur na betekening van dit vonnis [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 1] en [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 2] te voorzien van ononderbroken gas en water, op verbeurte van een dwangsom van € 250,00 voor elke dag of elk dagdeel dat [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] niet aan die veroordeling voldoet, met een maximum aan de te verbeuren dwangsommen van € 25.000,00;
[eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] verbiedt om stroom, gas en water van [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 1] en [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 2] af te sluiten, op verbeurte van een dwangsom van € 250,00 voor elke dag of elk dagdeel dat [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] niet aan die veroordeling voldoet, met een maximum aan de te verbeuren dwangsommen van € 25.000,00;
[eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] veroordeelt om binnen 24 uur na betekening van dit vonnis de voordeur van het gehuurde te repareren en de sleutel van de brievenbus terug te geven, op verbeurte van een dwangsom van € 100,00 voor elke dag of elk dagdeel dat [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] niet aan die veroordeling voldoet, met een maximum aan te verbeuren dwangsommen van € 2.500,00;
[eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] verbiedt om zonder vooraankondiging en zonder afspraak met [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 1] en [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 2] het gehuurde te betreden, op verbeurte van een dwangsom van € 500,00 voor elke keer dat [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] niet aan die veroordeling voldoet, met een maximum aan de te verbeuren dwangsommen van € 10.000,00;
[eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] verbiedt jegens [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 1] en [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 2] onrechtmatige dan wel strafbare handelingen te verrichten, op welke wijze dan ook, op verbeurte van een dwangsom van € 250,00 voor elke keer dat [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] niet aan die veroordeling voldoet, met een maximum aan de te verbeuren dwangsommen van € 10.000,00.;
[eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] veroordeelt in de kosten van het geding in reconventie, inclusief de nakosten.
3.5.
[gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 1] en [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 2] leggen aan hun vorderingen ten grondslag dat [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] diverse onrechtmatige handelingen jegens hen heeft verricht, onder andere door het afsluiten van elektriciteit, gas en water in het gehuurde, het onrechtmatig en onaangekondigd binnentreden van de woning, het wegnemen van de sleutel van de brievenbus en het vernielen van de voordeur van het gehuurde. [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 1] en [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 2] stellen zich op het standpunt dat zij moeten kunnen beschikken over de eerste levensbehoeften die gas, water en elektriciteit zijn en bovendien ongestoord in het gehuurde moeten kunnen wonen. Zij hebben daarom een spoedeisend belang bij de vorderingen in reconventie.
3.6.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang in deze
procedure, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Om de onverwijlde voorzieningen te kunnen toewijzen zoals gevorderd in dit geschil, dient met redelijke mate van zekerheid aangenomen te kunnen worden dat in een bodemprocedure een met de gevraagde voorziening (nagenoeg) overeenstemmende vordering zal worden toegewezen, zodat het gerechtvaardigd is daarop vooruit te lopen. Die beoordeling geschiedt op basis van hetgeen in deze korte procedure naar voren is gebracht en aannemelijk is gemaakt.
4.2.
Een voorziening in kort geding kan bovendien slechts worden gegeven als sprake is van een spoedeisende zaak waarin, gelet op de belangen van partijen, een onmiddellijke voorziening bij voorraad is vereist. Naar het oordeel van de kantonrechter hebben partijen voldoende aannemelijk gemaakt en volgt ook uit de aard van deze zaak dat sprake is van een spoedeisend belang.
In conventie
4.3.
De kantonrechter stelt voorop dat een bij voorlopige voorziening bevolen ontruiming een maatregel is die diep ingrijpt in het gebruiksrecht en de daarmee verbonden huurbescherming van de huurder. Bij de beoordeling van een dergelijke vordering moet – volgens vaste jurisprudentie – dan ook de nodige terughoudendheid worden betracht, gelet op de omstandigheid dat in een procedure in kort geding geen plaats is voor een – diepgaand – onderzoek naar bestreden feiten en ten tweede de vergaande, veelal onomkeerbare gevolgen van een ontruiming in kort geding, zoals in deze zaak aan de orde is. Bovendien moet sprake zijn van een zodanig ernstige tekortkoming dat het belang van de verhuurder bij de gevorderde ontruiming moet prevaleren boven het belang van de huurder om de in de woning te kunnen blijven.
