ECLI:NL:RBLIM:2023:7630

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
27 november 2023
Publicatiedatum
19 februari 2024
Zaaknummer
C/03/320926 / FA RK 23-2999
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot verbetering van een geboorteakte van een minderjarige in het kader van de erkenning van een huwelijk

In deze zaak heeft het openbaar ministerie (OM) verzocht om verbetering van de geboorteakte van een minderjarige, waarbij de man als vader op de akte vermeld dient te worden. De man en de moeder, beiden van Syrische nationaliteit, hebben verklaard dat zij op 2 januari 2018 in Istanbul zijn gehuwd. De geboorteakte van de minderjarige vermeldt echter alleen de moeder, omdat de man geen huwelijksakte kon overleggen bij de aangifte van de geboorte. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 14 november 2023 en heeft vastgesteld dat het huwelijk van de man en de moeder mogelijk niet rechtsgeldig is, omdat er geen originele huwelijksakte is overgelegd. De rechtbank heeft het OM de gelegenheid gegeven om binnen vier maanden bewijs te leveren van de rechtsgeldigheid van het huwelijk. De beslissing op het verzoek is aangehouden, en de rechtbank zal partijen informeren over het verdere procesverloop. De uitspraak is gedaan door mr. M.E. Salemans-Wijnen, rechter en kinderrechter, en is openbaar uitgesproken op 27 november 2023.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG
Zittingsplaats Maastricht
Familie en jeugd
Datum uitspraak: 27 november 2023
Zaaknummer: C/03/320926 / FA RK 23-2999
De enkelvoudige kamer, belast met de behandeling van burgerlijke zaken, heeft de volgende beschikking gegeven in de zaak van:
het openbaar ministerie, arrondissementsparket Limburg,
gevestigd in Maastricht,
verder te noemen: het openbaar ministerie.
Als belanghebbenden worden aangemerkt:
[de man] ,
verder te noemen: de man,
en
[de moeder] ,
verder te noemen: de moeder,
beiden wonend in [woonplaats]
en
de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Heerlen,
verder te noemen: de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Heerlen.
1. Het verloop van de procedure
1.1. Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- het verzoek van het openbaar ministerie, ontvangen op 2 augustus 2023;
- het bericht van het openbaar ministerie, ontvangen op 16 oktober 2023.
1.2. De zaak is behandeld op de zitting van 14 november 2023, waarbij zijn verschenen:
- de officier van justitie namens het openbaar ministerie;
- de man en de moeder, bijgestaan door een telefonische tolk in de Arabische (Syrisch-Libanese) taal;
- de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Heerlen;
- twee ambtenaren van de burgerlijke stand van de gemeente Sittard-Geleen, als informanten.
2. De feiten
2.1. Uit de moeder is op [geboortedatum 1] 2022 in [geboorteplaats 1] geboren de minderjarige [minderjarige] (hierna te noemen: [minderjarige] ).
2.2. De geboorteakte van [minderjarige] komt voor in de registers van de burgerlijke stand van de gemeente Heerlen, aktenummer 1A2371 van het jaar 2022.
2.3. Op de geboorteakte van [minderjarige] is onder ‘OUDERS’ vermeld:
Geslachtsnaam vader : -
Voornamen vader : -
Geslachtsnaam moeder : [geslachtsnaam 1] ,
Voornamen moeder : [voornaam 1]
2.4. De man en de moeder hebben op 31 januari 2023 ten overstaan van de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Sittard-Geleen onder ede verklaard dat zij op
2 januari 2018 in Istanbul (Turkije) met elkaar zijn gehuwd.
2.5. De man en de moeder staan in de basisregistratie personen (BRP) ingeschreven met de Syrische nationaliteit. [minderjarige] is geregistreerd als staatloos. Voorts staan de man en de moeder in de BRP geregistreerd als gehuwd.
2.6. Bij brief van 2 juni 2023 heeft de ambtenaar het openbaar ministerie gevraagd de geboorteakte van [minderjarige] te wijzigen.
