In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 16 oktober 2023 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een eiser, een ex-werknemer, en de besloten vennootschap SPECTATOR EHEALTH HOLDING B.V. (SEH). De eiser, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. Y. Kunze, vorderde betaling van achterstallig loon en reiskostenvergoeding van SEH, die hij van 1 januari 2023 tot 1 augustus 2023 in dienst had als Software Developer. De eiser stelde dat SEH vanaf mei 2023 het loon en de reiskostenvergoeding niet volledig had betaald. Ondanks herhaalde sommaties door de eiser en zijn gemachtigde, bleef SEH in gebreke.
De kantonrechter oordeelde dat de eiser een spoedeisend belang had bij zijn vorderingen en dat SEH niet had aangetoond dat zij niet aan haar betalingsverplichtingen kon voldoen. De rechter bevestigde dat de verplichting tot betaling van loon ook de afdrachten omvat die SEH moest doen. De kantonrechter wees de vorderingen van de eiser grotendeels toe, inclusief het achterstallige loon, de reiskostenvergoeding en de wettelijke verhogingen. SEH werd veroordeeld tot betaling van in totaal € 11.932,00 bruto, plus de wettelijke rente, en de kosten van het geding, die op € 1.618,42 werden begroot. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.
De uitspraak benadrukt de verplichtingen van werkgevers met betrekking tot loonbetalingen en de gevolgen van het niet nakomen van deze verplichtingen, vooral in situaties van financiële problemen van de werkgever.