4.4.
Voorts geldt dat voor een toewijzing van een geldsom in kort geding slechts plaats is indien het bestaan en de omvang van de vordering in hoge mate aannemelijk zijn, terwijl voorts uit hoofde van onverwijlde spoed een onmiddellijke voorziening is vereist en het risico van onmogelijkheid van terugbetaling, bij afweging van de belangen van partijen, aan toewijzing niet in de weg staat.
4.5.
[gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 1] en [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 2] hebben het bestaan van de huidige huurachterstand erkend maar betwisten de hoogte van die achterstand. Zij beroepen zich op hun recht om de huurprijs te verminderen wegens ernstige gebreken aan het gehuurde. Zij stellen zich op het standpunt dat [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] onrechtmatig de toevoer van stroom, gas en water in het gehuurde heeft afgesloten en maandenlang hun woongenot heeft verstoord. [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] heeft herhaaldelijk onrechtmatig proberen binnen te dringen in de woning, heeft [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 1] en [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 2] geïntimideerd en bedreigd, heeft de sleutel van de brievenbus weggenomen en een gat in de voordeur van het gehuurde geslagen. Dit alles rechtvaardigt een vermindering van 80% van de maandelijkse huurprijs met ingang van 1 april 2023, aldus [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 1] en [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 2] .
4.6.
Tevens stellen [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 1] en [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 2] zich op het standpunt dat zij materiële en immateriële schade hebben geleden door het gestelde handelen van [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] . De hoogte van het vergoeden van die schade wordt geschat op € 2.500,00 en zij doen een beroep op verrekening van de huurachterstand met deze schadevergoeding zodat per saldo op dit moment geen sprake meer is van huurachterstand.
4.7.
Rekening houdende met het hierboven geschetste beoordelingskader oordeelt de kantonrechter als volgt. Vooropgesteld moet worden dat een huurder volgens artikel 7:207 lid 1 BW in geval van vermindering van huurgenot ten gevolge van een gebrek een daaraan evenredige vermindering van de huurprijs kan vorderen vanaf de dag waarop hij van het gebrek behoorlijk heeft kennis gegeven aan de verhuurder of waarop het gebrek reeds in voldoende mate bekend was om tot maatregelen over te gaan. De kantonrechter stelt vast dat voor zover moet worden geoordeeld dat in deze zaak sprake is van gebreken die tot vermindering van huurprijs aanleiding kunnen geven, [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 1] en [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 2] daarvan op 29 augustus 2023 aan [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] kennis hebben gegeven, door middel van de onder 2.6 vermelde brief. Andere aanknopingspunten voor de aanvang van de in artikel 7:207 lid 1 BW genoemde termijn, hebben [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 1] en [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 2] niet naar voren gebracht. Dit brengt naar het voorlopig oordeel van de kantonrechter mee dat een eventueel recht op huurprijsvermindering pas per 29 augustus 2023 kan zijn ontstaan en dat [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 1] en [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 2] in elk geval over de maanden tot die datum de volledige huurprijs verschuldigd zijn, wat van de door hen gestelde gebreken ook zij.
4.8.
Vervolgens is de vraag aan de orde of voldoende aannemelijk is geworden dat [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] zich zodanig onrechtmatig jegens [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 1] en [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 2] heeft gedragen dat dat voor de periode na 29 augustus 2023 aanleiding kan geven tot huurprijsvermindering van 80% en/of een schadevergoeding ter hoogte van de gestelde € 2.500,00 die zou kunnen worden verrekend met de huurschuld.
4.9.
[eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] heeft ter zitting erkend dat hij het water van het gehuurde heeft afgesloten maar onduidelijk is gebleven wanneer dit is gebeurd en of deze situatie nog steeds voortduurt. Het staat vast dat het onrechtmatig is om die voorziening als verhuurder af te sluiten en zeker als dit als pressiemiddel wordt gebruikt om betaling van de huur te verkrijgen. [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] schiet bovendien tekort in de nakoming van zijn verplichtingen uit de huurovereenkomst als hij niet zorgdraagt voor de levering van water in het gehuurde. Watertoevoer is immers essentieel voor de bewoning van het gehuurde. Nu echter onduidelijk is gebleven wanneer en hoe lang [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 1] en [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 2] niet voorzien zijn van water en of deze situatie nog steeds voortduurt, kan ook niet worden vastgesteld hoe groot het verminderd huurgenot dan wel de schade van [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 1] en [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 2] is en dus ook niet op welk percentage huurprijsvermindering of bedrag aan schadevergoeding zij mogelijk recht zouden kunnen hebben.
4.10.
Van de stelling dat [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 1] en [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 2] geen beschikking hebben (gehad) over elektriciteit of gas in het gehuurde door toedoen van [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] wordt geen onderbouwing overgelegd. [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] aan de andere kant heeft een schrijven van Enexis overgelegd waaruit blijkt dat de aansluitingen in de meterkast waren gemanipuleerd en dat dit mogelijk een (brand)gevaarlijke situatie had kunnen opleveren. Door wie de meterkast gemanipuleerd was, blijft onduidelijk. Partijen wijzen elkaar aan als de schuldige hiervan. Enexis heeft de situatie in de meterkast in elk geval deskundig hersteld. Uit het schrijven van Enexis blijkt niet dat er voor een bepaalde tijd geen levering van elektriciteit of gas is geweest in het gehuurde.
4.11.
Met betrekking tot het overige door [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 1] en [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 2] gestelde onrechtmatig handelen van [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] wordt evenmin afdoende onderbouwing overgelegd. Ter zitting hebben zij een videofragment getoond van een beweerdelijk ongeoorloofd bezoek van [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] en zijn broer, J. [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] , in het gehuurde, op 1 april 2023. Uit dit videofragment is echter niet gebleken dat [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] zich onrechtmatig de toegang tot de woning heeft verschaft. [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 1] heeft ter zitting bovendien bevestigd dat [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] een afspraak met hem had met betrekking tot dit bezoek en dat hij de deur voor hem heeft geopend. Het is ook niet aannemelijk geworden dat [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] na 1 april 2023 heeft gepoogd het gehuurde binnen te dringen. Onvoldoende aannemelijk geworden is tevens dat [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] zich schuldig heeft gemaakt aan intimidatie of mishandeling van [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 1] en [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 2] , dat hij een gat in de voordeur van het gehuurde heeft geslagen en dat hij de sleutel van de brievenbus van het gehuurde heeft weggenomen van [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 1] en [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 2] .
4.12.
Gelet op al het voorgaande acht de kantonrechter het niet aannemelijk geworden dat [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 1] en [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 2] zodanig verminderd huurgenot hebben ervaren dat een huurprijsvermindering van 80% met ingang van 29 augustus 2023 zou worden toegekend in een (eventuele) bodemprocedure. Voor wat betreft de verrekening met de materiële en immateriële schade oordeelt de kantonrechter dat evenmin aannemelijk is geworden dat [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 1] en [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 2] aanspraak zullen kunnen maken op een schadevergoeding van € 2.500,00. Bovendien kan alleen een beroep op verrekening worden gedaan als sprake is van een vaststaande vordering die opeisbaar is. Dat daarvan sprake is, is evenmin aannemelijk geworden.
4.13.
De kantonrechter is van oordeel dat, anders dan [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 1] en [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 2] aanvoeren, [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat aan zijn zijde sprake is van onverwijlde spoed die toewijzing van de gevorderde geldsom in kort geding rechtvaardigt. [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] heeft als eigenaar van het gehuurde ook vaste lasten en kosten van onderhoud van de woning die hij moet betalen. De omvang van de huurachterstand is fors, waardoor het ook aannemelijk is dat [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] het geld nodig heeft om in zijn eigen levensonderhoud te voorzien.
De kantonrechter zal de gevorderde huurachterstand en de gevorderde betaling van de maandelijkse huur vanaf augustus 2023 dan ook volledig toewijzen. Hetzelfde geldt voor de gevorderde en onweersproken wettelijke rente over de huurachterstand.