3. Het verzoek en verweer
3.1. Het openbaar ministerie verzoekt de rechtbank om aan de ambtenaar van de burgerlijke stand te gelasten om over te gaan tot verbetering van de geboorteakte van [minderjarige] , in die zin dat de geboorteakte als volgt wordt verbeterd:
Geslachtsnaam kind in: [geslachtsnaam 2]
Geslachtsnaam vader in: [geslachtsnaam 2]
Voornamen vader in: [voornaam 2]
Plaats van geboorte vader in: [geboorteplaats 2]
Dag van geboorte vader in: [geboortedatum 2] -1992
3.2. Ter onderbouwing van het verzoek heeft het openbaar ministerie gesteld dat [minderjarige] tijdens het huwelijk van de moeder en de man is geboren. Omdat de man en de moeder niet beschikken over een huwelijksakte, konden ten tijde van de aangifte van de geboorte van [minderjarige] geen documenten worden overgelegd waaruit het huwelijk van de moeder en de man bleek. Daarom is de man niet vermeld als juridische vader op de geboorteakte van [minderjarige] . De man en de moeder hebben op 31 januari 2023 ten overstaan van de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Sittard-Geleen een verklaring onder ede afgelegd, waaruit blijkt dat zij op 2 januari 2018 in Istanbul (Turkije) met elkaar zijn getrouwd. [minderjarige] is dus tijdens het huwelijk van de man en de moeder geboren. Gelet hierop heeft de ambtenaar aan het openbaar ministerie verzocht dat de gegevens van de man als vader aan de geboorteakte worden toegevoegd.
3.3. De man en de moeder stemmen in met de verzochte verbetering van de geboorteakte van [minderjarige] .
3.4. De ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Heerlen ondersteunt het verzoek van het openbaar ministerie.
4. De beoordeling
4.1. Rechtsmacht, bevoegdheid en toepasselijk recht
4.1.1. Vanwege het internationale karakter van de onderhavige zaak dient de rechtbank eerst ambtshalve te beoordelen of aan de Nederlandse rechter (in internationale zin) bevoegdheid toekomt ter zake het verzoek tot verbetering van de geboorteakte en zo ja, welk recht op dat verzoek van toepassing is.
4.1.2. De rechtbank is van oordeel dat aan de Nederlandse rechter op grond van artikel 3, aanhef en onder a, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (verder te noemen: Rv) bevoegdheid toekomt, omdat de man, de moeder en [minderjarige] in Nederland woonplaats hebben.
4.1.3. De rechtbank zal, als de op grond van artikel 263 Rv relatief bevoegde rechter binnen wiens rechtsgebied de geboorteakte waarop het verzoek betrekking heeft in de Nederlandse registers van de burgerlijke stand is ingeschreven, op het verzoek de Nederlandse wet toepassen.
4.2. Het verzoek tot verbetering van de akte
4.2.1. Op grond van artikel 1:24 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (verder te noemen: BW) kan de rechtbank op verzoek van het openbaar ministerie de verbetering gelasten van een in de registers van de burgerlijke stand voorkomende akte die onvolledig is of een misslag bevat.
4.2.2. Het openbaar ministerie verzoekt, kort gezegd, de geboorteakte van [minderjarige] te verbeteren, in die zin dat de man als vader op de akte wordt vermeld. De rechtbank moet daarom beoordelen of de man kan worden aangemerkt als de juridisch vader van [minderjarige] .
4.2.3. Op grond van artikel 10:92 lid 1 BW wordt de vraag of een kind door geboorte in familierechtelijke betrekkingen komt te staan tot de vrouw uit wie het is geboren en de met haar gehuwde persoon bepaald door het recht van de staat van de gemeenschappelijke nationaliteit van de vrouw en die persoon of, indien dit ontbreekt, door het recht van de staat waar de vrouw en die persoon elk hun gewone verblijfplaats hebben, of indien ook dit ontbreekt, door het recht van de staat van de gewone verblijfplaats van het kind.
Ingevolge artikel 10:92 lid 3 BW is in deze procedure voor de toepassing van artikel 10:92 lid 1 BW bepalend het tijdstip van de geboorte van de kinderen.
4.2.4. De vraag die allereerst ter beantwoording aan de rechtbank voorligt, is of tussen de man en de moeder een rechtsgeldig huwelijk is gesloten.
4.2.5. Het Haags Huwelijksverdrag van 14 maart 1978 bevat de regels van internationaal privaatrecht om de vraag naar de erkenning van het in Turkije voltrokken huwelijk te
beoordelen en ook volgens welk recht die vraag moet worden beantwoord. Daarbij wordt mede gekeken naar de uitvoeringsregels van dit verdrag, zoals neergelegd in de artikelen 10:27 tot en met 10:34 BW.
4.2.6. Ingevolge artikel 10:31 van het Burgerlijk Wetboek wordt een buiten Nederland gesloten huwelijk dat ingevolge het recht van de staat waar de huwelijksvoltrekking plaats-vond rechtsgeldig is of nadien rechtsgeldig is geworden, als zodanig erkend. Een huwelijk wordt vermoed rechtsgeldig te zijn, als een huwelijksverklaring is afgegeven door een bevoegde autoriteit. Die huwelijksverklaring dient aan te sluiten op de totstandkoming van een rechtsgeldig huwelijk volgens het recht van het land waar het huwelijk is gesloten.