4.14.
Een huurachterstand van deze omvang rechtvaardigt, vooruitlopend op een eventuele bodemprocedure, de veroordeling van [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 1] en [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 2] tot ontruiming van de woning, bij wijze van onmiddellijke voorziening bij voorraad. De tekortkoming is van zodanig gewicht dat van [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] niet kan worden gevergd dat hij [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 1] en [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 2] nog langer in het gehuurde laat. Zij hebben uiteraard belang bij het behoud van de woning, maar zij hebben geen bijzondere feiten en omstandigheden aangevoerd die maken dat de gevolgen van het verlies van de woning zo ernstig zouden zijn dat een ontruiming (vooruitlopend op een ontbinding van de huurovereenkomst) niet gerechtvaardigd zou zijn.
Ter zitting hebben [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 1] en [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 2] verzocht om een ruimere ontruimingstermijn dan de zeven dagen die gevorderd zijn door [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] . De kantonrechter acht omstandigheden aanwezig (zoals de gezondheidstoestand van [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 2] ) die een ruimere ontruimingstermijn van een maand na betekening van dit vonnis rechtvaardigen.
4.15.
De overige stellingen van [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] behoeven daarmee geen bespreking meer.
4.16.
De gevorderde buitengerechtelijke incassokosten zullen als op de wet gegrond en onweersproken worden toegewezen. De wettelijke rente over deze kosten zal worden toegewezen vanaf de dag van dagvaarding tot de dag van voldoening.
4.17.
[gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 1] en [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 2] zullen als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld tot betaling van de proceskosten van het geding in conventie. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] begroot op € 1.166,14, bestaande uit € 793,00 aan salaris gemachtigde, € 244,00 aan griffierecht en € 129,14 aan explootkosten. De onweersproken wettelijke rente over deze kosten zal eveneens worden toegewezen vanaf veertien dagen na datum van dit vonnis.
4.18.
Zoals gevorderd worden de veroordelingen tot betaling van de geldbedragen hoofdelijk uitgesproken. Dat betekent dat iedere veroordeelde kan worden gedwongen het hele bedrag te betalen. Als de één (een deel) betaalt, hoeft de ander dat (deel van het) bedrag niet meer te betalen.
In reconventie
4.19.
Zoals reeds in conventie is overwogen, is alleen komen vast te staan dat [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] het water in het gehuurde (tijdelijk) heeft afgesloten. Of dat nog steeds het geval is, is niet duidelijk gebleken. Gezien deze erkenning en onduidelijkheid zal de kantonrechter toewijzen dat [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] binnen 24 uur na betekening van dit vonnis [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 1] en [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 2] moet voorzien van een ononderbroken levering van water en hem verbieden om de watertoevoer opnieuw af te sluiten. [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 1] en [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 2] hebben belang bij een prikkel tot nakoming van deze veroordelingen zodat de gevorderde en onweersproken dwangsommen eveneens zullen worden toegewezen. De vorderingen met betrekking tot de levering van elektriciteit en gas zullen worden afgewezen nu niet is komen vast te staan dat deze inderdaad zijn afgesloten (geweest) door toedoen van [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] .
4.20.
De gevorderde veroordeling tot reparatie van de voordeur zal de kantonrechter toewijzen. Weliswaar betwist [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] dat hij de voordeur heeft vernield, maar op de door [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 1] en [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 2] overgelegde foto’s is wel te zien dat de voordeur kapot is. Als verhuurder dient [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] zorg te dragen voor een goed functionerende voordeur. De kantonrechter acht termen aanwezig de gevorderde dwangsom op te leggen. De vordering tot teruggave van de sleutel van de brievenbus zal worden afgewezen, nu, zoals hiervoor onder 4.11 is vermeld, niet aannemelijk is geworden dat [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] die sleutel heeft weggenomen.
4.21.
Zoals reeds in conventie is beoordeeld is niet komen vast te staan dat [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] zich schuldig heeft gemaakt aan het onrechtmatig en zonder vooraankondiging of afspraak betreden van het gehuurde. Voor wat betreft het gevorderde verbod hiertoe oordeelt de kantonrechter dat dit, voor het geval [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] zich hier al schuldig aan heeft gemaakt of nog zou maken in de toekomst, juridisch gezien inderdaad niet geoorloofd is. [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 1] en [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 2] moeten ongestoord en met een veilig gevoel kunnen verblijven in de woning. Het gevorderde verbod zal dan ook worden toegewezen maar de gevorderde dwangsomveroordeling zal daarbij afgewezen worden. De kantonrechter gaat er zonder meer van uit dat [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] zich aan dit verbod zal houden.
4.22.
Het gevorderde verbod jegens [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 1] en [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 2] onrechtmatige dan wel strafbare handelingen te verrichten is te onbepaald en zal daarom worden afgewezen. De kantonrechter gaat ervan uit dat [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] zich hoe dan ook onthoudt van handelingen die mogelijk een strafbaar feit kunnen opleveren.
4.23.
[eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] zal als de voor het merendeel in het ongelijk gestelde partij in reconventie worden veroordeeld tot betaling van de proceskosten. Deze worden, nu de reconventionele vordering voortvloeit uit het verweer van [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 1] en [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 2] in conventie, tot aan dit vonnis begroot op € 396,50 aan salaris gemachtigde.
4.24.
Er hoeft geen aparte beslissing te worden genomen over de in reconventie gevorderde nakosten. (HR 10 juni 2022, ECLI:NL:HR:2022:853, rov. 2.3).

5.De beslissing

In conventie
De kantonrechter
5.1.
veroordeelt [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 1] en [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 2] om binnen één maand na betekening van dit vonnis het gehuurde aan de [adres] te ( [postcode] ) [plaats] , met al het hunne en de hunnen te ontruimen en te verlaten en onder afgifte van de sleutels ter vrije beschikking van [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] te stellen;
5.2.
veroordeelt [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 1] en [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 2] hoofdelijk om aan [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] € 5.100,00 aan huurachterstand tot en met juli 2023 te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarding tot aan de dag van voldoening,
5.3.
veroordeelt [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 1] en [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 2] hoofdelijk om aan [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] € 850,00 te betalen voor iedere maand of gedeelte van een maand dat zij met ontruiming in gebreke blijven, waarbij een deel van eend maand wordt berekend voor een hele maand,
5.4.
veroordeelt [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 1] en [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 2] hoofdelijk om aan [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] € 762,30 aan buitengerechtelijke incassokosten te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarding tot aan de dag van voldoening,
5.5.
veroordeelt [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 1] en [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 2] hoofdelijk tot betaling van de proceskosten, aan de zijde van [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] tot de datum van dit vonnis begroot op € 1.166,14, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf veertien dagen na dagtekening van dit vonnis.
5.6.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
In reconventie
De kantonrechter
5.7.
veroordeelt [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] binnen 24 uur na betekening van dit vonnis [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 1] en [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 2] te voorzien van ononderbroken levering van water, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 250,00 voor elke dag of elk dagdeel dat [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] niet aan die veroordeling voldoet, met een maximum van € 25.000,00,
5.8.
verbiedt [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] om de toevoer van water van [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 1] en [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 2] af te sluiten, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 250,00 voor elke dag of elk dagdeel dat [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] niet aan die veroordeling voldoet, met een maximum van € 25.000,00,
5.9.
veroordeelt [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] om binnen 24 uur na betekening van dit vonnis de voordeur van [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 1] en [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 2] te repareren, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 100,00 voor elke dag of elk dagdeel dat [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] niet aan die veroordeling voldoet, met een maximum van € 2.500,00,
5.10.
verbiedt [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] om zonder vooraankondiging en zonder afspraak met [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 1] en [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie 2] het gehuurde te betreden,
5.11.
veroordeelt [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] tot betaling van de proceskosten, tot aan dit vonnis begroot op € 396,50,
5.12.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
5.13.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.H.M. Kuster en in het openbaar uitgesproken op 14 september 2023.
LC