4.2.7. Het openbaar ministerie heeft gesteld dat er tussen de man en de moeder sprake is van een in Turkije gesloten huwelijk, maar er is geen huwelijksverklaring als bedoeld in artikel 10:31 BW overlegd. Het openbaar ministerie heeft gesteld dat deze huwelijks-verklaring ontbreekt en dat de man en de moeder gelet hierop op 31 januari 2023 een verklaring onder ede hebben afgelegd bij de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Sittard-Geleen.
4.2.8. Op basis van de verklaring onder ede is het huwelijk van de man en de moeder ingeschreven in de BRP. De rechtbank is echter van oordeel dat de enkele inschrijving van het huwelijk in de BRP onvoldoende is om het bestaan van een huwelijk aan te nemen, omdat deze inschrijving geen rechtsgevolgen met zich meebrengt (zie bijvoorbeeld ECLI:NL:GHSHE:2021:2314 en ECLI:NL:RBMNE:2022:6302).
4.2.9. Tijdens de zitting heeft de rechtbank aan de man en de moeder vragen gesteld over het door hen in Turkije gesloten huwelijk. De man en de moeder hebben verklaard dat zij in Turkije ten overstaan van een Islamitische geestelijke zijn getrouwd. Volgens de man hebben zij daarna door een advocaat een huwelijksakte laten opmaken bij het Syrische consulaat in Turkije. De man heeft ook verklaard dat via het consulaat een huwelijksakte is opgevraagd bij de rechtbank in Syrië om zodoende een familieboekje te krijgen. De man heeft vervolgens verklaard dat hij en de moeder zijn getrouwd op Turks grondgebied, maar bij de Syrische rechtbank. De moeder is in 2018 naar Nederland afgereisd in het kader van gezinshereniging met haar vader. Zij heeft toen ook gezinshereniging met de man aangevraagd. In dat kader heeft de moeder de originele huwelijksakte ingediend bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND). De moeder stelt dat zij deze akte nooit meer heeft teruggekregen, zodat de man en de moeder niet meer over een originele huwelijksakte beschikken.
4.2.10. De ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Heerlen heeft tijdens de zitting verklaard dat de man ten tijde van de aangifte van de geboorte heeft aangegeven dat hij gehuwd was. Omdat hij daarvan geen bewijs kon overleggen is de geboorteakte met alleen de gegevens van de moeder opgemaakt.
4.2.11. De ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Sittard-Geleen, ter zitting gehoord als informant, heeft verklaard dat de moeder en de man ook bij de gemeente Sittard-Geleen geen originele huwelijksakte hebben overlegd. Uit de verslagen van de verhoren van de moeder bij de IND blijkt ook niet dat de moeder bij de IND een (originele) huwelijksakte heeft ingediend. De moeder en de man hebben uiteindelijk wel bij de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Sittard-Geleen een fotokopie van een huwelijksakte met een (niet beëdigde) vertaling ingediend. Op die akte is te lezen dat er een huwelijk tussen de man en de moeder is gesloten door de rechtbank in Turkije. Omdat dit geen originele huwelijksakte betrof, heeft de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Sittard-Geleen vervolgens een verklaring onder ede van de man en de moeder afgenomen.
4.2.12. De rechtbank is gelet op het voorgaande van oordeel dat vooralsnog niet kan worden vastgesteld dat tussen de man en de moeder sprake is van een rechtsgeldig huwelijk dat in Nederland kan worden erkend. Het openbaar ministerie heeft gelet hierop tijdens de zitting verzocht hem in de gelegenheid te stellen alsnog de originele huwelijksakte van de moeder en de man in te dienen. De rechtbank zal de beslissing op het verzoek aanhouden om het openbaar ministerie in de gelegenheid te stellen binnen een termijn van vier maanden alsnog aan te tonen dat tussen de man en de moeder sprake is van een rechtsgeldig huwelijk. Na binnenkomst van het bericht en/of de aanvullende stukken van het openbaar ministerie zal de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Heerlen in de gelegenheid worden gesteld hier binnen een termijn van twee weken schriftelijk op te reageren.
4.2.13. Vervolgens zal de rechtbank partijen informeren over het verdere procesverloop.
5. De beslissing
De rechtbank:
5.1. laat het openbaar ministerie toe door alle middelen rechtens te bewijzen dat tussen de man en de moeder sprake is van een rechtsgeldig huwelijk;
5.2. houdt iedere verdere beslissing voor de duur van vier maanden pro forma aan in afwachting van het te leveren bewijs.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.E. Salemans-Wijnen, rechter, tevens kinderrechter en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van mr. J.J.M. Verhey, griffier op 27 november 2023.